De ratelaars van de Amsterdamse stadsreini ging bij de opening van het gerestaureerde West-Indisch Huis bestemming. De moeilijkheden die de nieuwe stichting hierbij te overwinnen heeft waren echter onvoorstelbaar. Een lange stoet van gegadigden komt een kijkje nemen, maar de een na de ander haakt af. Het Vlaams Cultureel Centrum (dat uiteindelijk voor de Brakke Grond koos), een museum voor een waaierkol- lektie, de Theaterschool, het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genoot schap, het Bureau Monumentenzorg, de Commissie Oude Stad, de Bond van Ne derlandse Architecten Nu begin je in theorie pas met restaure ren als je een bestemming gevonden hebt. Maar dan kon je in dit geval misschien lang wachten en intussen zou het gebouw staan te verkommeren. Er was nog een an dere overweging. Er bestaat geen overtui gender argument om huurders te interes seren dan een bouwwerk-in-uitvoering! Om deze redenen besloot men - op hoop van zegen - maar alvast met restaureren te beginnen. Een definitief restauratieplan kon natuurlijk nog niet opgesteld worden, daarvoor moest je de bestemming weten. Wel kon alvast geprobeerd worden de brandschade te herstellen. Zo gezegd zo gedaan. Monumentenzorg werkte van harte mee, met een begroting van 2,1 mil joen kon men aan de slag. De zes in rook omgezette kappen met goten en hemelwa- terafvoeren, alsmede vloeren en balken werden hersteld. Eikehout was weliswaar niet meer in de gewenste maten verkrijg baar, maar Opeke, een harde Afrikaanse houtsoort, voldoet ook. In de zomer van 1978 werd de eerste fase voltooid. Tijdens een feestelijke bijeenkomst verrichtte Prins Claus, aangetrokken als bescherm heer, een van de laatste handelingen. Trouwzalen Er was nu een jaar lang gewerkt, en het zag er naar uit dat de tactiek van de stich ting - alvast beginnen in afwachting van een bestemmingsplan - succes had. En kele maanden voor de voltooiing ge beurde namelijk het volgende. Tijdens een rondleiding door het gebouw vroeg een gemeenteambtenaar of nog niet was ge dacht aan een funktie als trouwzalen van de Burgerlijke Stand. Een gouden vondst. Geurt Brinkgreve: 'Sinds het niet meer wet telijk verplicht is om in je woonplaats te trouwen lieten heel veel Amsterdamse bruidsparen die er een echt feest van wil den maken, hun huwelijk voltrekken in bij voorbeeld Weesp, Graft of Broek in Wa terland, plaatsjes in de buurt van Amster dam met een mooi, historisch stadhuis. Omdat het op het Princenhof, het oude stadhuis, een uitermate ongezellige en kale boel was.' Het West-Indisch Huis vormde een schitterend alternatief. Een definitief restauratieplan kon nu uitge werkt worden. Er meldden zich, voor an dere delen van het gebouw, nieuwe huur ders. De Volksuniversiteit wilde oostvleu gel en kappen huren. De tegen de zuidge vel aangebouwde kerkzaal kan worden verbouwd tot bejaarden woningen. En het Sonesfa-hotel was de definitieve kandidaat voor de mooie gewelde kelders, de zoge naamde Piet Heynkelders. Voor recepties, diners en dergelijke. Omdat het gemeentebestuur nog geen officieel besluit had genomen en stilleggen van het werk ongewenst was, ging een kleine ploeg verder met werkzaamheden. Men stuitte op de gevreesde tranende huiszwam. Deze komt, hoewel overal aan wezig, in normaal geventileerde en ver warmde ruimten niet tot ontwikkeling. Het probleem was, dat het West-Indisch Huis geen normaal geventileerd en verwarmd gebouw is: de lucht heeft er een klein jaar stilgestaan, het houtwerk is door en door nat. Honderden vierkante meters pleister werk werden afgebikt, vloeren, balken en kozijnen gesloopt en vervangen. Via injek- ties met een gif ging men de zwam in de stenen muren te lijf. Maar er was een geluk bij een ongeluk. De ontpleisterde muren boden een blik in de bouwgeschiedenis. Men deed ontdekkingen. Een eiken vöor- deurkozijn, waardoor men in de begintijd de stoep op de binnenplaats bereikte kwam te voorschijn. Evenals eikehouten kruiskozijnen van de compagniesvleugels, in de achttiende eeuw nogal slordig tot schuiframen verbouwd. Ook hier heeft de tranende huiszwam effectief huisgehou den, maar het is nu in elk geval bekend hoe de ramen er oorspronkelijk uitgezien hebben. Terugrestauzeren Het een bracht het ander met zich mee. Je gaat terug in de bouwgeschiedenis, ont dekt dat latere wijzigingen bepaald geen verbeteringen zijn, wil dus terugrestaure- ren. En dan wordt het ook duidelijk dat zich langzaamaan een controverse met de Rijksdienst voor de Monumentenzorg afte kent. Deze voelde namelijk weinig voor het terugbrengen van de binnenplaatsge vels in de toestand van 1623: kruiskozijnen, ramen op de oude plaats, verwijdering van een merkwaardig gangetje en, meest ver- Architect A. Evers aan het woord voor de uitreiking van de prijs. Links van de spreker Geurt Brinkgreve. Heemschut, januari 1988 11

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1988 | | pagina 11