Restauratie als ontwikke
lingshulp, kan dat?
I
OVERZEESE ARCHITECTUUR
BERTFRANSSEN
Het Castle St. Ceoige d'Elmina in Ghana is van een allure, die je alleen maar van sprook
jesboeken kent: hoog en woest, aan twee zijden omsloten door zee, niet te bestormen.
Het stamt uit 1482. Arjen Joustra en Diederik Six van de T.U. Delft hebben zich in de
geschiedenis verdiept en ter plaatse onderzoek gedaan.
De Portugezen, vertellen ze, bouwden het met per schip aangevoerde materialen. Ze
wilden een keten van forten aanleggen in hun plan de handelsroute naar India te beheer
sen. Onneembaar, inderdaad, dat moest ook een Nederlandse expeditie onder leiding
van Piet Hein ervaren. Maar het fort raakte later onbemand. De Nederlanders aasden er
nog steeds op vanwege hun slavenhandel.In 1637lukte het ze het kasteel bij verrassing
te veroveren. Twee eeuwen lang was het Nederlands bezit tot het in 1882 wegens de
hoge kosten werd afgestoten, de Engelsen namen het over.
Joustra en Six zijn in 1987 tweeënhalve maand in Ghana geweest. Ze hebben het fort
opgemeten, inventarisaties gedaan van de staat, waarin het bouwwerk verkeert. Daar
naast deden ze archiefonderzoek. Ghana is daar niet toe in staat, als Europa niets doet
verkommert het gebouw, zoveel is zeker. Zoals overal speelt hier de vraag welke functie
het bouwwerk zou kunnen hebben. Kan het een rol spelen in de ontwikkeling van het
toerisme? Volgens Joustra/Six heeft het een zeer grote aantrekkingskracht. Helaas kent
het dorp in de omgeving een slechte infrastructuur. De twee onderzoekers vragen zich
nog het volgende af. Je kunt als Europees land monumentenzorg plegen in Ghana. Dat is
dan een soort ontwikkelingshulp in een arm land, dat nog wel wat meer aan zijn hoofd
heeft. Restauratie als ontwikkelingshulp, kan dat?
Joustra en Six menen van wel, je helpt zo'n land toch ook prima als je het toerisme
stimuleert. Ze stellen Egypte als voorbeeld, een van de belangrijkste bronnen van inkom
sten aldaar is het toerisme.
Van Nederveen Meerkerk: Brazilië
Mevrouw H. C. van Nederveen Meerkerk
schrijft een proefschrift over Nederlandse
architectuur in Brazilië, elders in deze
Heemschut meer over dit onderwerp. In
1630, vertelt zij, werd de prachtige Brazili
aanse stad Olinda (betekent oh, wat mooi)
door de Nederlanders veroverd. Ten
noorden daarvan verrijst een jaar later het
Fort Oranje. Een schitterend bouwsel, on
geveer in de kleuren van Ouds Witte
Dorp, maar dan met de tropische zon erop.
Het is gerestaureerd en een van de topics
van het toerisme geworden. Olinda was
vreselijk moeilijk te houden, zegt Van Ne
derveen, lag op geaccidenteerd terrein,
was een prooi voor guerrilla. De stad werd
zonder pardon door de Hollanders ver
woest, die zich vervolgens aan een uitbrei
ding van Recife wijdden. Hier vindt men
nog een aantal herinneringen daaraan. De
rijkste straat was de Jodenstraat, tevens de
enige die de tand des tijds heeft door
staan. Van Nederveen laat huizen zien,
hoog en smal, die doen denken aan Am
sterdamse grachtenhuizen. Ontwikke
lingshulp voor monumenten? Ook deze
spreekster wijdt zich aan deze vraag. Vol
gens haar is het een verarming als de
jeugd het moet doen zonder erfgoed uit
andere perioden van de geschiedenis.
W. A. Nelson: de forten van
Sri Lanka
Uit Aberdeen was W. A. Nelson overgeko
men om te praten over de Nederlandse
forten van Sri Lanka. Nederlandse forten
op Sri Lanka? Jazeker, en niet één, maar
een hele rits. De Republiek liet in de ze
ventiende eeuw het oog vallen op het ei
land, dat ongeveer zo groot is als Ierland.
Het ging met name om twee lokaties: het
landenrijk belichten. Er zijn, vertelt archi
tect C. Passchier, contacten tussen Neder
landse en Indonesische architecten, name
lijk tussen de BNA en een soortgelijke In
donesische organisatie. De twee hebben
een samenwerkingsorgaan opgericht on
der de naam ARSI: architectuur en stede-
bouw Indonesia. Men gaat regelmatig ken
nis uitwisselen, onderzoek doen, initia
tieven ondersteunen, afgelopen septem
ber is daartoe een overeenkomst gete
kend. Dat is een doorbraak, want de
laatste decennia was de Nederlandse ar
chitectuur in Indonesië volgens Passchier
een witte plek, er was geen belangstelling
voor.
Wat is er nog te zien van Nederlandse
invloeden? De kolonisten brachten hun le
vensstijl mee en je ziet soms vreemde din
gen, een straat in West-Sumatra levert het
beeld op van een kitzbühl-decor in de tro
pen. Het negentiende eeuwse Classicisme
is nog volop aanwezig. Passchier laat voor
beelden zien. Maar ook de moderne archi
tectuur deed zijn intrede. Van de reeks
dia's die hij toont, blijft vooral het wit-ge-
pleisterde kantoor van de gouverneur van
Oost-Java, een Duiker-achtig gebouw met
Indonesische accenten en het Savoy Ho-
manhotel in Djakarta ('eerste klas ruimte
beleving') hangen.
De beide architectenorganisaties die
willen samenwerken hebben al een ge
meenschappelijk programma voor de
korte termijn vastgesteld. Dat omvat onder
De Stadsschouwburg 'Weltevreden' te Djakarta vóór de restauratie (foto R. Gill)
zuidwesten - de streek rond Colombo - en
het noorden, waar Jaffna de belangrijkste
stad is. De Hollanders arriveerden in 1640
en de Portugezen werden het eiland uitge
werkt. De Hollanders bouwden dus menig
Fort, Nelson laat ze zien aan de hand van
dia's. Ze zien er min of meer indrukwek
kend uit, al bedenk ik dat een fort er al
gauw indrukwekkend uitziet. Hij laat ook
nog enkele Portugese forten zien: inder
daad, heel andere stijl. Bij het fort Galle zijn
enkele door de Hollanders aangelegde
straten nog goed gekonserveerd. Inklusief
een officiersverblijf, ingericht met antieke
Hollandse meubels.
Indonesië
Indonesië komt er verhoudingsgewijs wat
bekaaid af vandaag. Maar aan het eind van
de studiedag komen twee sprekers dan
toch de Nederlandse architectuur in dit ei-
meer een workshop in 1988 plus een foto-
en tekeningenexpositie, die ook in boek
vorm verschijnt. De financiering van alles
baart echter enige zorgen. Het is Passchier
overigens opgevallen, dat de bouwkunst
nauwelijks aanwezig was in de culturele
akkoorden tussen Nederland en Indone
sië. Een ommezwaai in de zorg voor Ne
derlandse architektuur in Indonesië toont
ook de restauratie, onlangs voltooid, van
de stadsschouwburg Weltevreden van
Djakarta. Een werk, waarbij de oude func
tie van schouwburg weer in ere hersteld
werd - het gebouw deed op het laatst
dienst als bioscoop. Architect R. Gill,
werkzaam bij gemeentewerken in Rotter
dam, heeft het project uitgevoerd. Volgens
hem accepteert men nu in Indonesië, dat
gebouwen, uit andere culturen afkomstig,
het behouden waard kunnen zijn. De
schouwburg werd in 1821 opgeleverd. Gill
Heemschut, januari 1988
7