233 filii i j lil S I tWv ogende combinatie van een buffet- en een a la carte-restaurant ontstaan dat kwalitatief uitstak boven wat men in een provincie plaats als Arnhem zoal aan restaurantinte rieur-architectuur aantreft.13 Maar het plaat selijk publiek, niet gediend van dergelijke modemismen, bleef weg. En dus moest het nieuwe interieur plaats maken voor een an der, dat in hoofdopzet als 'gezellig' ervaren zou moeten worden. Zo krijgt iedere stad - met een variatie op een bekend spreekwoord de architectuur, die zij verdient! NIJMEGEN, CONCERTGEBOUW DE VEREENIGING In meer dan één opzicht is het Nijmeegs concertgebouw onder de hier besproken muziektempels bijzonder. Niet alleen da teert het als enige uit de vroege twintigste eeuw, wat een andere stijlopvatting en an der materiaalgebruik met zich meebrengt, maar bovendien is het ontstaan in een hech te samenwerking tussen twee kunstenaars, die ook nog eikaars broers waren en de zin voor het artistieke al van jongs af hadden meegekregen Als gevolg heeft De Vereeniging dan ook weinig van het conventionele, dat de schep pingen van Van Gendt, de man die zich bij voorkeur 'Ingenieur Architect' noemde, en Lindo, de 'Directeur Gemeentewerken', on danks alle verschillen met elkaar verbindt. Dat de architecten zich zo angstvallig aan hun grote voorbeeld hielden, was geenszins toevallig in een tijd, waarin de acoustiek van concertzalen nog nauwelijks weten schappelijk onderzocht was. Men moest zich op de proefondervindelijke ervaring verlaten, wat nog bemoeilijkt werd door de omstandigheid, dat concertzalen tot diep in de negentiende eeuw slechts zelden speciaal voor dit doel gebouwd werden en hun ont werpers, met name Van Gendt en Lindo, veelal geen enkele band met het verschijnsel muziek hadden. Dat alles gold niet voor Oscar Leeuw, de architect, en zijn oudere broer Henri, de kunstschilder-decorateur van het in de ver bazend korte tijd tussen mei 1914 en februa ri 1916 tot stand gekomen Concertgebouw De Vereeniging. Het milieu, waaruit zij voortkwamen, was er een van een weder zijds bevruchtende artisticiteit, waar kunste naars, wetenschappers en musici veel met elkaar verkeerden. Het is dan ook niet ver wonderlijk, dat hun magnum opus, De Ver eeniging, het resultaat is geworden van een veelheid aan inspiratiebronnen, variërend van het historisme van hun vader, Henri Leeuw sr.leerling van Viollet-le-Duc en tijdens zijn leven een begaafd en alom geëerd beeldhouwer, tot de internationale Jugendstil, waarin de beide broers hun eer ste architectonische ontwerpen leverden. Uiteindelijk beslissend voor de vormgeving van het Nijmeegs concertgebouw waren de vele reizen, die Oscar had gemaakt langs de concertzalen van Europa, inmiddels in gelij ke tred met de ontwikkeling en uitbreiding van de symfonieorkesten ontstaan, en de Aft>. Z PLAN BEGANE GROND. Schaal 1 op 500. schier onuitputtelijke encyclopedische ken nis van historische bouwstijlen, decoratieve kunsten en cultuurgeschiedenis alsmede de vaardigheid in vele ambachtelijke technie ken, die Henri zich had verworven. Diens vriendschap met de collega-schilder Huib Luns resulteerde bovendien in een geza menlijke bijdrage aan de decoratie van de Kleine Zaal: wandschilderingen op doek van groot formaat, die allegorieën op de muziek verbeeldden.14 De V-ereeniging is bijgevolg de neerslag van een niet te onderdrukken creatieve drang tot combineren, variëren en verder ontwikkelen van architectonische, decoratieve en schil derkunstige elementen in een onderling hechte samenhang, zoals die sinds het einde van de negentiende eeuw in kunstkringen gepropageerd werd. Daardoor is het moei lijk het gebouw onder de noemer van een uitgesproken stijl te brengen. APOLLINISCH Zo draagt de buitenzijde vooral een klas- siek-monumentaal karakter, dat geheel in overeenstemming met de filosofie van Nietzsche wortelt in de overtuiging, dat de muziek en het muziektheater tot het 'apolli- nische' in de mens behoren. Vandaar de Grieks-klassieke verwijzingen als de drie fagaden uit Mezangère-(kalk)steen, die in hun verhoudingen tempelfronten aandui den, maar niet daadwerkelijk uitbeelden, de gebeeldhouwde bas-reliëfs met musici en vocalisten in antikiserende kledij, de voor uitgeschoven traptorens, die aan een moder ne versie van de neoclassicistische Propy- Icien te Miinchen doen denken en de mas kers, die het Oudgriekse drama symbolise ren. In de top van elk der drie gevels prijkt, steeds gevarieerd, de zevertsnarige kithara, het lijfinstrument van Orpheus als zinne beeld der muziek. Dat is oudheidkundig ge sproken wellicht juister dan de lier, die het Concertgebouw van Amsterdam tooit en die pas sinds de renaissance algemeen met Het klassiek-monumentale exterieur van concertgebouw De Vereeniging in 1985. De aanblik van de gevel wordt te veel beheersd door de aanbouw van 1982 en de ontsierende reclame, (foto Anita Pantus) VEREENK; ING restau

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1985 | | pagina 33