Handen af van het Valkhof Studiedag Jonge(re) Bouwkunst in Gelderland WILLEM JAN PANTUS Er zijn van die plaatsen op de wereld, die een aureool om zich hebben; plaatsen, die vanwege de bijzondere rol, die ze in mythe en geschiedenis gespeeld hebben, ons alleen al bij het noemen van hun naam een zeer sterke uitstraling doen gevoelen. Het Forum Romanum, de Acropolis zijn daarvan kenmerkende voorbeelden, vooral ook omdat het - in materieel opzicht - incomplete karakter van deze plaatsen een belangrijk deel van hun bijna magische aantrekkingskracht uitmaakt. Het zou in niemand opkomen deze plaatsen ingrijpend te veranderen, laat staan weer op te bouwen. In Nijmegen zijn er mensen, die daarover anders denken. Want ook Nijmegen heeft zijn Acropolis: het Valkhof, een begroeide heuvel in de stad, een hoogte boven de Waal, die getekend is door de eeuwigheid en waar in verre voortijd de kiemcel voor het ontstaan van de huidige stad is gelegd. Nadat hier in september van het jaar 70 n. Chr. het Oppidum Batavorum, de ver sterkte hoofdplaats der Bataven, in vlam men opgegaan was, werd de strategisch gelegen heuvel uitgebouwd tot een castel- lum, dat tot taak had de grenzen van het Romeinse Rijk te beveiligen. De verster king ging na het ineenstorten van het Rijk over in de handen van de Merovingische koningen. Als palts van Karolingers, Otto- nen, Saliërs en Staufen staat het Valkhof vanaf 777 in de oorkonden bekend. Ruim duizend jaar later, in de roes van de Franse Revolutie, werd het inmiddels tot een machtige burcht uitgegroeide komplex, dat sinds de bouwcampagne van keizer Frederik Barbarossa uiterlijk nauwelijks veranderd was, gesloopt. Slechts delen van de ringmuur, de naar het grondplan van Karei de Grotes paltskapel in Aken kort na het jaar 1000 gebouwde 'Karolingi sche' kapel en de ruïne van de door Barba rossa - met bijna programmatische ge bruikmaking van bouwonderdelen uit de Romeinse en de Karolingische tijd - in 1155 opgetrokken St. Maartenskapel ble ven gespaard. Op de plaats van de oude palts werd een landschapspark aange legd, tegen de achtergrond waarvan de ruïne kunstmatig in stand gehouden werd om, geheel in overeenstemming met de ideeën van de tijd, de vanifas-gedachte* op te roepen. Alles is vergankelijk, zelfs de macht van keizers en die van de Rijks- onmiddellijke stad, die het nakijken had. De parkheuvel is sindsdien tot een heilige plaats van mijmering en bezinning gewor den. Het verlangen om het Valkhof weer op te bouwen is niet nieuw, maar anders dan bij eerdere gelegenheden lijken de voor standers van dit fantastische plan deze keer serieuzer genomen te worden dan ooit. Zelfs ten stadhuize verklaren ambte naren, na 'grondig onderzoek', dat het technisch mogelijk en historisch verant woord is de palts geheel 'in oude glorie' te doen herrijzen. Hoeveel dat moet gaan kosten, kan men u er ook bij vertellen. Dat hierbij volstrekt elementaire aspecten over het hoofd gezien worden, lijkt mij, na de voorafgaande inleiding, overduidelijk. Het kan en mag niet Het Valkhof kan niet herbouwd worden! Hooguit kan de situatie van een bepaald ven. Een herbouw van de burcht zou een ontkenning van de gebeurtenissen zijn en een poging lijken om tweehonderd jaar geschiedenis weg te poetsen. Het Valkhof heeft, door de eeuwen heen, een aureool gekregen. Het is nu een stille plaats, maar met grond, zwanger van het verleden. Zo een plaats moet men koesteren, voor altijd. vanitas ijdelheid (Latijn) 3» De Valkhof in januari 1971 met links de St. Nicolaaskapel en rechts de ruïne van deSt.Maar- tenskapel. moment op gebrekkige wijze gereconstru eerd worden, met behulp van veel beton en moderne technieken, aan de hand van de enige authentieke, zij het onvolledige en foutieve opmetingstekening, het zgn. Dakenplan van 1725. En verder met behulp van resultaten uit oudheidkundig bodem onderzoek en van schattingen aan de hand van het rijke arsenaal van tekeningen, die het exterieur tot onderwerp hebben. Over het interieur is zo goed als niets bekend. Het resultaat van een herbouw zal dan ook nooit méér kunnen zijn dan een slechte imitatie van het Valkhof, zoals het geweest zou kunnen zijn. En een imitatie is per defi nitie minderwaardig, als een smakeloos decorstuk, dat vergeefs de werkelijkheid tracht voor te wenden. Het Valkhof mag niet herbouwd wor den! Een geschiedenis van tweehonderd jaar - want zolang is het silhouet van de burcht al uit het stadsbeeld verdwenen - is niet zomaar uit te wissen. De afbraak van de palts is een eminente gebeurtenis in de geschiedenis van de stad geweest. Het is een markant en concreet voorbeeld van de uitwerking, die de ideeën van de Franse Revolutie op een symbool van feo dalisme hadden. Maar tevens ook van de afgunst, die het overige Gelderland ten op zichte van de bevoorrechte stad koes terde. Onder het mom van 'gelijkheid' kon het eindelijk zijn slag slaan. Tenslotte heeft ook het nu twee eeuwen oude park, in zijn verschillende gedaanten, maar steeds met de ruïne van de St. Maartenskapel als be tekenisvol middelpunt en de gave 'Karolin gische' kapel als bouwkundig hoogtepunt, bestaansrecht in de geschiedenis verwor- Op vrijdag 4 maart 1988 organiseert Heemschut Gelderland i.s.m. de Rijks dienst voor de Monumentenzorg, de Provincie Gelderland, de Gelderse Mo numenten Raad en de NCM m Beek- Ubbergen een symposium over het be houd en de inventarisatie van jonge(re) bouwkunst m Gelderland. Deze studiedag wordt gehouden in het gebouwencomplex De Refter te Ubber- gen en is bedoeld voor gemeentebe sturen, leden van gemeentelijke monu- mentencommissies en geïnteresseerde Heemschutleden. Opgave voor deelne ming vóór 15 februari 1988 aan het bu reau Heemschut in Amsterdam door overmaking van 15,- (kosten voor lunch etc.) op postbankrekenmg nr. 124326 t.n. v. Bond Heemschut te Am sterdam o.v.v. Symposium 4 maart Gel derland. Verdere inlichtmgen zijn te verkrijgen op het veremgmgsbureau, Nieuwezijds Kolk 28,1012 PV Amster dam, tel. 020-225292. Sprekers op deze dag zijn vertegen woordigers van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, de provincie Gel derland en prof. C. Peeters, hoogleraar kunstgeschiedems aan de katholieke universiteit Nijmegen. Heemschut, januari 1988 17

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1988 | | pagina 17