213 stichting van een nieuw paleis op Zorgvliet; het Alexanderveld, dat in het uitbreidings- plan-Berlage voor Raadhuisbouw was bestemd. AL IN 1918 PLAN-SPUI In 1918 verenigde de gemeenteraad zich echter met het plan-Spui. Een krediet werd toegestaan voor het maken van een voorlo pig bouwplan door K. P. C. de Bazel. On danks deze besluiten bleef er twijfel bestaan of het Alexanderveld wel de beste plaats was. Onder de twijfelaars waren er, die het afbranden van de Oranje-kazerne aan de Mauritskade (waar nu het Louis Couperus plein is) als een geschenk uit de hemel be schouwden. Met één stem meerderheid werd dit plan in de tweede helft van de jaren twintig verworpen. In 1927 besloot de gemeenteraad twee stu die-ontwerpen te laten maken door dr. Ber- lage en ir. J. Limburg tezamen, voor de bouw onderscheidenlijk aan het Spui en op de plaats van het 16e-eeuwse stadhuis: de Groenmarkt en omgeving. Toen deze plan nen waren uitgewerkt, besloot de gemeente raad tot stadhuisbouw ophet Alexander veld! Terug dus naar het oorspronkelijke plan-Berlage. En daar is tenslotte het stads kantoor in 1953 tot stand gekomen. Het was geen stadhuis, want het zgn. representatieve gedeelte werd voorlopig niet gebouwd. Sedert eenmaal tot het Alexanderveld was besloten, hebben wij alle opwinding over de totstandkoming in woord (gemeenteraad) en geschrift meegemaakt. Het plan-Alexanderveld was voor de ge meente financieel niet aantrekkelijk. Niet alleen kreeg de gemeente het grote exerci tieveld ter beschikking maar ook het terrein van de Alexanderkazeme met omgeving, alsmede het terrein van de Frederikskazeme aan de Frederiksstraat. Voor dit alles moest de gemeente ten hoogste drie miljoen gld. neerleggen, als bijdrage in de kosten van de bouw van een nieuw kazerne-complex aan de Van Alkemadelaan. LUTHMANN Toen eenmaal het besluit t.g.v. het Alexan derveld was gevallen, werden vijf architec ten uitgenodigd een ideeën-ontwerp te ma ken: W.M. Dudok, A.J. Kropholler, J. Luthmann, ir. D. Roosenburg en J. F. Staal. In 1934 werden de plannen ingediend en konden publiek en pers er hun mening over geven. Er was over geen der plannen algemeen enthousiasme. Om een lang ver haal kort te maken: uiteindelijk werd het ontwerp van Luthmann gekozen (1935). Al vorens dit besluit viel is er vaak op felle wijze discussie gevoerd, niet alleen over de kwaliteiten van de ontwerpen, maar ook over de kosten In het debat ging het o.m. vooral over de architectuur. De oppositie tegen het plan- Luthmann verwees naar de 'moderne' Kon. Academie voor beeldende kunsten Plan- tenga, en Buys/Lürsen), het Gemeentemu seum (n.b. van Berlage\) en de flat Nirwana aan de Benoordenhoutseweg (ir. J. Duiker). Zou een dergelijk debat nü worden gevoerd, dan waren de 'aanwinsten' door het Rijk gebouwd, zoals de departementen van Bin nenlandse Zaken en van Justitie ongetwij feld zwaar bekritiseerdL We zeiden het al terloops: het gebouw op het Alexanderveld is nooit het echte stad huis van Den Haag geworden, omdat het representatieve gedeelte met raadszaal, bur gerzaal, trouwkamers e.d. niet gebouwd is. Kort na 1945 was er niet alleen geen geld voor, maar in die tijd moest uiterst zuinig met bouwmateriaal en beschikbare bouw vakkers worden omgegaan. Het Luthmann- gebouw is louter stadskantoor gebleven; het zou nu - de gemeenteraad had daartoe on langs definitief besloten - met een nieuw stuk worden uitgebreid, omdat er ruimtege brek bestaat en verschillende gemeentelijke bureaus nog elders zijn gehuisvest. Voor die uitbreiding maakte architect Ellerman het ontwerp, dat de goedkeuring van de ge meenteraad verwierf. De eerste paal voor de uitbreiding van het dertig jaar oude stads kantoor zou nog dit jaar de grond in gaan! En daar komt de jeugdige wethouder Dui- vesteijn plotseling de knuppel in het hoen derhok gooien. Hij wil het stadskantoor - hardnekkig wordt ten onrechte vastgehou den aan 'stadhuis' - toch in het Spuikwar- tier bouwen. Daarmee zou de hele lijdens geschiedenis van meer dan veertig jaar wor den teruggedraaid. De heer Duivesteijn pro beert zo iets niet voor de eerste keer. Eerder besloot de gemeenteraad aan de Kon. Schouwburg (Korte Voorhout) een klein theater toe te voegen. De wethouder kreeg daarna ineens een oprisping; dat kleine thea ter moest - men raadt het al - ook in het Spuikwartier komen, recht tegenover de nu in aanbouw zijnde muziekzaal en de zaal voor het Ned. Danstheater. De ruimte daar voor is beschikbaar. Maar op het ogenblik is er geen ruimte voor een nieuw stadskantoor. Op de door de wethouder beoogde plaats daarvoor staan nu resp. een groot meubel magazijn (Kropholler) èn een fors kantoor gebouw. Daarnaast of daarachter ligt nog een stukje braak liggend terrein. Genoemde panden zouden dus moeten worden ge sloopt, jawel, evenals trouwens het stads kantoor van Luthmann op het Alexander veld (nauwelijks dertig jaar oud). HUIDIGE STADSKANTOOR SLECHT BEREIKBAAR Op dat Luthmann-gebouw moeten we overi gens nog even terugkomen. Het gebouw is niet zó best bereikbaar en bovendien ligt het naar de stadszijde gekeerd geheel verborgen achter.de gevel van de Javastraat. Indertijd was het de bedoeling die gevelwand te slo pen om zodoende vanuit de Alexanderstraat een stedebouwkundig fraai uitzicht te geven op het representatieve gedeelte van het stad huis. Een goed plan, maar de Monumenten wet stak er een stokje voor. Daarmee was het gebouw van Luthmann eigenlijk tot een kantorencomplex veroordeeld; het zou nim mer een echt stadhuis worden. We kunnen ons voorstellen dat het menige lezer langzamerhand begint te duizelen, waarbij dan nog grote ergernis kan worden gevoegd over de enorme geldverkwisting, die met het plan-Duivesteijn gepaard zal gaan. NIET ZÓ GEK Op zich zelf is het idee van de wethouder niet zó gek. Hij wil het stadhuis (stadskan toor) in het oude centrum van Den Haag. In de eerste helft van deze eeuw waren velen zoals opgemerkt, daarvoor geporteerd. Ber- lage had, zoals gezegd, het nieuwe stadhuis inderdaad in het Spuikwartier willen bou wen. Toen de discussie omstreeks 1930 goed op gang kwam waren wij - in een andere functie - daarvan ook groot voor stander. Het lijkt dus onlogisch om ons nü fel tegen het Spuiplan te keren. We menen evenwel een groot aantal argumenten te hebben om het plan-Duivesteijn volstrekt af te wijzen. In het kort vatten we die bezwa ren al samen. Stedebouwkundig èn planolo gisch is er voor een stadskantoor op de be oogde plaats niet voldoende ruimte. Het zou komen te liggen naast het nieuwe muziek- en danstheater. Er dreigt dan een monstrum te ontstaan; alle architectonische verhoudin gen zullen zoek zijn. Terzijde: als het stads kantoor op de beoogde plaats komt, is het muziektheater al lang gereed en zal dan ja ren lang de enorme overlast van het bouwen van het stadskantoor moeten ondergaan. Stedebouwkundig zou het ook een onding worden, want met uitzondering van het mu ziek-en danstheater zal er 's avonds op nieuw een dood stuk aan het stadscentrum worden toegevoegd. Men denke opnieuw aan de twee eerder door ons genoemde de partementsgebouwen, waaraan nog een der de zal worden toegevoegd. Al die dode ge bouwen in de avond zijn verre van aantrek kelijk. Dat heeft indertijd de regering (een van de eerste kabinetten na 1945) ook inge zien, toen zij het wederopbouwplan van Du- dok juist om die reden afwees. Dudok had immers ter plekke ruimte gereserveerd voor een nieuw parlementsgebouw! Wie dit alles overziet moet de heer Duivesteijn gelijk ge ven: hij opperde een 'in feite krankzinnig plan'. Daar komt nog bij, dat als het nieuwe stads kantoor aan het Spui-Kalvermarkt wordt ge bouwd, er een extra grote druk op de ver- keersbanen zou komen. En die druk zal nog groter worden omdat de wethouder naast het nieuwe stadskantoor ook nog het nieuwe gebouw voor de Centrale Bibliotheek (nu nog aan de Vondelstraat gelegen) wil bouwen. We zeiden het al: er is ter plekke onvol doende grond aanwezig voor deze bouw plannen en voor de nodige verkeersvoorzie- ningen en parkeerruimte juist als gevolg van die bouw. Er dreigen dan ook voor stads kantoor en centrale bibliotheek opnieuw een paar 'palen' te komen, die het stadscentrum verder geweld zullen aandoen. (Vervolg oppag. 217

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1986 | | pagina 25