Cultuurhistorische
waarden van land-
schap verwaarloosd
mm m
vTf
129
Het Bolwerk te Zutphen na de restauratie. In dit Gelderse stadje vond de studiedag van de NCM
plaats.
De cultuurhistorische waarden in het land
schap worden bedreigd doordat zij onvol
doende aandacht krijgen.
Bouwkundige monumenten als kastelen en
molens worden over het algemeen niet over
het hoofd gezien. Anders is dat met archeo
logische en historisch-geografisch interes
sante objecten.
Er moet snel wat gebeuren wil niet veel
tastbare informatie over de vroegere bewo
ning van ons land en de ontwikkelingsge
schiedenis van het huidige landschap verlo
ren gaan.
Dat is de boodschap die door een tiental
inleiders op de Nationale Monumentenstu
diedag van de Stichting Nationale Contact
commissie Monumentenbescherming
(NCM) op 14 mei 1986 in Zutphen naar
voren werd gebracht.
De jaarlijkse studiedag van de Stichting
NCM was dit jaar gericht op de cultuurhis
torische waarden van het landschap. De
NCM is het contactorgaan van de particulie
re monumentenbescherming in ons land,
waarbij circa 280 particuliere organisaties
w.o. Heemschut zijn aangesloten. De NCM
is van mening dat zowel door de overheid
als door particuliere organisaties te weinig
wordt gedaan aan het behoud van cultuur
waarden in het landelijk gebied.
Prof. Louwe Kooymans uit Leiden bracht
naar voren dat een probleem bij het behoud
van archeologische waarden is dat deze
vaak onzichtbaar en 'ongenietbaar' zijn.
Deze onbekendheid maakt ze onbemind en
daardoor wordt er bij belangenafweging
dikwijls te weinig gewicht aan toegekend.
Bovendien is maar een fractie van onze bo
demarchief geïnventariseerd. Er zou bij
bouw- en infrastructurele en andere projec
ten een zogenaamde 1%-regeling moeten
komen waaruit archeologisch nood-onder-
zoek kan worden bekostigd. Met name in
landinrichtingsprojecten dreigen veel
archeologische waarden onherstelbaar ge
schaad te worden.
Ook historisch-geografische objecten en
structuren als dijken, wegen, kavelpatronen
en brinken worden dikwijls niet op hun juis
te historische waarden geschat. Het is niet
voor niets, dat een vereniging als Heem
schut, behalve, voor karakteristieke gebou
wen, zich óók voor de bescherming van die
elementen in stad, dorp en landschap inzet.
Prof. Borger van de Universiteit van Am
sterdam meent dat aan het opvullen van het
tekort aan informatie en educatie op dit punt
hoge prioriteit moet worden gegegeven. In
dat verband bepleit hij de oprichting van een
Nationaal Museum voor het Nederlandse
Landschap. Voorts moeten de historisch-
geografische waarden systematisch in kaart
gebracht worden; er zou een mogenlijkheid
voor wettelijke bescherming moeten komen
en de historisch geografische inbreng in ver
schillende adviesprocedures moet meer aan
bod komen.
De landelijke bouwkunst en de landelijke
nederzettingen kwamen op de studiedag ook
uitgebreid aan de orde.
De heer Veen van het Drents Landbouwge-
nootschap pleitte aan de hand van het Drent
se voorbeeld voor de oprichting van provin
ciale boerderijenstichtingen waarin land
bouwers en monumenten- en landschaps-
zorgers gezamenlijk karakteristieke boerde
rijen en hun erven in stand trachten te hou
den. De heer Dix van de provincie Gelder
land gaf de financiële mogelijkheden aan
die de Wet op de Stads- en Dorpsvernieu
wing biedt voor behoud van cultuurhistori
sche waarden in landelijke nederzettingen.
CULTUURBEHOUD EN
LEEFBAARHEID
De stedebouwkundige ir. R. Hajema hield
een interessant betoog over zorgvuldig
dorpsbeheer. Zijn probleemstelling: 'hoe
kunnen cultuurbehoud en leefbaarheid sa
mengaan'. Hajema zette zich af tegen 'his
torische Disneyland-maaksels als Orvelte en
Bourtange. Hier valt niet in te leven naar
zijn gevoel. Het zijn niet meer maar ook
niet minder dan prima voorbeelden van mu
seumnederzettingen
De stedebouwkundige onderscheidde vier
culturele revoluties, die de vormgeving van