Boek Nieuwe vereniging voor behoud oude klokken 75 POËZIE ALS GELEIDE 'Kunstig landschap' noemde de emeritus hoogleraar prof. dr. C. W. Mönnich, die 35 jaar geschiedenis van het Christendom do ceerde aan de Universiteit van Amsterdam een boek, gewijd aan het Nederlandse land schap. De tekst omvaamt de talrijke foto's - waarvan een deel in kleur - van zijn zoon, Con Mönnich. Als geleide door de Nederlandse landouwen dienden de auteur/dichters van heden en verleden: gedichten van Vondel en van Sta ring, van Marsman en GotterMaar Mön nich gebruikt ook citaten van Franse, Duitse en Engelse dichters en hij waagt het een sonnet van Joachim du Bellay aan te passen aan Nederlandse omstandigheden: Voor de latijnse Tiber kies ik de Oude Rijn, het klimduin is mij liever dan de Palatijn, en zeelucht? Beter is de kruidgeur van mijn wei'en. Met het woord vaderlandsliefde heeft Mön nich enige moeite en om dat aan te tonen citeert hij het gedicht dat Jacob van Lennep wijdde aan Van Speijk. Zo dwaalt de auteur nog wel eens af van het eigenlijke land- schap. Bij de zijpaden behoort ook het do mein van de kernenergie. De zeer belezen schrijver behandelt ook de bedreiging van het landschap. Maar, zegt hij, de kunstenaar kan zijn omgeving herscheppen tot een een heid van hemzelf en de natuur. Mönnich verdeelde de tekst over de hoofd stukken nooddruft, welvaart, genoegen, stad en park, stad en land, de hemel. Hij besluit met een treffend gedicht van Willem de Mérode over het Groninger Hogeland: Stil - uit een dorp galmt klaar Gods eeuwge vrede t verweerde luien van vervallen kerk. Kunstig Landschap, uitgeverij Terra, ISBN 90-6255-254-4; gebonden; prijs 49. J.T.B. De Nederlander Christiaan Huygens bracht in 1657 met zijn vinding van de slinger een zodanige verbetering aan het uurwerk aan dat dit bruikbaar werd voor nauwkeurige tijdmeting en daardoor ook voor velerlei wetenschappelijk onderzoek. Sindsdien heeft de klok in Nederland een bijzondere ontwikkeling doorgemaakt. In de zeventien de en achttiende eeuw waren het vooral de Amsterdamse meesters die voor de grach tenhuizen van hun rijke opdrachtgevers gro te, soms gecompliceerde staande horloges vervaardigden. Later kwam de klokkenma- kerij in Friesland tot bloei met als resultaat eerst de stoel- en vervolgens de staatsklok. Vooral deze laatste is hét vaste punt in de inrichting van het 19e eeuwse binnenhuis. Ons land telt enkele musea die uitsluitend aan oude klokken zijn gewijd. Rond een daarvan heeft zich nu een vereniging ge vormd die zich mede ten doel stelt het be houd van deze stukken, typisch onderdeel van ons culturele erfgoed. Deze 'Vereniging van Vrienden van het Klokkenmuseum Schoonhoven' staat open voor ieder die het behoud van oude uurwer ken een warm hart toedraagt. Het lidmaat schap kost slechts 25,-. Men kan zich aanmelden bij de secretaris: mr. dr. J. M. A. Waaijer, Abraham van der Hulstlaan 20, 2121 XM Bennebroek Landhuis in Baarn, onderkomen van het Apostolisch Genootschap

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1986 | | pagina 39