beeld Amsterdam de stad uitbreidde met trieste woonwijken als De Pijp (sinds 1862), later gevolgd door de Kankerbuurt, de Staatsliedenbuurt en de Dapperbuurt. Mis schien heeft zij wel gedacht dat het ook anders kon, zeker als het toch eerzaam le vende arbeidersgezinnen betreft. Wie zal het zeggen? EEN HEUSE VILLAWIJK Op 18 juni 1895, ruim negen jaar na het overlijden van Margaretha Snouck van Loosen, kon pas worden begonnen met de bouw van de vijftig 'arbeiderswoningen' in Enkhuizen. Voor 310.000,- werden de vijftig woningen plus de behuizing van de opzichter neergezet. Architect prof. C. B. Posthumus Meyes situeerde de 51 woningen in een parkachtige omgeving, aangekleed met een rustieke vijver en een schitterende gemeenschappelijke tuin. Het geheel be slaat ruim 2 hectare grond. Posthumus Mey es bouwde zijn woonpark volgens principes die in die jaren waren overgewaaid uit En geland, waar het idee tuinstad opgeld ging doen: ruime woningen langs brede straten temidden van veel groen. Hij ontwierp zes typen woningen met veel variatiemogelijk heden: vrijstaande woningen, woningen van twee onder één kap, vier onder één kap rug aan rug in twee typen en ook nog rijtjeshui zen in twee typen. Elk blokje woningen omgaf hij met veel groen en paden, zodat de bewoners geen last van elkaar konden heb ben. Leuke doorkijkjes ontstonden met na me door de aanleg van de vijver. Posthumus Meyes enthousiasmeerde de tuinarchitect Hans Copijn, die naam had gemaakt met de aanleg van het park rond Kasteel De Haar in Haarzuilens. Architect P. J. H. Cuypers had de bouwval herschapen in een pronk stuk en Copijn had er een schitterende park tuin aangelegd. FINANCIËLE PERIKELEN De woningen deden aanvankelijk enkele kwartjes per maand, later 125,-, maar het Snouck van Loosenfonds kon de bezittingen steeds moeilijker beheren. Ziekenhuis en kerkje gingen in het begin van de jaren zeventig in andere handen over, maar wilde het fonds de Snouck van Loosenstichting, het gebouw waar de bejaarde dames woon den, blijvend kunnen beheren en de pensi oenrechten van de oud-personeelsleden vei ligstellen, dan moest het park worden afge stoten. De bewoners van het woonpark kre gen het aanbod hun huis te kopen. Sommi gen voelden daar wel voor, maar de ge meente Enkhuizen in het geheel niet. Die wilde de vijftig betaalbare woningen in het centrum van de stad niet kwijt en kwam met een tegenvoorstel, dat erop neerkwam dat het fonds de gemeente twee ton zou betalen en dan verder niet meer aansprakelijk zou zijn voor beheer en onderhoud van de wo ningen. Het touwtrekken om een echt serieuze over dracht aan de gemeente begon toen pas goed. Vijfjaar is er strijd geleverd. Steeds duidelijker werd het dat een grondige op knapbeurt dringend nodig werd. Gemeente, BStSÉÊSMSSSttÊÊSSSSSMBBSBB Gerenoveerde dakkappel. bewoners, rijksoverheid en monumenten zorg delibereerden over de kosten van de renovatie, want vaststond dat alles betaal baar moest blijven. De bewoners vreesden na een renovatie een veel te hoge huur te moeten betalen; anderen hadden erop gere kend hun huis te kunnen kopen en eisten een vergoeding voor alles wat zijzelf hadden opgeknapt. Van de bewoners was een kwart boven de 65 jaar en die mensen voelden niets meer voor een renovatie. Zij hoefden geen centrale verwarming, geen geïsoleerde woning. Kranteberichten uit die dagen ma ken melding van de onrust. In september 1977 kocht de gemeente Enk huizen het woonpark voor 3 miljoen gulden, waarvan 2 miljoen voor de woningen. Staatssecretaris Jan Schaefer wilde die toe stemming geven omdat ook het Rijk vond dat renovatie broodnodig was. Het Rijk kwam wel met de voorwaarde dat nu ook het hele park moest worden gerenoveerd in samenspraak met de bewoners. Het werd 1981 voordat de plannen goedkeu ring van het Rijk kregen. Het ministerie van WVC ging aanvankelijk uit van een bijdra ge van 84.000,- per woning aan renova- tiekosten, hetgeen zou neerkomen op een huurverhoging van 350,- per maand. De bewoners protesteerden heftig. Niet veel la ter bleek zelfs 138.000,- per woning no dig, maar WVC kwam tevens met het voor stel dat een huurverhoging moest worden gebaseerd op 2,5% van de verbeteringskos- ten, ongeacht hoeveel er voor renovatie moest worden neergeteld. Er kwamen nog nadere voorstellen van het Rijk, namelijk om de eerste 30.000,- per woning na re novatie buiten de huurvaststelling te hou den. Ten slotte viel de beslissing: de ge meente mocht als eigenaar van de woningen slechts over 80.000,- van de renovatie- kosten per woning een huurverhoging bere kenen. Dit akkoord leidde tot het besluit van het Rijk een bijdrage ineens van 4.125.000,- te verstrekken, waardoor de huren kwamen te liggen tussen 305,- en 350,- per maand en er een vergoeding werd gegeven voor de vernieuwingen die de bewoners zelf hadden aangebracht. Volgens al deze berekeningen werden de stichtingskosten voor de gehele renovatie van het Snouck van Loosenpark ruim 7 miljoen. De huurverhoging kwam toch nog uit op zo'n 150% en steeg van gemiddeld 126,48 naar gemiddeld 316,42, een be drag waarvoor de bewoners wel een goede woning in moderne staat kregen. De uitvoering van de renovatie werd opge dragen aan Aannemingsmaatschappij Konst Van Polen b.v. in Westwoud, die dit sociale woningbouwproject aannam voor ruim 5,2 miljoen. De planvorming en de procesbegeleiding lag in handen van N.V. Bouwfonds Stadsvernieuwing en Bijzonde re Huisvesting te Hoevelaken. DE GROTE OPKNAPBEURT In goede samenspraak tussen alle betrokke nen werd met de renovatie begonnen op 17 januari 1983 en staatssecretaris Brockx kon op 20 november 1984 het hele renovatiepro ject aan de gemeente Enkhuizen over dragen. Konst Van Polen hebben de woningen vakbekwaam in oude stijl hersteld. Soms moesten ook funderingen worden ver nieuwd. Alle woningen kregen een nieuwe berging in de tuin. Overal werd centrale verwarming aangelegd, werd een nieuwe keuken geïnstalleerd, is raamisolatie aange bracht en kwam er een douchecel en een toilet volgens de huidige normen van woon genot. Bedsteden werden waar nodig uitge broken en de slaapverdieping kreeg een nieuwe indeling. De bewerkte deuren zijn in de oude staat hersteld. Marmeren schoor steenmantels zijn in goede staat gebracht, waar de bewoners geen afbraak daarvan wensten. De dakpannen moesten speciaal voor dit project in produktie worden genomen. Wie nu door het park wandelt, kan zich vergapen aan de ambachtelijke klus die de aannemer heeft verricht. Opmerkelijk zijn de beeldbepalende renaissance-achtige dak kapellen en de schoorstenen, die de wonin gen een rijk aanzien geven. De plantsoenendienst van de gemeente heeft zoveel mogelijk de oude bomen weten te bewaren. Soms was dat een moeilijk kar wei, zeker waar rioleringen moesten wor den vernieuwd, maar toch is tachtig procent van de oorspronkelijke beplanting in tact gebleven. Het Snouck van Loosenpark ligt er nu weer prachtig bij. De bewoners die wij spraken waren vol lof over hun vemieuwe behui zing, vooral met in de herinnering de twee strenge winters - die winters met Elfsteden tochten - die door de isolatie en goede ver warming beter waren door te komen dan anders mogelijk zou zijn geweest. Dat er niet bij het huis mag worden gepar keerd, wordt wel als hinderlijk ervaren, te meer omdat buiten het park een gering aan tal vaste parkeerplaatsen aanwezig is. Maar de binnenstad van Enkhuizen is voor ieder een een probleem als het parkeren betreft. Vandaar dat de bezoeker er beter aan doet de trein te nemen, die zijn eindpunt heeft vlak bij de haven en pal naast het Snouck van Loosenpark. Rutger Dinger

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1986 | | pagina 24