L STADS- EN DORPSVERNIEUWING Nieuwbouw in de groninger binnenstad Trap op, trap af in Amsterdam, Utrecht en Delft Reddingspoging laatste stoomgemaal in Zeeland In de Oude Ebbingestraat brandde in de ze ventigerjaren een tweetal woonwinkelpan den uit no. 's 85 en 82, bestaande uit de toen maals gebruikelijke neo-klassieke gevels met overkragende gootlijsten. Een variatie op dit thema werd ontworpen door het groninger architectenbureau Bügel en Van der Dijk. De beide panden verschillen in breedte (links 5.50 m, rechts 6.30 m), zijn in gelijke trant opgetrokken van baksteen, met portieken op de begane grond, erkers op de beide woon- etages en links een topgevel en rechts een met pannen gedekt schilddak plus dakkapel. Het verschil in gevelbehandeling is de vol gende: De beide winkelpuien met portiek en etalage zijn elk voorzien van gemetselde kolommen, welke niet beëindigd zijn door de vroeger ge bruikelijke houten of gestucadoorde kroon lijst, maar een reeks ongelijke lichtbakken. Deze kolommen zijn als quasi-steunberen (li senen) van 60 cm langs de gevels opgetrok ken en voorzien van betonnen afdekblokken, waardoor een wat onduidelijke vermenging ontstaat tussen constructie en versieringsele menten. De gevels zijn voorzien van drie soorten aluminium raampartijen; links 2 rechthoekige rajmen met niet-symmetrische middenstijl, daarnaast 2 erkers, met wederom een niet-symmetrische glasverdeling, waar- Met dit artikeltje starten we een se rie voorbeelden van geslaagde stads- en dorpsvernieuwing. Wie een geslaagd voorbeeld in eigen omgeving weet kan een bijdrage aan deze rubriek leveren (tel. 020- 230994). van de rechterhelft onderuit zakt, opgevan gen door een omgekeerd betonblok (in de vorm van de afdekblokken van de lisenen). Dan volgt er een partij met 2 verticale ramen, deze keer wel symmetrisch in tweeën ge deeld, gelegen in een teruggemetselde nis, waarachter het trappenhuis voorde 4 wo ningen. De linkergevel is beëindigd door een bakste nen topgevel, welke vanboven gedicht is door een houten vulstuk, waarover enkele pannen heenkragen. Helaas een niet voltooi de, maniëristisch beëindigde gevel, voorzien van betonnen schouder- en dekstukken. De rechtergevel laat eënzelfde indeling zien, echter één travee breder. Deze gevel is voor de afwisseling over de volle hoogte van lise nen voorzien, welke eindigen vóór de houten boeibord van de op de muur liggende goot, welke boven de erkers door een dakkapel doorbroken is. Het schilddak is met blauw grijze pannen gedekt. Ondanks de maniëristische tendensen in de gevel kan met genoegdoening worden vast gesteld dat deze beide baksteen gevels met raamopeningen zich qua materiaal, kleur, rit me, verticale indeling goed voegen in de straatwand. P. de Vrieze Op 23 maart jl. kwam een zestiental trapliefhebbers (Duitsers en Nederlanders) bijeen te Amsterdam, om onder de beproefde leiding van de Duitse trappenkundige prof. dr. ing. Friedrich Mielke interessante trappen uit de periode 1300-1900 volgens een speciale methode te bestuderen en op te meten. Het recept luidde: 3 's morgens, 3 's mid dags. Voor Amsterdam werkte als specia liste mee de charmante jonge kunsthistori ca drs. Ina Kruikemeijer, afgestudeerd op het thema 'Amsterdamse trappen tussen 1850 en nu', met het accent op de woning bouw. Ze had samen met de bekende Am sterdamse bouwhistoricus en architekt van het Gemeentelijk Bureau Monumenten zorg, Henk Zantkuyl, gezorgd voor een af wisselend trappenmenu: voor 'elck wat wils'. Met duimstok, maatband en pro- fieltaster zorgden de Duitse discipelen van prof. Mielke voor het fixeren van helling, balusters en leuningprofielen. Mielke is hoogleraar trappenkunde aan de Universiteit van Eichstatt (Beieren). De onderzoekingen staan ook ter beschikking voor de Rijksdienst voor de Monumenten zorg te Zeist, waar Ir. G. Berends al jaren studie maakt van spiltrappen. Veel trap pen uit de monumentale Amsterdamse grachtenhuizen (Herengracht, Keizers gracht, Amstel) dateren uit de zeventiende en achttiende eeuw. 'Bijzondere vermelding verdient de zeer decoratieve trap in het Museum van Loon, Keizersgracht 672, en het imposante exem plaar in het laat-achttiende-eeuwse ge bouw 'Felix Meritis', Keizersgracht 324 te Amsterdam. In Utrecht vonden de trappenstudies plaats onder leiding van de heren ir. Kyl- stra, drs. Kipp en drs. ing. Dirk Jan de Vries (Rijksdienst voor de Monumenten zorg). Hier oogstte de middeleeuwse trap van het stenen huis 'Oudaen' veel weten schappelijke waardering. De sfeervolle fi nale speelde zich af op 27 maart in Delft, waar de voorbereiding van de plaatselijke trappenstudie berustte bij de actieve le den van de SKR (Student Kontakt Restaura tie) aan de TU Delft (architektuur). De stu denten Marcel Vloemans, collega van Al phen, Pieter Paul Fumée en Leo terBeke (uit Hengelo, O.) kweten zich goed van hun Tholen - Bij Poortvliet op Tholen staan de gebouwen van het stoomgemaal 'Ooster- Schelde', dat in 1910 werd gebouwd. De machines en stoomketel zijn echter ver dwenen, nadat in 1932 het geheel vervan gen werd door een motorgemaal. Het stoomgemaal verkeerde al geruime tijd in bouwvallige toestand en stond bij het Waterschap Tholen op de nominatie om te worden afgebroken. Door tussen komst van 'Huis en Heem' kon sloop wor den voorkomen. Inmiddels zijn plannen ontwikkeld om het gemaal over te nemen en te restaureren. Met relatief eenvoudige middelen kan dit zeer karakteristieke en beeldbepalende gemaal in de oude staat worden teruggebracht. Dit is mogelijk wanneer het een bestemming als zomer huis annex botenloods kan verkrijgen. Het stoomgemaal 'Ooster-Schelde' werd in de Klaas van Steelandpolder onder aan de voet van de dijk opgericht, omdat de wa taak. Een topstuk in Delft was de prachtige gemetselde spiltrap uit 1470 in de Prince- hof, waar uiteraard ook de bekende trap werd opgemeten, waar Willem de Zwijger in 1584 door Balthasar Gerards werd ver moord. De statuten van de 'Gesellschaft für Treppenforschung' zijn inmiddels in het Nederlands vertaald, evenals de inschrijf formulieren. Hoewel er incidenteel wel iets aan de trappenstudie gedaan is, zijn er voor Nederland zeker nog kunsthistori sche lauweren te oogsten. Belangstellen den voor meer informatie kunnen zich schriftelijk of telefonisch aanmelden bij dr. Everhardjans, G.K. van Hogendorpstraat 7, 7604 AP Almelo, tel. 05490-13151 E.J. terlozing te wensen overliet. Met name het centrale weidegebied 'de Weihoek' kwam regelmatig onder water te staan. De capa citeit bedroeg 75 m3 per minuut, waarbij het water met een hevelcentrifugaalpomp vier meter hoog werd opgevoerd. Op het motorgebouw werd een gedenksteen aan gebracht met daarop de namen van de toenmalige bestuurderen van het water schap. Na de vervanging door een motorgemaal is alleen het bijbehorende woonhuis nog gebruikt, terwijl in 1953 op de schoorsteen een geleidelicht voor de scheepvaart is aangebracht. Het is te hopen, dat de ge meente Tholen (waar enkele jaren gele den ook het laatste 19e eeuwse schoolge bouw werd gesloopt) zijn medewerking zal willen verlenen aan het behoud van dit unieke monument van industriële archeo logie. Red. 22 Heemschut, mei 1987

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1987 | | pagina 22