Historische rooilijn oost
zijde in ere herstellen
m
INTERVIE
JAAP KAMERLING
Heemschut Groningen over Grote Markt:
Dinsdag 8 maait omstreeks een uur of elf arriveer ik in de metropool van het Noorden:
Groningen. Om half twaalf heb ik een interview met enkele leden van de provinciale
commissie van Heemschut. Nog even tijd om goed om me heen te kijken. In de onlangs
nieuw ingerichte hal van het station erger ik me weer aan het modieuze plafond. Wie
even terzijde van de hal het bagagedepot betreedt kan zien, welk prachtig siermetsel-
werk destijds deel uitmaakte van de oorspronkelijke monumentale hal. Volstrekt zinloze
modernisering en een klap in het gezicht van de architectuur-minnaar.
Het station uitlopend kom ik op het sta
tionsplein; een doods plantsoentje, waar
elk leven uit lijkt weggeëbd. De levendig
heid heeft zich verplaatst naar het nieuwe
busstation vóór de nieuwe kantoren naast
het station: een overigens fraaie schepping
van architect Van Belkum, met mooie ron
dingen en uitgevoerd in geel baksteen en
veel glas.
Commissie-secretaris ir. Piet Reijenga
kan die nieuwbouw nu ook wel waarderen
merken we even later tijdens het inter
view, maar betreurt het, dat de functie van
het stationsgebouw zo is uitgehold doordat
de passagiersstroom nu via een doorgang
in het nieuwe kantorencomplex naar het
busstation een eind voorbij het station
wordt geleid. Het station, dat vroeger de
omgeving fraai domineerde met een leuk
plein ervoor gaat nu in strijd met zijn eigen
karakter geheel op in de lintbebouwing,
die het samen met de nieuwbouw vormt.
Uit het station komend verwacht je bussen
en taxi's op een levendig voorplein. Nu is
het leven vóór de stationsingang weggezo
gen. Jammer, vindt hij.
We vervolgen snel onze weg om later
met Reijenga, technisch adviseur van de
commissie Wim Bameveld en commis
sielid Kees van der Ploeg nog even op dit
stadsdeel terug te komen. Na een kwar
tiertje arriveer ik bij het fraaie architecten
bureau van Bameveld in de Oude Kijk in 't
Jat straat, van oorsprong een middeleeuws
pand, later van een nieuwe bepleistering
voorzien. In een kantoorvertrek met
sierlijke behangschilderingen en een
mooie schouw besluiten we maar direct
enkele actuele ontwikkelingen in de stad
Groningen onder de loupe te nemen. De
stad is voor de commissie een heel be
langrijk aandachtsgebied omdat deze hier,
anders dan in de overige provincies, de
enige echte grote stad is. In Groningen
woont meer dan een derde van alle Gro
ningers.
Grote Markt
Een voornaam discussiepunt in de com
missie vormt op dit moment de problema
tiek van de Grote Markt van Groningen.
Dat enorme plein is bij de wederopbouw
na 1945 nogal uit z'n krachten gegroeid. De
markt bestaat eigenlijk uit een plein, dat
geleidelijk overgaat in een stratenpatroon.
Parallel aan het monumentale neo-classi-
cistische stadhuis op de Markt zelf is een
nieuw stadskantoor neergezet, dat met het
oude stadhuis wordt verbonden door een
moderne glazen corridor via het Goudkan
toor in renaissance-stijl. Een merkwaar
dige combinatie. Een even verbazingwek
kende trap voert naar die corridor om
hoog en is met een hek afgesloten om van
dalisme tegen te gaan. Over openbaarheid
gesproken. Het hele complex neemt een
flink deel van de Markt in beslag. De
markt, die eigenlijk een aantrekkelijk ver-
blijfsgebied zou moeten zijn wordt daar
verder bedorven door een busstation, ter
wijl de vele soorten plaveisels een romme
lige indruk maken. Twee historische wan
den van de markt zijn in de nadagen van
de Tweede Wereldoorlog geheel vernield
en weer opgevuld met nieuwbouw van
weinig opzienbarende architectuur.
Het probleem is eigenlijk, zo meent de
commissie, dat de wederopbouw in fasen
is uitgevoerd en niet vanuit een totaalvisie
op het geheel. De gemeente is nu bezig
nieuwe plannen voor de Markt te ontwik
kelen. Groningen moet hier weer een echt
stadshart krijgen, waarin de verblijfsfunc-
tie tot zijn recht komt. Het nieuwe stadhuis
zou eventueel moeten worden afgebroken
en vervangen door een nieuw winkel-stad
huiscomplex. Het prachtige goudkantoor
tje zou dan verhuizen naar het huidige gat
naast de Martinitoren, waar eens een
soortgelijk gebouwtje stond: de hoofd
wacht.
De commissie is niet erg enthousiast
over zo'n radicale aanpak en wil liever
aansluiten op de vroegere situatie. Als een
van de mogelijke verbeteringen stelt de
commissie voor de oude rooilijn aan de
oostzijde van de Markt, die na de oorlog
werd verlegd zodat het plein nog groter
werd, weer terug te leggen. Het motief
destijds voor die verlegging was, dat de
Martinitoren dan in de as van de Ooster
straat kwam te liggen zodat van daaruit
een vrij uitzicht op de toren ontstond ter
wijl bovendien het verkeer meer ruimte
zou krijgen, vertelt Van der Ploeg. Het
grote nadeel is echter, dat het zicht vanuit
de Oosterstraat nu een beeld oplevert, dat
geen enkele verrassing meer biedt. Je
kijkt nu te vroeg tegen de nogal iele basis
van de toren aan. Reijenga: Vroeger zag je
eerst vanuit de Oosterstraat de bovenste
helft van de toren oprijzen en als je dan
een eindje de Markt opliep zag je opeens
de toren in zijn geheel'. Wat de commissie
ook nogal storend vindt is het gat naast de
toren, waar ooit de hoofdwacht stond. Dat
zou weer moeten worden verkleind. Uit
voering van beide ideeën zou het markt
plein al heel wat meer intimiteit en com
pactheid geven.
Frascati
Een ander geval, dat de commissie nogal
hoog zit, vormt de 'Frascati'bebouwing aan
het Verbindingskanaal links van het sta
tion. Deze karakteristieke 19e eeuwse
panden werden opgenomen in de
nieuwbouw voor de centrale directie van
de PTT er vlak naast en achter. De com
missie is op zichzelf niet tegen omvang
rijke invullingen in dit gebied maar dan
Bejaardenwoninkjes in de oude Stallen van het vroegere Prinsenhofcomplex.
Heemschut, maart-april 1988