EC
m
IMF
een uit de binnenstad wegtrekkende
groothandel een gebouw voor huisvesting
van studenten gezet. De sprong in de rooi
lijn staat een accent toe (foto 2). Tussen de
Gelkingestraat en de Herestraat is een
winkelpassage, de Willem Lodewijkpas-
sage gebouwd, waarboven zich woningen
bevinden (foto 3). Verderop in zuidelijke
richting is een nieuw pand gebouwd,
waarbij de architect erin is geslaagd de
klassieke opbouw van een gevel in heden
daagse vormen te vertalen (foto 4).
Met het nieuwe struktuurplan is in de
stad Groningen een aanzet gegeven tot
een symbiose van de historische stad en
een gebied waarin functies kunnen wor
den gesitueerd waarvoor de infrastructuur
van de binnenstad niet toereikend is. Er is
hier sprake van een intensiveringszone.
Gelkingestraat 35 Groningen.
De wijze waarop de door de gemeente
Groningen aangestelde supervisoren er
naar hebben gestreefd deze zóne naast de
binnenstad een eigen karakter te geven
- bijvoorbeeld door markering in de vorm
van een toren, op die plaats waar hij het
silhouet van de oude torens niet echt ver
stoort, maar aanvult, en daarmee van verre
Sluismeesterswoning Zoutkamp.
ook dit aspect van de stad belicht - getuigt
van gevoel van afhankelijkheid van de sa
menstellende delen van een stedelijke sa
menleving. (Deze toren zou gesitueerd
moeten worden in het verlengde van de
autoweg uit het zuiden).
De Grote Markt
De huidige aanpak waarin grote projecten
op veel plaatsen in die zóne worden uitge
werkt, gaat voorbij aan het parasitaire ef
fect dat dit beleid op de binnenstad kan
hebben. Naast de uitwerking van het
struktuurplan zijn grootschalige Ontwikke
lingen gaande in de historische stad.
De Grote Markt zou anders moeten wor
den ingericht en van nieuwe wanden moe
ten worden voorzien. De gelijktijdigheid
van uitvoering van al deze plannen kan
een grote functionele onevenwichtigheid
tot gevolg hebben. Men dreigt voorbij te
gaan aan die aspecten, op grond waarvan
de binnenstad zo gewaardeerd wordt. Het
is mogelijk de huisvesting van meer groot
schalige maatschappelijke functies in be
paalde gebieden te accepteren, mits bij de
vormgeving van zo'n vestiging de mense
lijke maat en de omgeving een fundamen
tele rol spelen. Helaas kan deze intentie
Woonbebouwing Ten Boer.
niet worden afgelezen aan enkele projec
ten die thans in de binnenstad in uitvoering
zijn, b.v. Mullercomplex- Casino en het in
een planstadium verkerende project aan
de voet van de Martini-toren.
In de provincie gelden dezelfde uit
gangspunten, doch de omstandigheden
als ontvolking en vergrijzing, geven een
totaal andere maat aan de problemen.
Door het ontbreken van sterke economi
sche impulsen loopt het historisch erfgoed
bij veranderingen veel grotere risico's. De
ingrepen in de landelijke gebieden zijn
kleiner, doch hebben veelal een veel gro
tere uitwerking op het beeld dein in een
stedelijk gebied. Door deze kwetsbaar
heid dient vooral in de details een grote
zorgvuldigheid te worden betracht. Bij
voorbeeld in Zoutkamp is de voormalige
sluismeesterswoning in 1979 op terughou
dende wijze uitgebreid en gerestaureerd,
zodat de karakteristiek van gebouw en
omgeving bewaard bleef en het functione
ren verbeterde (foto 5). In Ten Boer, op de
rand van de terp, daar waar bebouwing en
een gebied van moestuinen elkaar ont
moeten, is een aantal woningen aan de be
bouwing toegevoegd. De situering is daar
zo gekozen dat de aanwezige radiale pa
den nog meer nadruk krijgen en het sil
houet van de grote Kloosterkerk wordt on
dersteund (foto 6).
De Provinciale Commissie van de Bond
Heemschut rekent het tot zijn taak bij de
gemeentebesturen en direkties Gemeen
tewerken het gevoel voor deze aspecten
te bevorderen. De P.P.D. Groningen geeft
daartoe met de serie rapporten in het ka
der van het milieu en landschapsonder-
zoek een duidelijke stimulans.
ir. L. W. Bameveld is technisch adviseur
van de Groningse commissie van Heem
schut.
ir. P. Reijenga is secretaris van de commis
sie.
Heemschut, maart-april 1988
15