Nederlandse duiventillen
li
BOEKEN
Westfries Museum
Recht in het hart van
Haarlem
Historische duifhuizen geschilderd en be
schreven, respectievelijk door H. W. M.
Ciezen-Nieuwenhuys en C. C. S. Wilmer.
Dit opmerkelijke boek bestaat uit ca 40 pa
gina's tekst met afbeeldingen gevolgd
door veertig paginagroot afgebeelde pic-
toresque aquarellen van Nederlandse duif
huizen. Achterin het boek worden de afge
beelde tillen nog eens afzonderlijk be
schreven. Tot slot een lijst van de thans
bekende duiventillen in Nederland. In to
taal zijn dit er 108, alfabetisch gerangschikt
op plaatsnaam.
Duifhuizen zijn utiliteitsgebouwtjes, van
daar dat er in het algemeen weinig docu
mentatie voorhanden is. Aan de hand van
de literatuurlijst achterin blijkt duidelijk
dat de belangstelling voor deze bouw
werkjes de laatste decennia enorm is toe
genomen.
Het houden van duiven blijkt een alle-
daags verschijnsel geweest te zijn - men
bekijke de oude (voornamelijk 17e en 18e-
eeuwse) afbeeldingen. Duiven hield men
vooral voor de consumptie, maar ook de
mest was waardevol voor bepaalde ge
wassen zoals tabak. De mest had een hoge
economische waarde en werd verkocht.
Veelal zien we duiventillen en -torens bij
kastelen, buitenplaatsen en boerderijen.
Vaak waren dit afzonderlijke bouwwer
ken, maar ook werden duiven gehouden
op zolders en in torens. Kastelen en adel
lijke huizen bezaten vaak het zogenaamde
van oorsprong middeleeuws heerlijk
'recht van duivenslaghet recht om grote
vluchten tehouden. Men was daarbij afhan
kelijk van gebieden waar van oudsher ak
kerbouw plaats vond. De meeste duifhui
zen treft men aan in de provincie Utrecht.
Rond 1800 moet Nederland nog ca 1900
duifhuizen geteld hebben.
In dit boek gaat het om de losstaande duif
huizen. Deze komen in verschillende vor
men voor; van eenvoudige gebouwtjes tot
fraaie decoratieve bouwwerken. Helaas
kwam er een einde aan deze vorm van
duiventeelt. De duif als consumptiemiddel
werd uitzondering en ook de mest verloor
haar waarde. Het gevolg was dat de duif
huizen in ongebruik raakten, vervielen en
het aantal uiteindelijk gereduceerd is tot
naar schatting 5% van genoemd aantal. De
oudste duiventoren (1590) staat bij het Huis
te Werve in Rijswijk. In de tekst worden
vervolgens verschillende Nederlandse
De rijk bewerkte duiventil op één poot, die in
het park van paleis Soestdijk heeft gestaan
naast het boerderijtje Sophia.
(prentbriefkaart begin 20e eeuw)
voorbeelden genoemd en beschreven.
Vele afbeeldingen en foto's vergezellen de
tekst.
Het laatste hoofdstuk is gewijd aan 'Regels
en Rechten'. Hierin wordt het belang van
het aan banden leggen uiteengezet. Men
kijke alleen al naar bijvoorbeeld Amster
dam om zich de noodzaak hiervan te reali
seren en te bedenken wat voor rampzalige
gevolgen grote duivenvluchten ook voor
de oogst kunnen betekenen. Tot 1954 wer
den regels hiertoe in de Jachtwet opgeno
men, maar deze hoorden daar niet thuis
vond men. Hiermee zijn duiventillen uit de
wet verdwenen; Het 'Heerlijk recht van
duiventil' bestaat echter nog wel. Rest mij
te zeggen dat de mooie aquarellen van
Hetty Ciezen-Nieuwenhuys tot februari/
maart te bewonderen zijn in kasteel Groe-
neveld te Baarn. Het boek is de prijs alles
zins waard.
Een uitgave van Terra, Zutphen, 1987.112
pp. ISBN90.6255.330.3
Prijs 39,50.
AMtC
Tekst samengesteld door Ruud Spruit. Dit
museum, gelegen in het centrum van
Hoorn aan het Rode Steen is onderge
bracht in een pand dat een rijke historie
kent. In het eerste deel van het boekje
wordt een overzicht gegeven van de
bouw, de gebruikers (o.a. het College van
gecommitteerde Raden van Westfriesland
en het Noorderkwartier), de verschillende
kamers en hun functies door de eeuwen
heen. Hierbij komt een groot deel van
Hoorns geschiedenis ter sprake. De hui
dige barokke gevel met de leeuwen en
schilden dateert uit 1631/32. De stenen
kruiskozijnen werden bij een restauratie
weer teruggebracht. In het tweede deel
wordt de rijk geschakeerde collectie be
schreven, waarbij de klederdrachten,
kunstnijverheid en de stijlkamers een ex
tra vermelding waard zijn.
Een uitgave in de 'Kleine Monumenten
Reeks'. 's-Gravenhage, Staatsuitgeverij,
1987. 77pp. ISBN 9012 055075. Prijs
17,50.
AMtC
Het Kopie van het westfries museum (links),
vorig jaar in gebruik genomen in Oranda
Mura (Holland Dorp) in Nagasaki in Japan.
Onder redactie van H. Th. Haak-Taggen-
brock, drs.J. B. Uittenhouten drs. L.J. H.
Vroom. Dit boekje werd uitgegeven t.g.v.
van de feestelijke opening van het nieuwe
justitiecomplex te Haarlem, dat op 21 okto
ber 1987 plechtig werd geopend door
H. M. de Koningin. Bijdragen van Mr. H. F.
Haak, P. M. Coudeau, L. J. H. Vroom, e.a. In
het kort wordt een overzicht gegeven van
de verschillende panden waarin onderde
len van justitie zijn ondergebracht. Dit om
vat deels nieuwbouw en gedeeltelijk zijn
oude panden gerestaureerd en aangepast
aan de nieuwe bestemming. Besproken
worden Jansstraat 46 en 46a, dat werd ge
restaureerd en nu weer vier stijlkamers
bevat. Vervolgens het zogenaamde Johez-
huis (Jansstraat 85), dat verschillende
bouwperioden vertegenwoordigt. De 18e
eeuwse stijlen hebben bij de restauratie
echter de nadruk gekregen. Daarna volgt
een beschrijving van het voormalige be-
schoppelijk Museum, dat hier tot de ophef
fing in 1976 huisde. Tenslotte Jansstraat 81.
Van het oude Paleis van Justitie uit de peri
ode 1888-1890 en ontworpen door archi
tect W. C. Metzelaarvreid alleen de gevel
behouden. Erachter en ernaast verrees
een totaal nieuwe en hypermoderne recht
bank, ontworpen door de architecten L.
Bolt en G. Bolt-Schellenberg. Deze
nieuwbouw en de verbinding met de bo
vengenoemde oude panden wordt in het
laatste hoofdstuk uiteengezet. Het boekje
geeft in kort bestek een aardig overzicht
van de Jansstraat, of liever gezegd een
buurt waarin tegenwoordig de verschil
lende afdelingen van Justitie te Haarlem
zijn ondergebracht.
Haarlem, uitgeverij De Vrieseborch,
1987. 64 pp.
ISBN 90 6076 271 1. Prijs 19,-.
AMtC
Heemschut, januari 1988 23