Appingedam: de kick van een
levend monument
BESCHERMD STADSGEZICHT
DIRK VAN DER MEULEN
'Appingedam, een levend momument', de slogan waarmee Groningens tweede stad aan
de weg timmert, schept op z'n minst verwachtingen. Maar op grond waarvan eigenlijk? In
de beginjaren '70 sloeg het verval in het stadshart in volle hevigheid toe. Sindsdien
maakte het gemeentelijk beleid een ommezwaai van 180 graden: stadsvernieuwing
kreeg hoge prioriteit. Miljoenen werden er intussen gestoken in de vernieuwbouw.
'Je moet de mensen een kick geven, zodat ze weer in hun stad gaan geloven', verklaart
burgemeester drs. Ch. de Loorhet ontstaan van de nieuwe aantrekkelijkheid. De 'Dam-
sters'hebben hun aanvankelijk verzet tegen de grootscheepse restauratiegolf opgege
ven. De vrees dat Appingedam zou verworden tot een 'museumstad'met allerlei beper
kingen is niet bewaarheid. Integendeel, het verfraaide stadshart straalt een levendige
sfeer uit en blijkt een toeristische trekker. De Loor: 'Waar we naar streven is goed en
verfijnd restaureren. Design is uiteindelijk beslissend voor het succes. Maar als je al de
gemiste procentjes optelt.
Appingedam, van oorsprong een zeeha
ven, is na Groningen de oudste stad in de
provincie. In 1327 werd Appingedam
stadsrechten verleend, in 1972 kreeg de
13.000 inwoners tellende stad aan het
Damsterdiep het predikaat 'beschermd
stadsgezicht. In de beginjaren '70 was de
binnenstad sterk verwaarloosd, maar de
oorspronkelijke, middeleeuwse stede-
bouwkundige structuur - afgezien van en
kele gedempte grachten - bleef onaange
tast. Misschien juist dankzij het ontbreken
van enige lust bij de middenstand tot in
vesteren.
Die ruimtelijke structuur, in sterke mate
bepaald door de stroomrichting van het
Diep, is binnen de reeds lang verdwenen
wallen en vestinggracht nog vrijwel onge
wijzigd aanwezig. In de toelichting op de
beschikking van CRM en VROM van 11
september 1972, waarin een deel van de
stadskern tot beschermd stadsgezicht
werd verklaard, lezen we ondermeer:
'Hoogtepunten uit oogpunt van stede-
schoon vormen het Damsterdiep en de
zuidelijk van de Wijkstraat gelegen situatie
rondom de Nicolaikerk. De Solwerder- en
de Dijkstraat zijn door het gebogen ver
loop en de grote gevarieerdheid van de
grotendeels tot winkel ingerichte panden
voor het stadsgezicht van betekenis. De
vrijwel aaneengesloten bebouwing in deze
straten bestaat doorgaans uit twee bouwla
gen onder een kap, die met pannen is ge
dekt en met aan de straatzijde een lijst- of
topgevel.'
'Interessanter en voor Groningen en
heel Noord-Nederland uniek, is de situatie
aan de andere zijde van het Diep, waar aan
de zuidzijde van de Solwerderstraat een
aantal in oorsprong middeleeuwse huizen
is gebouwd met over het water uitge-
kraagde uitbouwen (zgn. hangende keu
kens). Voorts zijn aan deze zijde de op en-
Middeleeuwse panden met over het Damsterdiep hangende keukens. (Foto: gemeentewerken
Appingedam
kele plaatsen voorkomende sterk hel
lende open erven van veel waarde voor
het karakter.'
Economisch overvleugeld
Appingedam werd na de Tweede Wereld
oorlog economisch overvleugeld door de
snelgroeiende industriekern Delfzijl. On
derwijskundig en cultureel behield de stad
weliswaar zijn centrumfunctie voor de re
gio, maar de middenstand geloofde er niet
meer in. Bedrijven werden verplaatst naar
Delfzijl, de stad verkrotte en het wetsvoor
stel om Appingedam en Delfzijl bij een ge
meentelijke herindeling samen te voegen
kwam heel ver maar strandde uiteinde
lijk in de Tweede Kamer.
Appingedam bleef een zelfstandige ge
meente. De bescherming van het stadsge
zicht, toen nog een bewuste keuze van en
kelen onder wie de toenmalige burge
meester America, gaf uitzicht op extra fi
nanciële middelen van het Rijk. De mid
denstand was lange tijd fel tegen, uit vrees
voor belemmeringen. Hun protesten had
den naar verluidt somtijds het karakter van
boerenopstanden.
De peüverlaging in het Damsterdiep, op
aandrang van de boeren in de omgeving,
markeert in feite het begin van de stads
vernieuwing in Appingedam. Want toen
kwamen plotseling de funderingen van de
kaden boven water en daarmee het risico
van verrotting. Het onderhoud is formeel
een taak van de 'aanzwettende' eigenaren,
maar voor particulieren in de praktijk on
betaalbaar. De gemeente zag dat in en
nam daarom zelf het initiatief. Van 1976 tot
1980 is de beschoeiing aan weerszijden
van het Damsterdiep over een lengte van
895 meter vernieuwd. Geen strakke beton-
lijn, maar een wand ervoor die een exacte
kopie was van de oorspronkelijke funde
ring. Dat kostte de overheid 4,2 miljoen
gulden.
Verkrotte binnenstad
Burgemeester De Loor kwam in 1977 naar
Appingedam en hij herinnert zich: 'Het was
bedroevend, een verkrotte binnenstad,
een uitgebrand pand waar vijf jaar lang
niets aan was gebeurd. De aanleg van die
nieuwe walbeschoeiing gaf in de binnen
stad een geweldige kick, evenals de we
tenschap dat Appingedam zelfstandig zou
blijven. Mensen gingen weer geloven dat
het de moeite loonde om voor Appinge
dam te knokken. Je zag de mentaliteit ver
anderen. Essentieel voor stadsver
nieuwing is dat overheid én burger er ge
loof en vertrouwen in hebben.'
In december 1977 werd het bestem
mingsplan stadskern vastgesteld door de
gemeenteraad. Door allerlei kroonproce-
dures was het nog bijna acht jaar onder-
16
Heemschut, maart-april 1988