VOCHTPLEKKEN In sommige kerken bevinden jaren geleden gerestaureerde schilderingen zich nog in prima staat, in andere kerken zijn ze hope loos in verval geraakt. Hoe komt dat? Het is het verschil in verzorging - de Rekenkamer wees er op - maar ook in gebruik. De kerk in 't Zandt wordt één maal in de maand gebruuikt. Men zal misschien zeggen: hoe minder gebruik, des te minder defekten, maar bij muurschilderingen is het precies andersom, 's Zomers is het in de kerk vaak warmer dan daarbuiten. Er ontstaat kon- dens, dat niet kan ontsnappen als de kerk een maand lang potdicht blijft. Gevolg: vochtplekken. De remedie ligt op het niveau van de post bode of de werkster of de toevallige buur man: zet af en toe de ramen open. Maar waar alles door amateurs opgelost moet worden, blijft het raampje of de deur maar al te vaak gesloten. Een maand lang. Res taurateur Jelle Otter: 'In zeer veel kerken wordt nooit gelucht. Een zekere gemak zucht is logisch. Als de kerk dicht is, kijkt men er vaak ook niet naar om en je hoeft de man die wekelijks even de ramen open zet geen dank je wel te zeggen. Voor iedere kerk in Groningen bevindt zich een hek werk, zodat je best de deur open kunt zetten en de kerk goed door kan luchten. Maar dat gebeurt niet meer. Een zeker vochtpercenta- ge moet je kunnen accepteren, maar het moet niet tegen het dauwpunt aanlopen.' IN DE STOFZUIGER H. H. J. Kurvers van de Rijksdienst voor Monumentenzorg noemt desgevraagd nog 48 een andere oorzaak: de verwarming van kerkgebouwen. 'De mensen willen zonder overjas zitten. Een gigantisch opgeschroef de verwarming, die bij het wegsterven van de laatste orgelklanken meteen wordt uitge draaid, met dus snel zakkende temperatu ren, bemoeilijkt het onderhoud. Vroeger had men geen verwarming, maar eventueel stoofjes daar waar de warmte moest zijn, namelijk onder de rokken.' Het is allemaal zeer komplex. Als het warm moet zijn in de kerk, moet er bijvoorbeeld een garderobe komen. 'Dan gaat het orgel op een andere manier piepen dan men wil, immers het wordt dan te warm en te droog. Voor schilderingen zou meer aandacht moe ten komen, dat vindt ook Kurvers. 'Ik durf te wedden, dat heel wat schilderingen er nog erger aan toe zijn dan die in 't Zandt. Maar schilderingen zijn natuurlijk minder spectakulair dan de kap van een toren, die instort, dat haalt de krant. Als de vrouw van de koster de stofzuiger voor een kwart weet te vullen met afgevallen verfschilfers, komt dat natuurlijk niet in de krant. Soms is het verval niet dadelijk zichtbaar, bijvoorbeeld in de Walburgkerk te Zutphen. Iemand die deze kerk komt bezichtigen heeft niets in de gaten. Maar de heer Otter is toevallig via een stijger hoog bovenin het gebouw geweest en constateerde dat de hele boel los zit. Foto's van de restauratie uit 1902 tonen duidelijk het verval aan. Een verandering van bestemming van kerk gebouwen kan gevolgen hebben voor de schilderingen. Het is te zien in de voormali ge Broederkerk, eveneens in Zutphen. De Broederkerk is verbouwd tot bibliotheek. 'Het gevolg is,' zegt Otter, 'dat het gebouw een volledige verandering van klimaat on dergaat, waardoor de schilderingen boven in de gewelven langzamerhand in de stof zuiger van de werkster verdwijnen.' KLEINE ONDERHOUDSPLOEG Gebreken constateren is makkelijk. Iets er aan doen lijkt echter ook geen bovenmense lijke opdracht. Jelle Otter: 'Het zal niet eens zoveel hoeven te kosten. Een kleine ploeg van mensen, die met een steiger het land af reist, kan al heel wat doen. Kleine repara ties aan het schilderwerk verzorgen. Er op toezien, dat na de dienst altijd een raam opengedaan wordt; dat de kerk niet ieder jaar een geweldige schoonmaakbeurt onder gaat, waarbij met duizenden liters water de vloer geschrobt wordt en de ramen schoon worden gespoten. Kijk, als je dit soort din gen kunt voorkomen, dan scheelt het al weer! Wij hebben er in het oosten al heel vaak over gedacht om zoiets van de grond te krijgen, maar het lukt bijna niet. Op papier heb ik zo'n organisatie al uitgeschreven en we hebben er met z'n allen over gepraat: architekten, bedrijfseconomen, enzovoort. Maar het loopt dood op het feit, dat je er geen centen voor hebt, op de vraag wie het moet betalen, waar het gesticht en gehuis vest moet worden.' Hoe denkt de heer Kurvers van de Rijks dienst voor de Monumentenzorg over een dergelijk idee? Kurvers, desgevraagd: 'Po sitief! Zeker ook, omdat in nogal wat bui tenlanden een dergelijke eerste hulp-club funktioneert. Het zou zeker een hele goede zaak zijn. Mits het gebaseerd is op deskun digheid en een goed programma van ur gentie.' Plafondschildering in de Nederlands Hervormde Kerk in het Groningse 't Zandt. Deze Romaanse kerk dateert uit de dertiende eeuw. (Foto Bert Franssen)

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1986 | | pagina 12