IIIR ■III c p iijm Sim, (jMi* Nog niet opgeknapte, verwaarloosde Staphorster boerderijgevel met jaarankers 1822. Wolfdak van riet. (foto: Het Oversticht) Grasland met rundveehouderij is de belang rijkste bestaansbron in Staphorst-Rouveen De grootste oppervlakte bouwland werd in grasland omgezet. De boerderijen in het streekdorp Staphorst- Rouveen behoren tot het staldeeltype (halle- huisgroep). Dit houdt o.m. in, dat de con structieve kern een ankerbalk gebint is, waarop een sporenkap rust. De buitenstijl- ruimten (onder de knik van het dak) worden gevormd door de zijbeuken met lage zij muurtjes. In plaats van de gebruikelijke dorsdeel in de middenbeuk bevindt zich in het midden een stal in de dwarsas, vanouds uitgevoerd als uitgediepte potstal. Een onderzoek uit 1961 leert, dat 8% van de boerderijen in het tweelingdorp nog voor 1850 ontstond, 574 exemplaren of 54% da teren uit de periode 1850 - 1914, terwijl 261 stuks uit de jaren tussen 1915 en 1940 dagtekenen. In 1961 waren er na 1940, 154 nieuwe boerderijen gebouwd, oftewel 14%. Totaal gaat het om 1070 hoeven. WELSTANDSTOEZICHT Het welstandstoezicht, in dit geval de archi- tekten van 'Het Oversticht' te Zwolle had den al lang bemoeienis met de handhaving van het streekeigen karakter van dit volks cultuur- 'reservaat'. De naam van Dick Reeskamp mag in dat verband met ere genoemd worden. Maar ook zijn collega's doen hun best, om op tactische wijze bouwen en wonen van de dorpsbevolking in goede banen te leiden. Men werkt met plaatselijke vertrouwens mensen. De belangrijkste van hen is de bouwkundig hoofdambtenaar van de gemeente Stap horst, de geboren Drent A. Muller. Hij spreekt ook de streektaal met zijn cliënten, wat een goed contact met 'Mullertien' (zo als hij aan het loket werd aangesproken, toen ik met hem praatte) garandeert. Bouw kundige Muller heeft een krans vérdiend voor zijn jarenlange inzet voor de landelijke bouwkunst van Staphorst-Rouveen. De kiem voor deze belangstelling werd gelegd tijdens de restauratie van de museumboer derij van Rouveen (Zuidwest-Drente), waar Muller in contact kwam - omstreeks 1960 - met de kenner van de Oostnederlandse lan delijke bouwkunst: architekt Jan Jans (1893-1963). In 1982 kwamen in Staphorst-Rouveen 85 boerderijrestauraties gereed, in 1983 95 stuks, in 1984 101 of 102, terwijl in 1985 87 monumentale boerderijen en 87 beeldbe palende panden een goede beurt kregen. Bij een gemiddelde aanvraag van om en nabij een restauratiebedrag van 10.000,- stak de overheid tussen 1981 en 1986 een mil joen per jaar in de instandhouding van het unieke dorpsgezicht van Staphorst-Rou veen. SLECHTS 40 PROCENT SUBSIDIE Tot nu toe werd 75% gesubsidieerd door Rijk, provincie en gemeente- de zogenaam de landelijke bouwkunstregeling, maar sinds kort loopt de financiering via de nieu we Stichting Nationaal Restauratie fonds. In dat kader wordt slechts 40% subsidie gege ven, tot een bedrag van maximaal 25.000,-, waarbij alleen voor boerderijen met rieten daken ondersteuning verleend wordt. Dat er veel haken en ogen aan deze regeling zitten, is duidelijk: de gebouwen dienen ook nog uitsluitend en agrarische functie te bezitten - wat gebeurt er met door 'burgers' bewoonde of verbouwde hoeven? Daar komt nog bij, dat de provinciale subsi dieregeling nu niet meer afgestemd is op de rijksregeling, zodat de duidelijkheid ver te zoeken is. Voor 30% van de aannemings som moet een goedkope lening worden aan gevraagd. Dit alles waarschijnlijk in het ka der van bezuinigingen en terugspelen op de lagere overheden. Een teken des tijds! De beste wijze van werken voor bouwkun dige Muller is natuurlijk, dat hij spoedig het contante restauratiebedrag in uitzicht kan stellen. Een tocht met hem langs de 'Diek' (hoofdstraat) in Staphorst-Rouveen leert, hoe fraai het effekt van de laatste vijf jaar inmiddels al is. Een van de beste voegers van het tweelingdorp, Meppelink, is nèt be zig een keurige knipvoeg aan te brengen aan het baksteenfront (met vlechtingen) van een laatnegentiende-eeuwse boerderij Goede voorbeelden van een opgeknapt 'ge velgezicht' met nieuwe voegen, betere roe- denverdelingen van de houten schuiframen en natuurlijk de juiste kleuren zijn de boer derijen Rijksweg 118 en 164. De houten schoorstenen dienen van goed hout, en niet van triplex gemaakt te worden. Als het rie ten dak dan bovendien nog wordt vernieuwd

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1986 | | pagina 14