Plan-Duivesteijn 'krankzinnig' 212 'In feite krankzinnig', zo heeft de heer A. Duivesteijn, wethouder voor ruimtelijke or dening en stadsvernieuwing van Den Haag zijn eigen plan genoemd om op het aller laatste ogenblik te willen afzien van de uit breiding van het 'stadhuis' aan het Burge meester de Monchyplein. De wethouder heeft daarmee waarschijnlijk ongewild duidelijk gemaakt dat zijn plan stedebouwkundig, planologisch, verkeers- J.E. VAN DER WIELEN technisch èn historisch heilloos zal blijken - als 't wordt uitgevoerd - voor de gehele Haagse binnenstad. Misschien vraagt men zich af, waarom we deze mening zijn toegedaan. Er is immers in dit geval geen sprake van een 'monument' dat in het geding is, of van een stadsgezicht dat beschermd is, of dat beschermd dient te worden. Wanneer we niettemin in deze ko lommen over het Duivesteijn-idee onze ge dachten willen weergeven dan is dat omdat Het oude Haagse stadhuis aan de Groenmarkt, het representatieve gedeelte van het huidige stadhuis. (Foto Sabel en Daniels). iet i! in jihmmtt lil, lil" s A er in dit geval meer dan ooit vooruitgezien dient te worden. Wat in deze tijd architecto nisch èn planologisch wordt gecreeërd kan over honderd jaar een monument en een stadsgezicht opleveren, dat voor bescher ming in aanmerking komt. HISTORIE Historisch heilloos noemden we het plan, omdat de heer Duivesteijn kennelijk de ge schiedenis van de totstandkoming van 'het stadhuis' aan het Burgemeester De Mon chyplein totaal niet kent. En die geschiede nis is van doorslaggevende betekenis voor alles wat er in de komende tijd over het plan -Duivesteijn zal worden gezegd en ge schreven. Om te beginnen. Het gebouw aan het Burg. De Monchyplein is geen stadhuis, maar een stadskantoor. En wat de heer Duivesteijn in het Spuikwartier denkt te realiseren, wordt ook geen stadhuis maar een administratief gebouw voor het gemeentelijk bestuursap paraat. Om deze stelling kan geen mens heen; er valt ook niet over te twisten, omdat het stadhuis van Den Haag aan de Groen markt staat en nog maar een luttel aantal jaren geléden zeer grondig en bekwaam is gerestaureerd. De vele miljoenen, die deze restauratie heeft gekost waren het alleszins waard. Het 'oude' stadhuis is een historisch juweeltje. Het dateert uit de jaren 1564-'65 en het werd in de eerste helft van de 18e eeuw met een flink stuk aan de zijde van de Grote Kerk uitgebreid. Wie de architect van het oorspronkelijk stadhuis is geweest, is niet bekend, maar, zegt men, de bouwmees ter heeft het in 1561 gereed gekomen stad huis van Antwerpen als voorbeeld geno men. Het werd het eerste stadhuis in Re- naissance-stijl in de Noordelijke Neder landen. In het begin van de 20e eeuw bleek dat oude, historische stadhuis veel te klein ge worden. Daarover waren de vroede vaderen het eens en omstreeks 1910 kwam de dis cussie goed op gang over de vraag hoe het probleem van de huisvesting van het ge meentebestuur op de beste manier kon wor den opgelost. Die discussie heeft schier ein deloos geduurd. Daarbij ging het vooral over de vraag of men het 'oude' stadhuis zou uitbreiden dan wel voor het gemeente bestuur elders in de (binnen)stad een ge schikt terrein zoeken. Oud-burgemeester De Monchy heeft in zijn boek 'Twee ambtske tens' een knappe samenvatting gegeven van de wordingsgeschiedenis van het gebouw, dat nu als stadhuis te boek staat, maar het nooit is geworden! We veroorloven ons de vroegere burgervader even te volgen. In 1910 kwamen B. en W. tot de overtuiging, dat aan de bouw van een nieuw stadhuis niet viel te ontgaan. Zij vonden de omgeving van het Spui daarvoor de aangewezen plaats en aan deze plek bleef men aanvanke lijk getrouw, hoewel inmiddels allerlei an dere plannen werden geopperd: hoek Java- straat-Zeestraat (nu ministerie van Sociale Zaken); bestemming van het Koninklijk pa leis aan het Noordeinde tot stadhuis met

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1986 | | pagina 24