Driekwart eeuw beschutten en beschermen 32 Linoleumsnede voor de titel van Heemschut, dat in 1924 zijn eerste jaargang beleefde. Het ontwerp was van Chris Lebeau, die ook de 'duifjeszegel' ontwierp, een postzegel uit hetzelfde jaar. Het 75-jarig bestaan van de Bond Heemschut was een gerechte aanleiding te sprokkelen in het rijke verleden van de Bond, met een verscheidenheid aan activiteiten tot het behoeden van s lands schoonheid. Hier een eerste pagina. Linoleumsnede - De beeldend kunstenaar Chris Lebeau maakte een linoleumsnede voor de titel van ons bondsorgaan, dat in 1924 zijn entree maakte. Het werd een zwarte zware titel met uitvliegende en el kaar rakende zwarte balken aan de letters H en S. Een typerende lettering voor die tijd. Maar er school een prachtig ritme van zwart en wit in die titel. Een ritme dat verloren ging toen men met ingang van de tweede jaargang het zwart uitholde en alleen dunne lijnen overhield. Chris Lebeau is o.a. be kend als de ontwerper van de 'duifjeszegel' voor de lagere waarden van de postzegels, die in datzelfde jaar 1924 op poststukken verschenen. Dat ontwerp heeft het tot na de oorlog uitgehouden. Lebeau stierf in begin 1945 als slachtoffer van de nazi-terreur in het concentratiekamp Dachau. Tegen de lelijkheid - De Leidse theoloog, prof. dr. L. (van Laurentius, maar hij was een protestant!) Knappert was in 1924 voor zitter van de Bond Heemschut. Secretaris was een Amsterdammer, de architect A. A. Kok. Architect A. W. Weissman, bouwer van het Stedelijk Museum te Amsterdam, die in 1911 aan de wieg van de Bond Heem schut had gestaan, was in 1923 overleden, op 13 september. Kok herdenkt hem in zijn overzicht van de werkzaamheden van Heemschut in het eerste nummer van het nieuwe orgaan. Knappert schreef een inlei dend woord. We kunnen nu zeggen, zo schrijft hij, al wat ons op het hart ligt. Schoonheid van stad en land is niet een ding voor enkele overbeschaafden: 'Waar schoonheid verdwijnt met al hare bekoring, met haar stemming-brengen van vrede en welbehagen, daar lijdt ieder schade, al be speurt niet ieder dat aanstonds'. Uit den Briel - Johan H. Been 1859-1930) was een geboren Briellenaar. Hij was een schrijfgraag mens, die als archivaris van Den Briel volop stof vond in het verleden. Hij genoot een landelijke bekendheid als schrijver van historische jeugdboeken, zoals 'Spekkie, de pijper der zeelepers'. Over zijn geliefde stad Den Briel kwam hij in 'Heem schut' aan het woord en niet bepaald be knopt. Zo heeft hij uitvoerig over de wallen van de stad geschreven. In juli 1925 schrijft hij over het historische pand aan het oude Maerlandt, nr. 24 dat door Hendrick de Keyser wordt aangekocht. Gelukkig maar. Want Been getuigt best op een zaterdag avond-markt een partij slechte sigaretten aan de man te kunnen brengen, want hij kan nogal praten. 'Maar om op een dorp of in een kleine stad de goeie, brave, beste men sen het afbreken van een geveltje uit hun kersepit te redeneren, neen, daartoe ver klaar ik mij onmachtig. Het is vaak, zou een Heilssoldaat zeggen, een te ijle stof om vast te grijpen'. ■Cr Rariteiten - Het pand Oude Ebbingestraat 40 te Groningen, in de wandeling indertijd aangeduid als het 'bisschopshuis' werd met een verbouwing bedreigd die een ernstige verminking zou betekenen van de voorname gevel. Heemschut maakte een noodplan maar op slot van zaken bleef alles zoals het was. In het augustusnummer schreef mr R. van Royen, auteur van de fraaie reisgids voor Groningerland' over dit 'vrolijk slui tend drama van een verbouwing'Van Roy en: 'Heemschut heeft voor het behoud van één van Groningens rariteiten geen moeite ontzien. Verdient een vereniging, die zo onbaatzuchtig over anderer schatten waakt, niet de dank van ieder, die het wel meent met zijn stad?' •Cr Bekoorlijk plekje - Heemschut keek ook naar het uiterste zuiden van het land. J.: Nuyts, archivaris van Maastricht, publiceer de in het blad van augutus 1925 een artikel over het Vrijthof, dat hij aanduidde als een bekoorlijk plekje. De naam Vrijthof, door de zetcomputer wel eens afgekort als Vrij thof, betekent Vrije hof, Campus liber. Een plein dat zijn weerga niet heeft in den lande. Hier stond eens ook het schavot, vertelt Nuyts waarop in 1408 de Luikse burge meester Jacques Badut onthoofd en gevie rendeeld werd voor zijn aandeel in de op stand der Luikenaren tegen hun Prins-bis schop. In 1485 viel er het hoofd van Wil lem, graaf Van der Marck, bijgenaamd het everzwijn der Ardennen. Dat gebeurde op last van Jan van Home die uit een raam het bloedige schouwspel volgde. ■Cr Wanstaltigheden op de Dam - Ook in de jaren twintig had de hoofdstad des lands zijn

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1986 | | pagina 10