194 door de linkse partijen gedurende de laatste jaren is gelegd op de stadsvernieuwing. Verder zijn er wat verschillen tussen de pro vincies. Het aantal mensen dat de oude ge bouwde omgeving (erg) waardeert, is in de provincies Groningen, Utrecht, Noord-Hol land, Zeeland en Limburg wat groter dan in de andere provincies. De verklaring kan ge zocht worden in het relatief grote monumen tenbestand van deze provincies, in de aan wezigheid van bewoners met een sterk histo risch besef en ook in de effecten van het overheidsbeleid ten aanzien van monumen ten in die provincies. Dit laatste aspect leidt ook tot de Conclusie dat het overheidsbeleid, zoals dat van de grond is gekomen na de Monumentenwet van 1961, niet voor niets is geweest. Wel licht dat de veranderingen die zijn opgetre den (denk aan de verschuiving van de aan dacht van het individuele monument naar de grotere ruimtelijke structuur, denk aan het verbinden van monumentenzorg met stads vernieuwing, denk aan de aandacht voor de jonge bouwkunst) ertoe hebben bijgedragen dat de aansluiting met het maatschappelijk draagvlak behouden is gebleven en zelfs groter is geworden. Een identiek onderzoek als dit werd door de onderzoekers ook in 1975 verricht waardoor de unieke mogelijkheid zich voordeed om na te gaan of het oordeel van de Nederlanders over deze onderwerpen na 10 jaar al dan niet is veranderd; 1975 was, zoals ingewijden zich herinneren, het Europees monumenten jaar. Monumenten en historische binnenste den kwamen in die periode steeds meer in de belangstelling te staan, monumentenzorg werd in een breder maatschappelijk perspec tief geplaatst. Men kan zeggen dat geduren de de afgelopen tien jaar op deze gebieden 'ontzettend veel' is gebeurd. Heeft dit gevol gen gehad voor de houding van de Nederlan ders ten aanzien van deze onderwerpen? In dit artikel wordt ingegaan op de belangrijk ste resultaten van het onderzoek. Het onderzoek is, zoals te doen gebruikelijk, gehouden onder een groep Nederlanders die als representatief kan gelden voor de gehele Nederlandse bevolking. Het in 1985 ge pleegde onderzoek is een replica van het on derzoek uit 1975. Daardoor is het mogelijk een niet onbelangrijke vraag te beantwoor den, namelijk: Is in een periode waarin grote inspanningen zijn geleverd op het gebied van de monumentenzorg en de stadsver nieuwing, de waardering van de Nederlan ders voor de oude gebouwde omgeving toe genomen? Om deze vraag te kunnen beantwoorden, werd aan de Nederlanders een aantal uitspra ken voorgelegd. Hierin werd een relatie ge legd tussen het plegen van stadsvernieuwing en het al dan niet behouden van monumen ten in dat proces. In die uitspraken kwam verder de waardering van oude bebouwing aan de orde kwam en werd tenslotte de oude stedelijke bebouwing tegenover de nieuwe stedelijke bebouwing geplaatst. Een en ander leverde de resultaten op als weergegeven in tabel 1 Tabel 1. Cijfers van 1975 en 1985 (in helemaal eens oneens helemaal oneens 1975 1985 1975 1985 1975 1985 1975 1985 Ik vind dat het behoud van 14,5 6,8 36,4 17,1 33,8 61,0 15,3 15,1 monumenten de stadsont wikkeling remt Ik vind het opknappen van 30,6 23,0 34,8 45,6 22,5 26,1 12,1 5,3 oude stadswijken beter dan het afbreken ervan Ik vind het gezelliger wo- 29,6 1 7,6 29,3 42,0 22,0 28,7 19,1 11,7 nen in een wijk met oudere woningen dan in een nieuwbouwwijk Ik vind het wonen in steden 35,0 18,5 36,2 44,9 17,1 28,2 11,7 8,4 met veel oude gebouwen fij ner dan het wonen in steden met veel nieuwe gebouwen Uit deze cijfers blijkt dat in 1975 ongeveer de helft, 50,9 procent van de Nederlanders vond dat het behoud van monumenten de ontwikkeling van de steden remt; in 1985 is dit percentage gedaald tot maar liefst 23,9. De voorkeur die Nederlanders hebben voor het opknappen van oude stadswijken is vrij wel gelijk gebleven, in 1975 is dat percenta ge 65,4 en in 1985 is het 68,6. Het aantal Nederlanders dat in 1985 zegt het wonen in een wijk met oude bebouwing als prettiger te ervaren dan het wonen in een nieuwbouw wijk is iets gestegen; in 1975 is dit percenta ge 58,9, in 1985 is het 59,6. Het wonen in steden met veel oude bebouwing wordt door meer dan de helft van de Nederlanders hoger gewaardeerd dan het wonen in steden met veel nieuwe gebouwen. Dit percentage is echter gedaald ten opzichte van 1975. Toen was het nog 71,2 procent, in 1985 is het 63,4 procent. In 1975 was de waarde die de Nederlanders aan het behoud van hun historische omge ving toekennen al relatief hoog te noemen, in 1985 blijkt deze waardering nog verder te zijn toegenomen. De hiervoor weergegeven uitspraken druk ken elk afzonderlijk bepaalde aspecten uit van de waardering die Nederlanders hebben voor de oude gebouwde omgeving. Wanneer deze uitspraken worden samengevoegd in een schaal, dan levert dat het volgende beeld op: 61 procent van de Nederlanders blijkt momenteel veel of erg veel waarde te hech ten aan het behoud van de oude gebouwde omgeving. (Dit percentage komt exact over een met de uitslag van een in opdracht van Heemschut verrichte enquête van Buro In terview, dit jaar gehouden. Daaruit bleek, dat 61% van de Nederlanders, tamelijk tot erg geïnteresseerd is in het behoud van ka rakteristieke oude gebouwen. Hetzelfde per centage dus bij een iets afgezwakte vraag stelling. JK) LEEFTIJD SPEELT GEEN ROL De vraag die zich vervolgens voordoet is: om wat voor Nederlanders gaat het die het behoud van de oude gebouwde omgeving zo belangrijk vinden? Persoonskenmerken zo als geslacht, leeftijd, inkomen, opleiding en beroep blijken bij deze waardering geen rol te spelen. Met andere woorden: het maakt niet uit of men man of vrouw is, of men jong of oud is, of men veel of weinig inkomen heeft, of men een lage of hoge opleiding heeft, of men een laag of hoog gewaardeerd beroep uitoefent. De Nederlanders verschil len in deze opzichten nauwelijks, 61% blijkt (erg) veel waarde te hechten aan de oude gebouwde omgeving. Er zijn in dit opzicht wel verschillen ten aan zien van de politieke voorkeur en de provin cie waarin men woont. Nederlanders met een politieke voorkeur voor de PvdA en klein links blijken meer positief te staan ten opzichte van het behoud Tabel 2. Waardering behoud oude gebouwde omgeving (in erg weinig weinig veel erg veel 6,7 31,4 46,7 14,3 Totaal 100,0

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1986 | | pagina 6