Interieur Rietveld-
Schröder Huis
Gerestaureerd
metSÉ
163
Het Rietveld-Schröderhuis in Utrecht, gebouwd
in 1924, gezien van zuidoostelijke zijde.
vertrekken op de verdieping plaatsen, zodat
zij van hieruit over het omringende land
schap kon zien.
FLEXIBELE INDELING
Allereerst werden de plattegronden ontwor
pen. In alle woonruimten (voor mevrouw
Schröder, haar zoon en haar twee dochters)
op de verdieping moesten bedbanken ko
men, maar mevrouw Schröder vond het niet
practisch een bed onder een raam te plaat
sen. Dus waar bedden gedacht waren kon
den geen ramen komen. Bovendien moest
elke woonruimte een deur naar buiten heb
ben, naar een balkon. Naar de opvattingen
van Rietveld zou deze hele verdieping zon
der verdere tussenwanden als woon- èn
slaapruimte gebruikt kunnen worden. Me
vrouw Schröder dacht hier echter anders
over, zij wilde graag dat er zodanige voor
zieningen kwamen dat de ruimte als één
geheel èn onderverdeeld te gebruiken zou
zijn. Dit is op zeer inventieve wijze gereali
seerd in een stelsel van schuifbare schotten
waarmee elke gewenste indeling gemaakt
kon worden. In weggeschoven toestand,
achter kasten, was er één onverdeelde ruim
te. De bedoeling was niet om af en toe eens
een andere inrichting te maken, maar om
dagelijks de indeling van de ruimte enige
keren te veranderen naar de wisselende be
hoeften op de verschillende tijden van dag
en nacht. Dit systeem van verschuifbare
schotten bood niet alleen mogelijkheden,
maar legde ook beperkingen op. Het stelde
duidelijk eisen aan de wijze waarop het huis
zou worden ingericht en gebruikt. Mevrouw
Schröder voelde dit zeer zuiver aan en
bracht ook, misschien wel als enige, de dis
cipline op hiernaar te leven.
Nadat Rietveld met mevrouw Schröder de
indeling van het huis en de plaats van de
veelal vaste meubelen had bepaald, kon
Rietveld aan het werk met het exterieur. Hij
wilde niet dat een huis werd als een doos
met gaten. Hij wilde de scheiding van bin-
Het interieur van de verdieping, gezien naar het
noordoosten. De schotten zijn weggeschoven.
nen en buiten opheffen. Hiertoe gebruikte
hij onder andere veel glas op de hoeken.
OPENHEID
Het Rietveld-Schröder Huis is naast een rij
tje van al bestaande huizen gebouwd, tegen
de zijgevel van het laatste huis, gericht op
de ruimte van de polder, met ingang niet
aan de Prins Hendriklaan maar aan de zijde
hier haaks op.
De gevels die Rietveld ontwierp bestaan uit
elementen die staan tussen binnen en buiten
en niet alleen de binnenruimte maar ook de
buitenruimte vorm geven. In plaats van ge
vels die een binnenruimte afsluiten, werden
er elementen door Rietveld gebruikt die in
de ruimte staan. In dit huis is een totaal
nieuw ruimte-concept geconcretiseerd. De
traditionele gevelvlakken met gaten voor ra
men werden hier vervangen door open en
gesloten elementen. Door de tinten grijs en
wit te gebruiken wordt de openheid nog
meer versterkt. Stalen profielen zijn open
lijk in het interieur en exterieur verwerkt,
om aan te tonen dat constructie en schoon
heid geen tegenstellingen behoeven te zijn.
Kenmerkend voor het werk van Rietveld is
de niet door de constructie en door de struc
tuur bepaalde vorm. Elkaar kruisende delen
zijn zo geconstrueerd dat horizontale langs
verticale delen lopen en uitlopen in de om
ringende ruimte. Door de verschillende de
len een aparte kleur te geven, is de zelfstan
digheid van de delen extra versterkt. De
kleurvlakken in het exterieur en in het inte
rieur zijn niet puur uit compositorische
overwegingen bepaald, maar volgen de in
de architectuur voorkomende grenzen.
Het Rietveld-Schröder Huis was het eerste
complete architectonische werk van Riet
veld. Rietveld was namelijk opgeleid als
meubelmaker en dit was zijn eigenlijke be
roep. Tot 1924 had hij wel enkele opdrach
ten voor verbouwingen verzorgd. De am
bachtelijke achtergrond van Rietveld als
meubelmaker is kenmerkend voor zijn
werk, waarin hij altijd streefde naar een
heldere opbouw.
De waardering die Rietveld voor zijn huis
destijds kreeg kwam vreemd genoeg eerst