'Altijd gaat de
telefoon wel voor
Heemschut'
204
Bij ir. L. A. L. Hamers thuis
RUTGER DINGER
Bijna twaalf jaar is ir. L. A. L. Hamers uit Bunde, bij Maastricht, lid vans Bunde, bij
Maastricht, lid van de Bond Heemschut. Een zeer gewaardeerd lid en dat is hij bepaald niet
alleen in het Limburgse, al was het wel de Provinciale Commissie Limburg van de Bond die
hem heeft voorgedragen voor de Ton Koot-penning, de onderscheiding van Heemschut die
in 1973 als eerste aan Ton Koot zelf werd uitgereikt.
'Toen ik er in 1975 bij kwam, had ik nog
nooit van Heemschut gehoord,' zegt de heer
Hamers. 'Ze wilden me hebben als technisch
adviseur. Ik was ook adviseur van de Kamer
van Koophandel op het gebied van wegen en
dergelijke, dus dat kon ik ook wel doen voor
een vereniging die cultuurmonumenten wil
beschermen.'
De heer Hamers had voordat hij bij Heem
schut begon niet gedacht dat er zoveel te
doen zou zijn. 'Er is altijd wel een uitbrei
dingsplan of een wegenplan dat de aandacht
vraagt. Ie kunt het er echt druk mee
hebben.'
ALLES BETON
Sinds 1969 is de heer Hamers gepensioneerd
directeur van de Provinciale Waterstaat van
Noord-Brabant. 'We maakten alles van be
ton. Brabant is nu een provincie met overal
betonwegen. Dank zij ons,' zegt de heer Ha
mers met gepast trots.
'Beton biedt namelijk vele voordelen boven
asfalt,' legt hij uit. 'Het hoeft niet te worden
vervangen of van een nieuwe laag te worden
voorzien. Beton is blijvend, als je het goed
aanlegt. Bovendien wordt het niet week in
de zon en sinds we hebben ontdekt hoe je de
platen zonder teerstrip tegen elkaar legt, ziet
niemand meer een bezwaar in betonwegen.'
De heer Hamers beseft wel dat het voor de
wegenbouwers misschien allemaal niet zo
leuk is, want er valt weinig meer te ver
nieuwen, maar 'het bespaart de provincies
wel veel geld en nu gaat het Rijk er ook toe
over betonwegen aan te leggen.'
De trots van ir. Hamers is begrijpelijk. Be
tonwegen zijn een beetje zijn stokpaardje,
maar hoe kan het ook anders, als het gelijk
kennelijk aan jouw kant ligt...
LANDMETEN IN DE WINTERKOU
Ir. Hamers studeerde in 1927 in Delft af als
civiel-ingenieur. 'Toen heb ik twee jaar on
der Schermerhom gewerkt. In de strenge
winter van '28-'29 hebben we de Maas ge
meten.'
Het was de tijd van de jonge Willem Scher-
merhorn, de civiel-ingenieur die twee jaar
eerder, in 1926, hoogleraar was geworden in
het landmeten, het waterpassen en de geode
sie en die in 1931 zou beginnen aan de lucht-
kartering van Nederland, na de Tweede We
reldoorlog in de politiek verzeilde en onder
meer minister-president werd van het eerste
naoorlogse kabinet.
Ir. Hamers had een andere carrière gekozen.
Landmeten was niet meer zo leuk, want hij
had zijn vrouw leren kennen en wilde niet
meer zoveel zwerven. Hij solliciteerde bij
Rijkswaterstaat in Zeeland, waar hij bleef tot
1938, toen hij naar Noord-Brabant vertrok,
naar Provinciale Waterstaat. Daarvan werd
hij in 1955 directeur.
TOCH WAT KALMER AAN
Toen ir. Hamers met pensioen ging, kreeg
hij het druk met allerlei advieszaken, onder
andere voor de Kamer van Koophandel in
Noord-Brabant. Maar zijn hart trok naar
Limburg, naar Maastricht, waar hij geboren
was. Nu heeft hij allerlei functies opgege
ven. Ook is hij niet meer de Technisch Advi
seur van de Provinciale Commissie Lim
burg. Dat werk heeft hij in 1983 overgedra
gen aan ir. K. J. C. Merks. Ir. Hamers werd
ere-adviseur. En hij heeft het er nog steeds
druk mee.
'Veel te druk soms,' zegt zijn vrouw, die net
als haar man een goede gezondheid geniet.
'Ik dacht dat we na zijn pensionering meer
tijd voor elkaar zouden krijgen, maar daar
komt niet veel van terecht. Altijd gaat de
telefoon wel voor Heemschut. Gisteren nog
belden ze zelfs weer van het landelijk bureau
in Amsterdam.'
Mevrouw Hamers zegt het niet als een
klacht, 'maar het zou best wat minder kun
nen,' oppert ze.
Haar man geeft daar maar geen antwoord
op. Hij kan het toch niet laten, weet hij ken
nelijk. Voorlopig blijft hij een gedreven
Heemschutter.
ir. L. A. L. Hamers (rechts) ontvangt de Ton Koot-penning uit handen van Heemschut-voorzitter
G. K. J. M. Hamm