1 85 van het uiterlijk aanzien van het voormalig Duitse Huis binnen Utrecht.' (1) LATERE TIJD De bloei die de orde in de 14e eeuw gekend had, ging aanvankelijk nog door tot in de 15° eeuw. Dit leidde bij het Utrechtse Duit se Huis in laatstgenoemde eeuw dan ook nog tot enige bouwactiviteit. Zo lijkt de nog bestaande zijruimte bij de voormalige kerk (de zogenaamde Mariakapel) in het eerste kwart van deze eeuw te zijn gebouwd. De kapel, die een kruis-ribgewelf met een ge beeldhouwde sluitsteen bezit, heeft moge lijk in de tijd dat deze nog aan de zuidzijde tegen de kerk aanstond, gefunctioneerd als sacristie. De kapel was niet geheel open naar de kerk toe; slechts door middel van een deur was de kerk bereikbaar. Na het instorten van de kerk als gevolg van de orkaan, die in 1674 in Utrecht veel scha de aanrichtte, zal de Mariakapel, die ge spaard bleef, wel als godsruimte gediend hebben. Het is één van de best bewaarde en bewonderenswaardigste gedeelten van het Duitse Huis. Het is dan ook verheugend dat in 1984 op initiatief van de luchtmachtpre dikant die aan het hospitaal verbonden is en met vaak belangeloze medewerking van verschillende instanties en particulieren de ze ruimte gerestaureerd en in oude luister hersteld kon worden. De kapel is nu weer als godsruimte in gebruik. Bij de recente restauratie kreeg de unieke smeedijzeren deur, die bijna voorgoed uit het zicht ver dwenen was geweest een nieuwe plaats in de zuidmuur van de kapel. Deze deur, die uit de 14c eeuw dateren moet, heeft destijds wellicht gediend als afsluiting van de ar chiefruimte van de landcommanderij Op dit moment prijkt de deur als één van de oudste objecten op een tentoonstelling over oud sluitwerk in museum 'Het Prinsenhof' te Delft. In de loop van de 15° en in de daarop vol gende eeuwen werd de financiële situatie van de Ridderlijke Duitse Orde slechter en krompen de bezittingen danig in omvang in. Sinds het midden van de 16c eeuw ging de Utrechtse balije haar eigen weg, los van de grote orde. Door de Reformatie was een verandering in het karakter opgetreden. De Utrechtse historicus mr. S. Muller Fz. be schreef het eens zo: 'De Duitsche orde, die reeds sinds een paar eeuwen haar hoofddoel verloren had, miste sedert de Hervorming nog bovendien alle kenmerken eener geeste lijke orde: de samenwoning in het klooster werd opgeheven, armoede en celibaat wer den niet meer van de ridders geëischt en van de onbeperkte gehoorzaamheid aan de supe rieuren kwam natuurlijk niet veel. Aan zie kenverpleging werd minder dan ooit ge dacht. De Duitsche orde handhaafde zich, maar ten koste niet alleen van alles wat haar 1) Breijer, C. H. Excerpten uit de oude reke ningen der Ridderlijke Duitsche Orde, Balije van Utrecht, vóór de kerkhervorming, Utrecht, 1895, pp. 1-2. 2) Muller Fz., mr. S., De Duitsche Orde, Balije van Utrecht, in: Eigen Haard, 1879, pp. 491-492. bestaan rechtvaardigde, van al wat er goeds en edels in de bedoeling harer stichters gele gen had, maar ook ten koste van zich zelve. Immers er bleef slechts eene orde zonder regel, - een klooster, dat niet meer als klooster diende, - ridders, die geene heide nen bevochten en geene christenen ver pleegden, - kloosterlingen, die gehuwd en over het geheele land verspreid waren. Ja, zoo sterk was het contrast met vroeger, dat het eenige, wat de leden der orde, die ar moede als eene harer hoofddeugden noem de, voortaan van andere adelijke stervelin gen, onderscheidde, bestond in het genot van rijke inkomsten, door vrome voorva ders voor weldadige en religieuse doelein den geschonken.' (2) In samenhang hiermee bleef, als voorheen, het Duitse Huis tot in de 18e eeuw een bekende verblijfplaats voor verschillende belangrijke, Utrecht bezoekende vorsten en edelen. Het was 'om zijne ruimte zeer be kwaam'. Blijkens rekeningen, zoals die van het bezoek van Karei V en de landvoogdes Maria van Hongarije aan Utrecht in 1545 werd het huis dan in allerijl opgeknapt, ver fraaid en aangepast aan de eisen van het bezoek. De bouwactiviteiten vanaf de 15C tot en met de 18c eeuw waren over het geheel genomen beperkt. Er vonden wat aanpassingen aan mode en gebruik plaats. Zo kreeg in het begin van de 17° eeuw de muur die de scheiding vormt tussen de Springweg en de voorste binnenplaats een nieuwe toegangspoort. Vreemd genoeg staat deze poort op dit moment in de tuin van het Rijksmuseum te Amsterdam. De provinciale commissie van Heemschut gaat zich er-voor inzetten deze poort weer terug in Utrecht te krijgen. Misschien ten gevolge van een heersende mode vond in de eerste helft van de 18e eeuw, maar mogelijk wat vroeger een in grijpende verbouwing plaats. Toen werd na melijk de hoge, oude trapgevel van het gro te bouwblok aan de voorste binnenplaats vervangen door een lijstgevel. Deze situatie kennen wij heden ten dage nog steeds. Een typisch 18c eeuws element is wel de uitspringende 'koepel' recht tegenover de Haverstraat, waarmee het aanzicht van de Springweg in 1763 verfraaid werd. MILITAIR HOSPITAAL In de 19e eeuw brak voor het huis een nieuw tijdperk aan. Koning Lodewijk Napoleon vorderde in 1807 het 'Hotel der orde'. Na ongeveer 450 jaar werd de Duitse orde ge dwongen het huis te verlaten. Een nog in grijpender beslissing volgde enkele jaren daarna. Keizer Napoleon hief in 1811 de orde in haar geheel op. Vier jaar later echter werd de Nederlandse tak van de orde, als enige van dergelijke instellingen weer her steld en kreeg zelfs de goederen, voorzover nog aanwezig terug. Als gevolg hiervan is zij in staat geweest haar geschiedenis tot op de huidige dag voort te zetten. Als vanouds is zij gebleven een adelsorde, gericht op het plegen van weldadigheid en op de bevorde ring van de christelijke godsdienst. Ook zo als vroeger heeft zij te Utrecht haar onder komen, zij het niet meer aan de Springweg. In 1811 namelijk werd het Springwegcom plex definitief tot militair hospitaal be stemd. In de bestaande zalen was ruimte voor ca. 300 bedden, terwijl men door de oprichting van nieuwe zalen het aantal ge makkelijk op 750 dacht te kunnen brengen. Bestemd voor de verpleging van zieke mili tairen, ging het Duitse Huis op een verras sende wijze beantwoorden aan de oorspron kelijke doelstelling van de ridderorde, die het huis stichtte. In 1822 werden de hospitalen van onderwijs te Leiden en te Leuven opgeheven. Als ge volg daarvan werd in hun plaats één Rijks kweekschool voor militair geneeskundigen aan het hospitaal te Utrecht verbonden, wat in de loop van de jaren belangrijke bouwac tiviteiten met zich mee bracht. Met gunstig Het Duitse Huis; het monumentale 'beddengebouw' aan het Geertebolwerk. Het gebouw kwam in twee fasen tussen 1823 en 1831 tot stand en bood plaats aan ca. 400 zieken.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1986 | | pagina 11