I I 230 Het op de Hollandse Renaissance geïnspireerde Musis Sacrum te Arnhem in 1907 of kort daarna. Het ontwerp was een typisch product van zijn tijd, en kan gezien worden als een uiting van burgerlijke trots, (foto Gem. Archief Arnhem) menschen die ze kan opnemen, ondanks haar klein en zielloos aspect'.9 Voorwaar geen malse kritiek, doch zouden we de re denen hiervoor niet eerder in de persoon van Van Eeden moeten zoeken dan in het ge bouw, al ging er onlangs ook een stem op om bij de renovatie de 'slappe kleuren' en tegelijk dan ook maar 'die versteende blij ken van chauvinisme in de vorm van naam- vignetten van geheel vergeten vaderlandse toondichters'10 aan te pakken. En dat terwijl deze laatste nu juist zo kenmerkend het ne gentiende eeuwse milieu schilderen, waar uit het Concertgebouw voortgekomen is. Om het interieur in stijl het beste te laten aansluiten bij het exterieur lijkt de weg, die men in 1976 voorzichtig is ingeslagen met het restaureren van de oude kleuren in de Spiegelzaal wel het meest verkieslijk. Een deskundig onderzoek naar de polychromie van Ed. Cuypers in de Grote Zaal zou dan de mogelijkheden van het terugbrengen van de typisch negentiende-eeuwse, veel zwaar dere oorspronkelijke kleuren, compleet met de in 1970 weggepoetste schabloon-versie- ringen in de nissen en de al eerder verdwe nen decoratie van de zwikken met muziek instrumenten, moeten bestuderen. Een der gelijk onderzoek zou dan ook de Kleine Zaal en de overige ruimten moeten om vatten. Een betrouwbaar en nauwgezet gerestau reerd interieur zal een meerwaarde toevoe gen aan het Concertgebouw als nationaal monument van negentiende-eeuwse mu- ziekbeleving en tevens in overeenstemming zijn met het enorme bedrag van gelden, dat in Nederland en daarbuiten is ingezameld. Zo kan dan tenminste aan het interieur wor den goedgemaakt, wat voor het exterieur langzamerhand onvermijdelijk geacht moet worden. ARNHEM, MUSIS SACRUM Al mist de Arnhemse concertzaal in Musis Sacrum de architecturale grootsheid van die in Amsterdam en Nijmegen en staat ook haar acoustiek en de uitstraling van het exte rieur bij de twee genoemde ten achter, toch zet Musis Sacrum zijn beide concurrenten in de schaduw, als het gaat om de ouderdom van zijn traditie. Immers al in 1847 kon de stad Arnhem, die als een der eerste steden van West-Europa reeds in 1591 een Collegi um Musicum kende, beschikken over een concertzaal. Deze was in de bijzonder korte tijd van slechts negen weken naar ontwerp van architect H. Fromberg gebouwd om de 600 leden van de zogenaamde Liedertafels te ontvangen, die in verband met het Derde Nederrijnsch-Nederlandsche Zangersfeest naar de stad zouden komen. Het gepleister de rechthoekige gebouw met halfrond ge sloten venster- en deuropeningen onder een licht hellend zinken dak moest door de korte bouwtijd iedere ornamentiek ontberen, maar daarvoor kreeg het, na verloop van tijd, een welluidende Latijnse naam: Musis Sacrum, 'aan de Muzen gewijd'. Het is ech ter de vraag of men hier van een volwaardi ge concertzaal moet spreken en niet eerder van een soort evenementenhal, aangezien de zaal in korte tijd ook voor andere doel einden geschikt gemaakt kon worden. Zo gebruikten de in Arnhem gelegerde Gele Rijders de zaal bijvoorbeeld als manege en werd er in 1852 een Tentoonstelling van Voortbrengselen der Nationale Nijverheid gehouden, die maar liefst 70.00 bezoekers trok en bij welke gelegenheid het gebouw een uitbreiding in monumentale Water staatsstijl kreeg. Dat de zaal van Fromberg als concertzaal niet voldeed, blijkt uit de ombouw van de uitbreiding tot een ellips vormige concertzaal in het jaar 1866. Ken nelijk was men te rade gegaan bij de destijds enige acoustisch goed functionerende con certruimte in Nederland, de eveneens ovale zaal in het gebouw Felix Meritis in Am sterdam. Echter ook toen al bestond er een discrepan tie tussen wat de architect voor ogen stond en wat hem uiteindelijk door opdrachtge vers en politici toegestaan werd. Zo schrijft de Arnhemse Courant in dat jaar: 'Jammer dat het plan van onzen bekwamen architect niet geheel is doorgegaan, en wij nu bij een zoo nette zaal een doelmatige stem-, recep tie- en koffijkamer missen'." De minimale opzet en de slecht functionerende luchtver versing, waardoor de condens bij volle zaal van het plafond drupte, waren er de oorzaak van, dat deze zogenaamde Nieuwe Zaal in aiasfi* Ssê- €4MVC4>xXrTU.'U*£'.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1985 | | pagina 30