De huizen aan de Gildekamersstraat in Antwerpen in 1844
herstellers. Ganse streken die tot sieraad
van ons land strekten worden verbrokkeld
en verminkt, schilderachtige hoekjes red
deloos geschonden en zonder verweer
opgeofferd aan smakeloosheid of uitba-
tingszucht'. Vele belangstellenden waren
net als bij de oprichting van Heemschut op
deze vergadering verschenen, waaronder
letterkundigen, kunstschilders, beeldhou
wers en architekten. In Nederland zijn de
namen bekend van Lode Bakelmans (let
terkundige), van diens collega Cyriel Bu-
ijsse, Victor de Meijere, Pol de Mont en
toondichter Jozef Muls. Op 10 december
1910 werd de stichtingsvergadering voor
gezeten door Lode Baekelmans. Eerste
voorzitters waren dr. A. van de Perre,
Vlaams politicus, en de heer Arthur Cor-
nette, de latere hoofdconservator van het
Museum voor Schone Kunsten te Antwer
pen. Secretaris was de letterkundige en
folklorist Aimand de Lattin.
Akties
In de eerste periode van de Vereniging
stond centraal het behoud van twee na
tuurgebieden: de Kalmthoutseheide en de
Zeeduinen van de Westhoek. Het eerste
gebied werd in 1942 reservaat, het tweede
promoveerde in 1956 tot het eerste Bel
gisch staatsreservaat.
In 1926 startte men een aktie tegen de
afgraving van het Belgische deel van de St.
Pietersberg. In Nederland kennen we de
ze problematiek, samenhangend met de
ENCI. Herkenbaar voor de noorderlingen
is de aktie voor wind- en watermolens, die
in 1927 startte.
Na de Tweede Wereldoorlog kocht dè
Vereniging in 1954 de bedreigde Keeses'
Molen, in Kasterlee, en verplaatste hem
naar het huidige terrein aan de Geelse-
baan.
Momenteel steunt 'Natuur- en Stede-
schoon' de wind- en watermolens in
Vlaams-België met de aktie: 'draaiende
molens'. Er wordt 10.000 Belgische francs
ter beschikking gesteld voor iedere mo
len, die een heel jaar maalvaardig is.
Molen Lillo (tekening J. van Wgck)
Binnen de vereniging werd een 'Werk
groep Molenzorg' opgericht. Een beetje
vergelijkbaar met ons gilde van vrijwillige
molenaars. Met sponsors heeft men ook
ervaring: zo is de Kredietbank te Brussel
'molenpeter' voor 10.000 Belgische francs.
Landschapszorg: flora en fauna
De vereniging deed ook veel aan land
schapszorg. Zo wordt bijvoorbeeld de ve
getatie van de Kalmthoutse heide bestu
deerd: bioloog Geert de Blust stelde vast,
dat fluctuatie in de begroeiing samenhangt
met klimaatschommelingen of wisselende
grondwaterstanden. Ook het heidekever-
tje richt veel schade aan. Door de zure re-
gen-neerslag is de wierenflora in de ven
nen sterk verarmd.
In 1985 werden in het natuurreservaat
'De Grote Geule' in Kieldrecht (bij Antwer
pen) 127 dode vogels gevonden, die
slachtoffers werden van parathion (een
zeer giftig chemisch produkt). Enkele ge
troffen soorten: wilde eend, zomertaling,
bergeend, torenvalk, kievit, spreeuw.
Stedebouw en architektuur
Belangrijk is (en was) de strijd van 'Natuur-
en Stedeschoon' tegen ontsierende recla
meborden, en het redden van bedreigde
gevels. De gebouwde omgeving had, via
de invloed van medeoprichter Armand de
Lattin, al meteen de belangstelling. De
strijd om de kunsthistorisch gezien zeer
waardevolle burgerhuisgevels aan de Gil-
dekamerstraat achter het monumentale
Antwerpse raadhuis leidde in 1936 tot een
attractief, maar tevens geëngageerd ge
schrift. De titel luidde: 'Een bedreiging
- de buurt der Gildekamerstraat (Antwer
pen 1936).' Niemand minder dan de be
faamde lomstschilder James Ensor schreef
in het Frans een enthousiast voorbericht.
Een citaat: 'Sauvons Anvers, honorons, res
pectons les demeures de vos maïtres, cel-
le de Rubens, de Jordaens et des prêtres
du grand art.'S)
Tenslotte eindigde de culturele boks
match om deze gevels, die met hun rol- en
beslagwerk verwijzen naar Cornelis Floris
en Vredeman de Vries, in een victorie van
de vereniging voor 'Natuur- en Stede-
schoon'. Alle nog bewaard gebleven hui
zen in de Gildekamerstraat werden geres
taureerd en gerenoveerd. In deze straat
werd het fraaie Museum voor Volkskunde
ondergebracht, dat een fraai beeld geeft
van de rijke Vlaamse volkskultuur.
Dit expositiegebouw werd in 1956 plechtig
ingehuldigd. De restauratie van het Ru
benshuis was intussen ook een feit gewor
den, inclusief de stilistisch zeer verwante
tuin - een prestatie van stadsbouwmeester
van Averheke.
Banken als cultuursponsors
Dat de banken in Vlaanderen ook af en toe
iets voor het kunstpatrimonium doen, blijkt
uit de herbouw van het elders gedemon
teerde Fraulahuis aan de Wapper, in de
voetgangerszone tegenover het Rubens
huis. Het werd in 1737 ontworpen door P.
van Baurscheit de Jonge (oorspronkelijk
gelegen aan de Keizerstraat). Gered door
G. de Beider, werd het in 1986 gerestau
reerd en 'heropgericht' door de Generale
Bank. Schrijnend is dan het échec van o.a.
Heemschut inzake het Van Dishoeckhuis
in Vlissingen, gebouwd door dezelfde ar-
chitekt.
In het Nationale Bestuur van de Vereniging
voor Natuur- en Stedeschoon heeft ook
sinds 1986 de bekende Antwerpse kunst
historicus Frans Baudouin zitting.
Het tijdschrift van
'Natuur- en Stedeschoon'
Terug naar Walter Cogge: hij is verant
woordelijk uitgever van het tweemaande
lijkse tijdschrift van de vereniging. Het
heet 'natuur- en stedeschoon'en telt per
aflevering 32 pagina's (formaat 14,5
x 20,5 cm, dus bescheidener dan het wat
groter uitgevoerde blad van de Bond
Heemschut). Het milieu en de ecologie zijn
ook volop aan de orde in het tijdschrift en
er wordt over lopende akties geschreven.
Niet alleen in Nederland, maar ook in
Vlaams België vallen neogothische bede
huizen onder de slopershamer. Vrijwillig
medewerker en dienstweigeraar Dirk
Boers van Natuur- en Stedeschoon (hij
Heemschut, oktober 1987
9