Het structuurplan Groningen 1986
STADSVERNIEUWING
JOHAN VAN DE BEEK
Overmaat aan locaties voor nieuwe investeringen
In januari jl is de definitieve versie van het structuurplan door de gemeenteraad van
Groningen aangenomen. Een structuurplan is een beleidsstuk waarin de visie op de
ruimtelijke ontwikkeling van een stad in zijn geheel wordt aangegeven. Het is zelf niet
juridisch bindend maar vormt wel de basis voor de wel juridisch bindende bestemmings
plannen.
Bij de aanbieding van het ontwerp structuurplan in maart 1986 sprak het college de hoop
uit dat de vaststelling door de raad in het najaar van dat jaar zou kunnen plaats vinden. De
definitieve vaststelling heeft dus wat langer op zich laten wachten. Plannen is moeilijk.
Maar het is duidelijk dat de gemeente haast had.
Voorgeschiedenis
Eerdere structuurplannen werden in 1959
en 1969 aangenomen. Zij werden in hoofd
zaak gekarakteriseerd door respectieve
lijk 'wederopbouw' en 'stadsuitbreidingen
met autowegennet'. Als we dit laatste plan
met de ogen van nu bekijken dan zién we
een megalomane uitbreiding met een
waanzinnige hoeveelheid autowegen. Het
plan is achteraf gezien nauwelijks richting
gevend voor de feitelijke ontwikkeling ge
weest.
Dat plan werd vergezeld van een binnen-
stadsplan dat voorzag in de aanleg van een
tangentensysteem, waarvoor behoorlijke
doorbraken zouden moeten worden ge
pleegd. Een plan dat na de bestuurswisse
ling door wethouder Max van den Berg c.s.
teruggedraaid werd.
De vanzelfsprekende groei in bevol
kingsaantal en omvang van de stad is al
jaren verdwenen. Nu gaat het meer om het
afronden van de stad en de infrastructuur,
en het invullen van kleinere open ge
bieden in het kader van de 'compacte
stad'. Toch zou het nog lang duren voordat
een herzien structuurplan op tafel kwam.
In 1980 circuleerden al schetsen voor een
nieuw plan, maar tot een definitief model
kwam het niet. De noodzaak om met een
nieuw structuurplan uit te komen ontstond
pas doordat de gemeente zich in de eco
nomische concurrentieslag wenste te wer
pen om haar centrumpositie in het noor
den vast te houden en haar hoge percen
tage werklozen terug te brengen. Met be
hulp van de aangetrokken stedebouwkun
dig adviseur Jan Heeling moest de ambte
lijke top in sessies in een conferentieoord
op één lijn achter een plan gebracht wor
den.
Aanleidingen en karakter van het
plan
In eerste instantie werd gereageerd op
beleidsontwikkeling op hoger niveau. De
gemeente pakte de draad op die door de
'structuurschets stedelijke gebieden' van
de rijksoverheid was aangegeven.
Planmatig was het structuurplan nodig om
dat voor investeringen in en rond het cen
trum de bestaande bestemmingsplannen
al tot hun uiterste waren opgerekt of gewij
zigd. De Bond Heemschut heeft op dit punt
al de nodige bezwaarschriften in moeten
dienen.
Tenslotte heeft het structuurplan als ge
meentelijk beleidsstuk een propagandisti
sche waarde: het moet de oriëntatie van
Van de Peperstraat in het stadscentrum tot de Rijkskantoren van de zuidelijke ringweg (foto
Arthur Blonk, Borgercompagnie)
het gemeentelijk beleid op 'de markt' de
monstreren. 'We hebben aan het Structuur
plan bewust een wervend karakter mee
willen geven om daarmee te benadrukken
dat realisatie van de twee hoofddoelstel
lingen alleen mogelijk is met de steun van
anderen' zegt de gemeente in het com
mentaar op een ingediend bezwaarschrift.
De tekst vertoont alle kenmerken van
dat wervende karakter, ad hoe wordt er
geïllustreerd met voorgenomen bouw
plannen waarvan er op het moment van
aanname door de gemeenteraad alweer
enkele van de baan zijn. Het stuk heeft dan
ook meer het karakter van een politiek
stuk voor dit moment, dan een planologi
sche basis voor een langere periode.
Het structuurplan is voor het gemeentebe
stuur een instrument in het kader van haar
economische beleid. Dat is altijd zo, maar
doordat het nu absolute prioriteit krijgt
blijft de keerzijde onbelicht. Noties over
stedelijke kwaliteit zijn in dit plan geredu
ceerd tot stereotype frases en verwijzin
gen naar nog komende uitwerkingen.
Intensiveringsgebieden
De functie van het structuurplan is vooral
ruimte te scheppen voor het aantrekken
en uitlokken van nieuwe investeringen.
Het belangrijkste planelement hiervoor is
het aangeven van drie zogenaamde 'inten
siveringsgebieden'. Op zichzelf nuttig en
zinvol. Het argument dat hiermee druk van
de binnenstad wordt weggenomen moet
echter met een korreltje zout worden ge
nomen. Daarvoor is de keuze van de inten
siveringsgebieden veel te veel op de
marktwensen afgestemd.
Er is daarbij geen poging gedaan enigs
zins precies een behoefte te schatten,
maar er is bewust een overmaat aan loca
ties voor nieuwe investeringen aangege
ven. Dan blijkt wel of we er tien of twintig
jaar mee voortkunnen. Dat het creëren van
die overmaat nu, in tegenstelling tot de si
tuatie bij het Structuurplan '69, stedebouw-
kundige problemen gaat opleveren schijnt
de gemeente niet te beseffen. De over
maat aan nieuw geplande wijken en we
gen lag daarbij nog buiten de bebouwde
kom, maar voor de binnen de bebouwde
kom liggende intensiveringszones die wel
aangegeven maar nog niet in gebruik ge
nomen zijn zal dat speculatie en verloede
ring gaan betekenen.
10
Heemschutmaart-april 1988