Zuid-Hottand
In memoriam,
Ton Koot, een bevlogen
Heemschutter
40
In november van het vorige jaar had de
Commissie van de Oud Stad, een subcom
missie van de gemeentelijke Welstandscom
missie, van de plannen van ir. Dekker ge
hoord. In een brief aan wethouder Schaefer
sprak deze commissie er haar afkeuring
over uit.
Onlangs schreef een ander adviesorgaan, de
Amsterdamse Raad voor de Monumenten
zorg, aan het college van B en W dat hij de
ideeën van ir. Dekker afkeurde. Hoewel er
nog lang geen sprake is van het in gang
zetten van een officiële procedure die moet
leiden tot een verbouwing, is de Amster
damse Raad voor de Monumentenzorg ge
peperd in zijn kritiek: 'Zelden kwam in ons
midden een bouwvoornemen ter sprake dat
getuigt van een zó fundamenteel gebrek aan
inzicht en verantwoordelijkheidsgevoel als
het plan om de inwendige structuur van het
Maagdenhuis op te offeren aan wensen van
administratieve organisatie,' heet het in de
brief aan B en W. Elders in deze brief van
de Raad voor de Monumentenzorg wordt de
houding van het bestuur van de Universiteit
gehekeld: 'Diep treurig is hét dat het univer
siteitsbestuur, van welk college de stedelij
ke samenleving begrip voor deze zaken zou
mogen verwachten, een suggestie om de
structuur van het Maagdenhuis te vernielen
niet terstond als een onvoorstelbaar vanda
lisme heeft terzijde geschoven.
Deze brief aan B en W gaat niet in op de
consequenties voor de gevel van het Maag
denhuis. Dat acht de Raad voor de Monu
mentenzorg ook niet nodig want, als er een
verdieping bijkomt, 'kun je het als monu
ment wel vergeten,' zegt een woordvoeder.
De Bond Heemschut sluit zich bij deze kri
tiek aan.
Ir. Dekker zelf vindt al deze opwinding
nogal voorbarig omdat de plannen op dit
moment nog zeer onvolledig zijn. Wel heeft
hij uit informele contacten met leden van de
landelijke Monumentenraad begrepen dat
zij ook tegen zijn plannen zijn, maar vol
gens ir. Dekker zijn de plannen daar nog
wel bespreekbaar.
Intussen heeft het gemeentelijk bureau Mo
numentenzorg zich tegen de1 plannen uitge
sproken.
Leiden - De oude ophaalbrug over de stads
gracht van Leiden bij de Morspoort is geres
taureerd. Fier prijkt sinds december 1985
het stadswapen met de gekruiste sleutels op
de horizontale balk die dé brugstaanders
verbindt. De sierlijke Morspoortbrug kan nu
weer jaren mee, zeker als het autoverkeer
aan banden wordt gelegd. Tot nu toe is het
toegestaan met een personenauto gebmik te
maken van de Mospoortbrug. Vrachtver
keer is echter verboden
Vrachtauto's zullen in de toekomst in de
gehele binnenstad van Leiden verboden
zijn, als het gemeentebestüur zijn plannen
kan doorzetten. De gemeenteraad zal hiero
ver nog gaan discussiëren-. Voor Leidens
middenstand zal een binnenstad zonder
vrachtauto's een onaanvaardbare gedachte
zijn. Als er voor de bevoorrading van de
winkels een oplossing kan' worden gevon
den, lijkt het een loflijk vooruizicht: Leiden
niet meer in last van vrachtauto's.
De gerestaureerde Morspoortbrug in Leiden. Foto Holvast.
Ton Koot (rechts op de foto), in gesprek met
mr. Gorter, secretaris-directeur van
Natuurmonumenten, op een
jubileummanifestatie in 1971. Op de
achtergrond D. van der Veen van de
provinciale commissie Groningen,
(fotoarchief Heemschut)
Ton Koot, een van onze bekendste en strijd
vaardigste heemschutters, is niet meer. Hij is
op 12 februari op 79-jarige leeftijd in zijn
woonplaats Amsterdam overleden. De Bond
Heemschut herdenkt in hem een man die in
woord en geschrift maar ook metterdaad een
grote bijdrage heeft geleverd aan de bescher
ming van het Nederlandse monumentale
schoon.
Anton Willem Coenraad Koot werd op nieuw
jaarsdag 1907 te Amsterdam geboren. Over
eenkomstig de familietraditie was hij aanvan
kelijk zeevishandelaar. Naderhand was hij
werkzaam als onderwijzer. In 1937 was hij ter
gelegenheid van de Jamboree in Vogelenzang
journalistiek actief. Zo schreef hij het Jambo
ree-logboek. Van 1939 tot 1945 was hij onder
directeur VW Amsterdam, later belast met de
zorg voor hel gemeentelijk kunstbezit in
oorlogstijd.
In 1940 verscheen zijn boek En nu Nederland
in, het jaar daarop gevolgd door En nu Amster
dam in..., een boek dat vele herdrukken beleef
de. Van 1945 tot 1970 was hij algemeen secre
taris van het Rijksmuseum. In zijn jaren als
slotvoogd van het Muiderslot (1948-1970)
schonk hij grote aandacht aan de. inrichting
van het slot in de stijl van de tijd van de Mui-
derkring. Van 1970 tot 1972 is Koot ook nog
directeur geweest van Paleis 't Loo.
Koot was een zeer vruchtbaar cultuur-histo
risch auteur maar daarnaast redigeerde hij van
1946 tot 1973, in samenwerking met Geurt
Brinkgreve het orgaan van de Bond Heem
schut, die hem naderhand tot erelid benoemde.
Koot hanteerde vaak een felle taal: hij zei dege
nen die een loopje namen met het historisch
schoon van stad en land op niet mis te verstane
wijze de wacht aan.
Ton Koot laat een lange rij van publicaties na;
de laatste jaren kon men in het Amsterdamse
Nieuws van de Dag elke zaterdag nog bijdra
gen van hem lezen. Vele onderscheidingen wa
ren zijn deel: hij was o.a. officier in de orde
van Oranje-Nassau, in de Kroonorde van Bel
gië en was drager van het verzetsherdenkings-
kruis. In 1973 werd aan Koot de naar hem
genoemde Ton Koot-penning uitgereikt als eer
bewijs voor zijn bijzondere verdiensten voor
Heemschut. Koot was de eerste Heemschutter,
wie deze eer te beurt viel.
(J.Th. B.)