Tijdschrift Heemschut
heeft redactiestatuut
Kamervragen over
station Echt
195
Tabel 3. Politieke voorkeuren de waardering voorde oude gebouwde omgeving
erg weinig
weinig
veel
erg veel
totaal
klein rechts
3,7
33,3
40,7
22,2
3,6
WD
8,7
42,0
42,7
6,7
20,2
CDA
7,6
32,3
47,5
12,6
26,7
D'66
4,8
33,3
47,6
14,3
5,7
PvdA
5,5
26,4
50,3
17,8
39,4
klein links
6,1
9,1
57,6
27,3
4,4
Totaal
6,6
31,0
47,8
14,6.
100,0
Tabel 4. De waardering voor de oude gebouwde omgeving per provincie (in
erg weinig
weinig
veel
erg veel
totaal
Groningen
5,4
18,9
59,5
16,2
3,9
Friesland
4,2
25,0
58,3
12,5
5,0
Drenthe
2,9
45,7
37,1
14,3,
3,6
Overijssel
6,9
44,8
29,3
19,0
6,0
Gelderland
2,9
37,7
45,7
13,8
14,4
Utrecht
4,0
20,0
60,0
16,0
5,2
Noord-Holland
6,7
26,1
50,7
16,4
13,9
Zuid-Holland
12,8
34,1
43,0
10,1
18,6
Zeeland
3,6
21,4
57,1
17,9
2,9
Noord-Brabant
6,2
33,7
45,5
14,6
18,5
Limburg
7,9
25,0
50,0
17,1.
7,9
Totaal
6,8
31,6
47,1
14,5
100,0
van de oude gebouwde omgeving dan men
sen met een voorkeur voor VVD en CDA.
Het behoud van de oude gebouwde omge
ving spreekt de mensen uit Groningen,
Utrecht, Noord-Holland, Zeeland en Lim
burg meer aan dan in de overige provincies.
De verschillen zijn overigens niet erg opval
lend.
De Nederlanders opteren, gezien hun be
langstelling voor de oude gebouwde omge
ving, ook voor een voortzetting van dit be
leid concluderen de onderzoekers tenslotte.
Dit beleid is momenteel onderhevig aan een
proces van decentralisatie. Er is een nieuwe
bestuurlijke organisatie in ontwikkeling
waarin het zwaartepunt van het monumen
tenbeleid wordt verlegd van het rijks- naar
het gemeentelijk niveau. Een groot aantal
gemeenten heeft inmiddels via de nu voorge
schreven meerjarenprogrammering kenbaar
gemaakt welke activiteiten men in de ko
mende jaren ten aanzien van monumenten
denkt te gaan ontplooien. De waardering die
de oude gebouwde omgeving bij de Neder
landse bevolking geniet, impliceert dat ge
meenten deze taak niet mogen onderschat
ten. Vooreen actief gemeentelijk monumen
tenbeleid is voldoende maatschappelijk
draagvlak aanwezig.
Het belang dat de Nederlandse bevolking
toekent aan de oude gebouwde omgeving
betekent ook een stimulans voor het werk
van de vele particuliere organisaties die in
Nederland actief zijn op het gebied van de
monumentenzorg. Zij kunnen met een gerust
hart hun inspanningen voortzetten!
Het tijdschrift Heemschut heeft sinds kort
een officieel redactiestatuut. Het Dagelijks
Bestuur heeft het op zijn vergadering van 1
oktober 1986 vastgesteld. De redactieformu
le wordt omschreven als 'het bevorderen van
de interne communicatie binnen de vereni
ging'-
Daarnaast zowel intern als extern: 'd.m.v.
informerende, opiniërende en signalerende
bijdragen interesse wekken voor de doelstel
ling van Heemschut'. Tenslotte beoogt het
blad de acties van de vereniging journalis
tiek te begeleiden.
De inhoud van het tijdschrift moet aansluiten
op het verenigingsbeleid. Omdat 'Heem
schut' een journalistiek medium is wordt het
echter geredigeerd door een zelfstandige re
dactie volgens de journalistieke beginselen
van hoor en wederhoor, betrouwbaarheid,
deskundigheid en (relatieve) onafhankelijk
heid. De redactie staat ten dienste van de
vereniging als geheel door te fungeren als
communicatiemedium en discussieforum.
De redactie kan dus zelf ook discussies enta
meren. Zij is via de redactieraad, die intus
sen ook van start is gegaan, verantwoording
verschuldigd aan het DB. Om de communi
catie met het DB te optimaliseren zit er na
mens het DB een bestuurslid in de redac
tieraad, die ook als voorzitter van de raad
optreedt.
Verder zijn lid van de raad de algemeen di
recteur van Heemschut, de eindredacteur
(tevens secretaris van de raad), en twee le
den van de vereniging met journalistieke, ar
chitectuur-historische of architectonische
deskundigheid. De directeur juridische en
ruimtelijke zaken en de redacteuren wonen
de vergaderingen van de raad bij.
Taak van de redactieraad is het bewaken van
de redactieformule en de redactionele (rela
tieve) onafhankelijkheid. Dit doet de raad
door achteraf inhoud en vorm van versche
nen nummers te evalueren en suggesties te
doen voor komende numers. Tevens waakt
hij over de financiële mogelijkheden van het
tijdschrift door aan het DB daarover te advi
seren. Eventuele aanwijzingen van het DB
aan de redactie lopen via de redactieraad. De
raad heeft t.a.v. de redactie een adviserende
taak. Alleen als de redactie op afzonderlijke
redactievergaderingen het onderling niet
eens kan worden neemt de raad een beslis
sing.
De redactieraad selecteert redacteuren en
draagt hen voor ter benoeming. Ontslag van
redacteuren vindt niet plaats dan na overleg
met redactie en redactieraad.
Als lid van de redactieraad zijn aangezocht
het DB-lid ir. W. Jansen als voorzitter, eind
redacteur drs. J. Kamerling als secretaris, de
heer P. Smit in zijn hoedanigheid als alge
meen directeur, H. Knijtijzer in zijn kwali
teit als architect en lid van Heemschut en
J. E. van der Wielen in zijn hoedanigheid
van journalist en lid van de vereniging.
Als adviseurs van de raad treden op drs.
J. P. J. van der Haagen, directeur juridische
en ruimtelijke zaken en de redacteuren drs.
A. M. ten Cate, R. Dinger en drs. E. Jans.
Het redactiestatuut als geheel is door elk lid
van Heemschut op te vragen.
J.K.
In de Tweede Kamer zijn vragen gesteld
over de plannen van de Nederlandse Spoor
wegen om het fraaie Waterstaatsstationnetje
van het Limburgse Echt te slopen. De Ka
merleden Oomen-Ruijten (CDA), De Pree
(PvdA) en Van Heemskerck Pillis-Duvekot
(VVD), samen een zeer ruime kamermeer
derheid vertegenwoordigend, vragen minis
ter Brinkman of hij de sloopplannen kent en
of hij bekend is met de culturele en histori
sche waarde ervan. Weet hij wel, zo vervol
gen ze, dat erdoor combinatie van het station
met een woon- of kantoorfunctie een zeer
bruikbaar gebouw ontstaat, dat ook financi
eel exploitabel is. Ze vragen de minister ten
slotte of hij mogelijkheden ziet sloop van het
station te voorkomen en of hij bereid is te
bemiddelen in de strijd voor behoud, zodat
het karakteristieke station niet verloren hoeft
te gaan.