222
waarvoor toch altijd een wat meer gerichte
interesse nodig is. Monumentenbezoek is
vrijblijvender. En wat te denken van de eco
nomische faktor, toch ook niet onbelangrijk
bij herstel van stads- en dorpsschoon? De
bestedingen in 1982 van de Nederlandse be
volking, samenhangend met het bezoek aan
monumenten en musea binnen Nederland,
werden door het NIRT geraamd op 446 mil
joen gulden. Daarbij opgeteld de beste
dingen van buitenlandse toeristen (537 mil
joen), gaat er jaarlijks in deze sector onge
veer een miljard gulden om.
De omgeving van Monumenten van de
Maand vaart er, zo mag je dus aannemen,
wel bij. Van de horeca tot en met de plaatse
lijke aannemer.
Terpstra: 'Zaak was om het idee in banen te
leiden. We gingen uit van eens per maand
een monument. Maar je krijgt de mensen
niet alleen voor een monument. Ze willen
iets beleven. Zo kwamen we op de culturele
en toeristische sector. Je moet ze nu eenmaal
uit hun luie stoel zien te krijgen. Bovendien
heb je dan een relatie met het toeristisch be
leid. Je maakt het werken aan monumenten
actiever en het creëert werkgelegenheid. Het
is het multiplier-effect waar zo hoog van
wordt opgegeven. Of je daarmee de monu
menten niet verpopulariseert en vercommer-
cialiseert? Ja, nou èn... Als je het ronduit
zegt is er niks aan de hand', vindt Rienk
Terpstra. De vergelijking met een trekker als
NCRV's Kerkepad ligt voor de hand.
PROVINCIE
Een werkgroep met vertegenwoordigers van
de provinciale bureaus cultuur en onderwijs,
recreatie en monumentenzorg, de Fryske
Kultuerried, de VVV Friesland en de Rabo
bank stelde voor Gedeputeerde Staten een
rapport op waarin het plan nader werd uitge
werkt. De conclusie was dat de provinciale
overheid door het initiatief Monument van
de Maand de waarde die zij hecht aan meer
aandacht voor de historisch gebouwde om
geving zou kunnen benadrukken. Bovendien
zou het aspecten van het provinciale beleid
op het gebied van monumenten, educatie,
cultuur, toerisme en recreatie kunnen onder
steunen.
Het provinciaal bestuur kon het daar alleen
maar mee eens zijn. Toen het groene licht
gegeven was, werd er een stichtingsbestuur
gevormd en een tweetal commissies. Voor
zitter is ir. J. J. de Waal Malefijt te Leeu
warden, in het dagelijks leven hoofddirec
teur van de Leeuwarder Dienst Stadsontwik
keling. Verder maken deel uit van het dage
lijks bestuur: drs. P. Hemminga (Fryske
Kultuerried), L. Spandaw (Rabobanken),
H. J. Zijlstra (bureau monumentenzorg ge
meente Leeuwarden), en Terpstra. In de
programma- en de redactiecommissie wer
ken o.a. vertegenwoordigers mee van de
provinciale VVV, de Federatie van Friese
Musea en Oudheidkamers, de Fryske Kultu
erried, de gemeente Leeuwarden en de pro
vincie Friesland.
t
Het stadhuis van Bolsward (1617), een voorbeeld
van Noordnederlandse Renaissancestijl, was in
mei het eerste Monument van de Maand.
SOFT-SPONSORING
Behalve een royale bijdrage van de provin
cie geniet de Stichting Monument van de
Maand twee jaar loonsubsidie van het Ge
westelijk Arbeids Bureau voor de beide me
dewerksters en intensieve ondersteuning van
de Friese Rabobanken. Naar buiten open
baart het laatste zich als 'soft-sponsoring'.
De banken voelen zich gezien hun coöpera
tieve karakter nauw betrokken bij de plaatse-
Houtzaagmolen De Jager (18e eeuw) in
Woudsend, met de korenmolen Het Lam
Monument van de Maand juni.
lijke en provinciale gemeenschap. Onder
steuning van een aantal typisch Friese spor
tieve (o.m. skütsjesilen) en culturele evene
menten past daar volledig in. Naast geld
steekt de bankinstelling ook - en dat lijkt
nog wel zo belangrijk - de nodige energie in
het meedenken binnen de stichting.
'De koppeling met het bedrijfsleven blijkt
goed mogelijk. We hebben duidelijke af
spraken, dat we niet tegelijk ook met andere
bedrijven in zee gaan. De co-sponsors
Monument van de Maand augustus was de kerk (11e eeuw) van Hogebeintum, gelegen op de hoogste
terp (8,80 NAP). (Foto's Fotodienst provincie Friesland/Winfried Walta).