HET BODEMARCHIEF
De (officiële) geschreven stukken worden al
sinds duizenden jaren in geordende archie
ven bewaard. Heel wat minder geordend
bevinden de materiële overblijfselen zich in
de bodem. Deze verzameling sporen, con
structies en voorwerpen die zich in de loop
van de eeuwen op door mensen bewoonde
plaatsen heeft opgehoopt, wordt het
'bodemarchief' genoemd. In feite behoort
men ook de bovengrondse overgebleven
(resten van) gebouwen erbij te rekenen (foto
2). In dat geval zou men van een historisch-
/materieel archief kunnen spreken. Voor he't
bovengrondse deel van dat archief leze men
het artikel van A. F. E. Kipp in dit
nummer.
Het bodemarchief heeft een aantal eigen
schappen die zeer zorgvuldige behandeling
ervan nodig maken. De enige manier om
stukken van dit archief werkelijk te kunnen
'lezen', is door het doen van een opgraving.
Door het nauwkeurig vastleggen en inter
preteren van de verschijnselen die bij de
opgraving tevoorschijn komen, krijgt men
een voorstelling van de toestand, zoals die
ter plaatse in het verleden geweest moet
zijn. De menselijke waarneming is, on
danks alle zorgvuldigheid, toch een gebrek
kig instrument. Tijd- en geldgebrek maken
een opgraving vaak tot een haastklus. Bij
een onderzoek in geschreven bronnen kan
men vrijwel altijd terugkeren tot de origine
le stukken en de conclusies die door voor
gangers getrokken zijn nog eens rustig op
hun waarde toetsen. Na een opgraving daar
entegen blijft er een leeg gat (foto 2) in het
bodemarchief over: een opgraving kan niet
overgedaan worden. Herinterpretatie - bij
voorbeeld in het licht van nieuwe gegevens
of door het beschikbaar komen van nieuwe
technische hulpmiddelen - is alleen moge
lijk aan de hand van secundaire gegevens,
nl. de documentatie die tijdens de opgraving
gemaakt is en de vondsten die daarbij ge
daan zijn. Het is daarom van groot belang
niet alleen die documentatie, maar ook de
3. Opgravingen in de Dom te Utrecht. Op de voorgrond de fundamenten van een altaar uit de
romaanse Dom. Het aansluitend muurwerk is grotendeels vergraven door de aanleg van de
vieringspijlers van de huidige, gothische kerk. Het met puin opgevulde gat van de linker pijler is goed
zichtbaar. Tussen de koorpilaren is in in het geheel niets romaans overgebleven. (Foto: Gemeentelijke
Fotodienst Utrecht)
4. Graafmachines, heistellingen en bouwkranen rukken op, terwijl de restanten van het kasteel
Vredenburg en van het daaraan voorafgaande Johanniter klooster opgegraven en gedocumenteerd
worden. (Foto: Gemeentelijke Fotodienst Utrecht)
vondsten, zoals scherven, botten en andere
onaanzienlijke zaken, zorgvuldig te bewa
ren in depots voor bodemvondsten. De ont
wikkeling van de wetenschap staat niet stil
en vooral op natuurwetenschappelijk gebied
zal in de nabije toekomst veel te verwachten
zijn op het terrein van datering en van her-
komstbepalingen van opgegraven materiaal.
Het bodemarchief wordt van vele kanten
bedreigd. Over die bedreiging in de Neder
landse steden is enige jaren geleden een
rapport verschenen onder de titel 'Het
Bodemarchief Bedreigd'De situatie op het
platteland is echter nauwelijks beter: agrari
sche technieken (diepploegen), ruilverkave
lingen en grondwaterstandverlagingen doen
tientallen vierkante kilometers archief onge
zien verdwijnen.
HET BODEMARCHIEF VAN DE STAD
Oude steden zijn de grootste en meest inge
wikkelde historisch/archeologische com-