Behoud en beheer
19de-eeuwse kerken
157
Jaargang 62,
no. 9 september 1985
Heemschut verschijnt 9x per jaar
Tijdschrift van de Bond Heemschut
opgericht in 1911
Beschermvrouwe:
H.M. Koningin Beatrix
In dit nummer o.a.:
De St. Nicolaas te Amsterdam.
Kerkennota's.
De Vondelkerk, een voorbeeld.
De verwarming van kerken.
Minister WVC voorstander van
hergebruik kerken.
Foto omslag:
De vieringkoepel van de St.
Nicolaaskerk te Amsterdam vóór het
verwijderen van de binnenkoepel en
het dichtmetselen van de vensters van
de buitenkoepel. In deze kerk zal op 10
oktober de studiedag 'Beheer en
behoud van 19de eeuwse kerken'
worden gehouden.
Foto: Gemeentelijke Archiefdienst,
Amsterdam.
Redactie:
Drs. J. H. Bierenbroodspot-Rudolph
Drs. H. S. Korthals Altes- Rudolph
Dr. J. F. Saltet
Redactiesecretaris:
Mevr. P. A. Hengeveld-Brand
Medewerkenden:
J. Th. Balk, Amsterdam
Drs. J. Kamerling, Amsterdam
Drs. P. Karstkarel, Leeuwarden
D. van der Meulen, Assen
R. Lureman, Doetinchem
Drs. W. J. Pantus, Nijmegen
J. Roelfs Sr., Badhoevedorp
J. E. van der Wielen, 's-Gravenhage
Drs. B. C. M. barones van Hövell tot
Westerflier- van Hellenberg Hubar, Ohé
en Laak.
Correspondentie voor de redactie
aan:
Secretariaat Bond Heemschut,
Nieuwezijds Kolk 28,
1012 PV Amsterdam
tel.020-22 52 92
öf 020 - 23 09 94 (ledenadministratie)
postgiro 124326
Lidmaatschap 45,- per jaar
Reductie voor 65+ en 30~
Correspondentie voor advertenties:
Bosch Keuning nv
Postbus 13740 AA Baarn
tel. 02154- 1 82 41
gironummer 4988
Grafische verzorging:
Bosch Keuning - Baarn
De Bond Heemschut organiseert in samenwerking met het Cuypersgenootschap een studie
dag op donderdag 10 oktober a.s. in de St. Nicolaaskerk te Amsterdam (Prins Hendrikka
de 73, schuin tegenover het Centraal Station) met als thema:
Beheer en behoud van 19de-eeuwse kerken
Heemschut hoopt dat deze studiedag door
veel van onze leden bezocht zal worden. Er
kan niet genoeg aandacht van overheid en
publiek gevraagd worden voor de problema
tiek van de hun functie verliezende kerkge
bouwen.
In de loop van deze eeuw, maar vooral de
laatste 10 a 20 jaar, krijgen ze steeds minder
betekenis als religieus en sociaal middel
punt van onze samenleving, waardoor het
draagvlak van hun instandhouding steeds
meer verzwakt. Van de 19de-eeuwse kerken
is de toekomst veelal nóg onzekerder dan
die van de oudere. Zo werd recentelijk de
Dominicus in Alkmaar van de grote
P. J. H. Cuypers gesloopt, omdat dit vier
kante meters binnenstad oplevert die duur
verkocht kunnen worden. Het cultuurhisto
risch belang van zo'n gebouw voor de ge
meenschap is nu eenmaal niet in geld uit te
drukken en dus verloor dat belang het, hoe
wel er een haalbaar plan voor behoud van
het gebouw was. Vele andere belangrijke
jonge monumenten worden momenteel be
dreigd en het lijkt wel of het uitroepen van
1985 tot Cuypersjaar - het Rijksmuseum
bestaat 100 jaar; en er zijn verschillende
belangrijke tentoonstellingen en publicaties
over deze bouwmeester dit jaar - meer ne
gatieve dan positieve gevolgen heeft voor
het behoud van zijn scheppingen. Hier moet
worden opgemerkt, dat ook als kerken voor
de eredienst in gebruik blijven, 'aanpassing'
aan veranderde ideeën hierover vaak tot
grote vernielingen leidt, waartegen de mo
numentenwet niet opgewassen blijkt. Het
organiseren van een studiedag over deze
problematiek in dit jaar is dus zeer zinvol.
Door de voordrachten van verschillende
specialisten en van andere actief bij het be
houd en beheer van 19de-eeuwse kerken
betrokkenen tijdens deze studiedag kunnen
nuttige kennis en ervaringen worden uitge
wisseld.
Ook dit speciale themanummer wil een bij
drage leveren aan het kweken van meer
daadwerkelijke belangstelling voor het be
houd van het bouwkundig erfgoed uit de
periode van na 1800.
Juist op het gebied van de kerkelijke bouw
kunst is de 19de eeuw - ook omdat de
bevolking in deze eeuw sterk toenam - zeer
productief geweest. Dan denken we meteen
aan het weer op gang komen van de Katho
lieke kerkenbouw na de gelijkstelling van
alle godsdiensten in 1798, die na het weer
instellen van de bisschoppelijke hiërarchie
in 1853 een enorme vlucht nam. Ook kwa
men in de 19de eeuw veel nieuwe Protes
tantse kerken tot stand: op de plaats van de
bestaande in de binnenstad als die te klein of
bouwvallig gevonden werden en - in het
laatste kwart van deze eeuw - in stadsuit
breidingen.
Vooral in het begin van de 19de eeuw
bouwde men kerken nog 'traditioneel', zo
als de eenbeukige dorpskerkjes en de statige
kerkgebouwen in 18de-eeuwse architectuur
en in de bouwwijze van het 17de-eeuwse
classicisme. In de loop van de eeuw ontwik
kelen zich twee 'typen' die veruit het mees
te voorkwamen: de z.g. 'Waterstaatstijl' -
in neoclassicisme - en de neogotiek. Een
aantal kerken daterend uit het eind van de
19de eeuw kan met neorenaissance en neo-
barok worden aangeduid, hoewel veelal
verschillende stijlkenmerken tesamen wer
den toegepast. Een fraai exemplaar is de St.
Nicolaas te Amsterdam, waar de studiedag
gehouden zal worden en waaraan in dit the
manummer een artikel is gewijd. Veel
vroeg 20ste-eeuwse kerken zijn vaak van
een prachtige architectuur (w.o. Jugendstil,
Berlagiaans en Amsterdamse School); ook
in het bestand van deze gebouwen zijn al
grote bressen geslagen.
Op verschillende plaatsen in dit nummer
worden voorbeelden genoemd van aanpas
singen en veranderingen voor ander ge
bruik, zoals de Vondelkerk te Amsterdam,
de Grote Kerk in Hoorn en die van enige
'Waterstaats'kerken. Hoe we deze voor
beelden op den duur zullen beoordelen is de
vraag. Een inbouw, hoe 'gevoelig' deze ook
is aangepakt, tast altijd één van de belang
rijkste kwaliteiten - de binnenruimte - van
een kerkgebouw aan. Bij de keuze tussen
sloop of inbouw voor een andere functie
zal, zeker als dat kerkgebouw stedekundig
van belang is (en dat is bijna altijd het ge
val), voor het laatste gekozen moeten wor
den. Om deze reden steunt Heemschut het
streven van het Arnhemse gemeentebestuur
om de leegstaande St. Eusebius te behouden
door de inbouw van appartementen.
In dit nummer staat veel over de positieve
rol die de overheid zou kunnen spelen als zij
haar taak in deze serieus zou nemen. Tech
nische beheers- en behoudsproblemen ko
men slechts summier aan de orde in dit
nummer en zijn ook moeilijk in de gekozen
opzet, die bovendien beperkt wordt door de
beschikbare plaatsruimte, in te passen. In
dit verband betreuren we het zeer dat we
gens omstandigheden een artikel dat het
voortreffelijke onderhoudswerk, dat de pro
vinciale Monumentenwacht voor veel kerk
gebouwen verricht, niet geplaatst kon wor
den. Heemschutlezers houden dit tegoed.
J.B.R.