ste deze tegen de zuidmuur. Zoon Willem beschilderde op 16-jarige leeftijd de muren van de serre met landschappen. Deze schil deringen zijn helaas verloren gegaan. Later, voor zijn vertrek naar Amerika in 1904, beschilderde hij het plafond van de salon. Na de dood van Vixseboxse sr. zette zoon Marinus het bedrijf voort, vanaf 1924 uit sluitend als architectenbureau. Tot 1960 bleef dit bureau in het Rectorshuis geves tigd. Marinus woonde er met vrouw en kind tot 1962, het jaar van zijn overlijden. De weduwe verhuisde nog hetzelfde jaar, waar mee de laatste bewoner het Rectorshuis verliet. Al vanaf 1942 huurden de gebroeders Si- mon, speelgoedfabrikanten, de zolderruim te boven de lokalen. Zij kochten in 1962 het complex van de weduwe voor 33.000 gul den. Het deed jaren dienst als opslagruimte van rommel. De buurt verpauperde steeds meer, vandalisme sloeg toe en het Rectors huis ging hoe langer hoe meer tekenen van verval tonen. STRAKS MUSEUM VOOR HEEMKUNDE In 1971 werd het complex opgenomen in het register van beschermde monumenten, de restauratie zou echter nog bijna 15 jaar op zich laten wachten. Deze zal komende zomer voltooid zijn, waarna het Museum voor Heemkunde op 21 maart 1987 de deu ren voor het publiek hoopt te ontsluiten. In het woonhuis zal de permanente collectie ondergebracht worden. De school vleugel is bestemd voor wisselende tentoonstellingen. De openingstentoonstelling, heel passend, zal gaan over het instituut Latijnsche School. DE RESTAURATIE De twee belangrijkste drijfveren tot de res tauratie zijn in feite twee leerlingen van de Christelijke M.T.S. en de Stichting Stads herstel Almelo geweest. Alvorens hiervan verslag te doen eerst iets over deze stich ting. De Stichting Stadsherstel Almelo (S.S.A.), een particulier initiatief, werd op 31 decem ber 1979 opgericht. De aanleiding was de op handen zijnde sloop van het zogenaamde Heijdapand, oorspronkelijk gelegen tegeno ver het Rectorshuis, op de hoek van de Prinsenstraat en Korte Prinsenstraat. De af braak heeft de S.S.A. niet tegen kunnen houden, maar wel heeft zij bewerkstelligd dat de 19e eeuwse gevel werd opgeslagen. Deze 'Heijdagevel' is inmiddels voor een pandje 'geplakt', dat nieuw werd gebouwd en aan de tuin van het Rectorshuis grenst. Omdat Almelo arm aan wettelijk geregi streerde monumenten is, legt de stichting zich dan ook intensief toe op het behoud van andere sfeer bepalende gebouwen en plek jes. In samenwerking met de Culturele Raad werd er een 'secundaire monumentenlijst' opgesteld en bij de gemeente is eindelijk een Beeldbepalende Verordening in de maak. Men ontwaakt langzamerhand. Maquette van het rectorshuis te Almelo. Het Rectorshuis is het tweede project van de S.S.A. In 1979 werd het pand voor een bedrag van 225.000 gulden door de ge meente aangekocht. Maar door de slechte financiële situatie werden de restauratiegel- den al gauw van de gemeentelijke begroting geschrapt. Het pand raakte steeds meer in verval De bal ging uiteindelijk aan het rollen toen twee eindexamen leerlingen van de Christe lijke MTS, Jacques van der Paaien en Gert Peeters, in 1982 meedongen in een interna tionale prijsvraag voor architecten en bouw kundigen. De opdracht was een waardevol architectonisch object te kiezen, waarvan de toekomst onzeker was en waar geen teke ningen van bestonden. Zij vonden in het Rectorshuis een project dat aan deze voor waarden voldeed. De leerlingen maakten bestek- en werktekeningen, een restauratie plan en een maquette. STADSHERSTEL De Stichting Stadsherstel nam de volgende stap. Zij stelde begin 1983 10.000 gulden beschikbaar voor provisorische herstelwerk zaamheden aan het dak, opdat de plafond schildering in de salon niet verloren zou gaan. De restauratiekosten waren geraamd op 400.000 gulden. De gemeente Almelo, intussen 'artikel-12 gemeente', bleef pogin gen doen een post op de begroting te creë ren. Subsidieaanvragen bij WVC werden afgewezen. Een bestemming was inmiddels gevonden in het Museum voor Heemkunde, dat het Rectorshuis na restauratie in gebruik zou krijgen. Eind 1983 kwam er eindelijk een post van 350.000 gulden op de begro ting, mits de Stichting Stadsherstel 100.000 gulden zou bijdragen in de kosten. Geld dat er niet was, maar dat er koste wat het kost zou komen. Het zou nog tot november 1984 duren voordat er daadwerkelijk met de werkzaamheden werd begonnen. Een van de redenen dat de restauratiekosten in ver houding laag uitvallen is, dat het werk uit gevoerd wordt door de SoWeCo (Sociale Werkvoorzieningschap Centraal Overijs sel). Dat houdt in dat het materiaal door de aanbesteder en de manuren door de Provin ciale Overheid betaald worden. Een norma le aanneemsom zou zeker het dubbele be dragen. Een andere reden is dat de Chr. MTS naast de tekeningen ook de houten serre leverde, een exacte copie van de oude die niet meer te herstellen was. De nieuwe serre werd in 1985 als een examenwerkstuk op school vervaardigd en later tegen de zuidgevel ge plaatst. Tenslotte zal de Wijkcommissie Zuidelijke Binnenstad in samenwerking met buurtbewoners de (kruiden)tuin aanleggen; ook zullen zij de directe omgeving van het pand in orde brengen. Kortom, de restauratie van het Rectorshuis is een goed voorbeeld van intensieve sa menwerking tussen diverse instanties en zou zonder bereidwilligheid van velen niet mo gelijk zijn geweest. Annemarie ten Cate Noot 1. voor een gedetailleerde geschiedschrijving ver wijs ik naar het boekje van S.L. Dronkers'het Rectorshuis en zijn bewoners': een uitgave van Stad en Ambt. Hengelo, 1984. Plattegrond van het vroegere rectorshuis uit 'Het rectorshuis en zijn bewoners'. Plattegrond Rectorshuis naar een tekening van A. Kulsdom. I aanvankelijk slaapkamer, later naaikamer van mevr. Anna Vixseboxse 2. 'mooie kamer'; deze werd weinig gebruikt. De plafondschildering is van Willem Vixseboxse 3 keuken met uitzicht op de tuin 4. vestibule 5. gang 6. opkamer; oorspronkelijk slaapkamer van dochter Meta 7. woonkamer 8. slaapkamer van zowel Bernardus en zijn vrouw, als van Marinus en zijn vrouw 9. oorspronkelijk 'Jongenskamer', er sliepen 4 jongere broers van Marinus; later werd hei archiefruimte 10. gang 11toilet 12. eerst in gebruik als kantoor; na het aan de kant doen van de aannemerij werd het tekenkamer IJ. (Latijnsche school gedeelte); timmerwerkplaats 14. zagerij 15. houtopslag 16. serre met een muurschildering van Willem Vixseboxse

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1986 | | pagina 23