Restauratie Josefkerk te Assen 176 OPNIEUW AANPASSING AAN VERANDERD GEBRUIK Hieronder volgt de tekst van een voordracht die Ir. G. Tangerman, de architect van de onlangs voltooide restauratie van de Josefkerk, heeft gehouden voor leden van Heemschut op een ledendag, georganiseerd door de provinciale commissie Drenthe. Na deze restauratie en aanpassing van het interieur wordt deze, in het centrum gelegen, kerk, naast de eredienst voor velerlei cultureledoeleinden gebruikt. Daartoe is het meubilair, evenals de kansel, verplaatsbaar gemaakt Voordat ik u enige toelichting geef op de restauratie van de Jozefkerk, wil ik enkele woorden zeggen over de stijl, waarin deze kerk gebouwd is, nl. de zogenaamde Wa terstaatstijl. Hoe is deze benaming ontstaan? Koning Willem I bepaalde in 1824 bij Ko ninklijk Besluit, dat er geen nieuwe kerken of bestaande kerken verbouwd mochten worden zonder voorafgaande koninklijke goedkeuring. De uitvoering van dit besluit werd opgedragen aan de ministers van Bin nenlandse Zaken, Openbare Werken en Wa terstaat. In de praktijk betekende dit, dat de ingenieurs van Waterstaat de ontwerpen maakten of het toezicht hadden op de ont werpen van anderen. Hierdoor kregen de kerken, die in het tweede kwart van de 19de-eeuw gebouwd werden, het predikaat 'Waterstaatskerk'. Deze term heeft een enigszins spottende gevoelswaarde. Water staatskerken zijn miskend: ze zijn gebouwd in een tijd met beperkte geldmiddelen. Ken merkend voor deze stijl is de heldere, even wichtige sfeer; in de nuchtere vormentaal is gestreefd naar zuivere verhoudingen. Ken merkend zijn bovendien de zuilenstelsels, frontons en de witgepleisterde interieurs en boogramen met ongekleurd glas. Architec tuurhistorisch kan men beter spreken van de benaming 'neo-classicisme'. De architecten hadden een opleiding genoten, die wortelde in het 18de-eeuwse classicisme. Zij waren georiënteerd op Parijs, waar tegen het einde van de 18de eeuw het classisme opnieuw een hoge vlucht nam. De grootste ontwikke ling van deze neo-stijl werd bereikt onder het eerste keizerrijk van Napoleon in Frank rijk. Hoogtepunt in Nederland van de neo- classisistische kerkelijke architektuur is de St. Antonius van Padua aan het Waterloo- plein in Amsterdam, beter bekend als de Mozes en Aaronkerk. De hoofdingenieurs van Waterstaat zijn geen fervente nieuwbouwers geweest; uit archiefonderzoek blijkt, dat 'Waterstaat' pleitte voor het behoud en herstel van be staande kerken, zonodig voor uitbreiding, maar niet direct voor afbraak en nieuw bouw. In die tijd van krappe geldmiddelen zal zui nigheid daar ook een rol in hebben ge speeld, maar er was ook waardering voor de oude gebouwen en de behoefte er zoveel mogelijk van te behouden. Toch zijn er in die tijd diverse oude kerken afgebroken en vervangen door nieuwe; maar dat was dan een gevolg van de ter plaatse levende wensen. BOUWGESCHIEDENIS VAN DE JOZEFKERK TE ASSEN De kerk is gebouwd in de jaren 1846-1848. De vorm van de kerkzaal is rechthoekig, waarbij de kansel geplaatst is in het midden van de lange zijde in de symmetrie-as tegen over de uitgebouwde hoofdentree. De ban ken waren in een gebogen vorm rondom de kansel geplaatst. In 1910 is de toren door brand verwoest en vervangen door een nieuwe verhoogde to ren; bovendien is toen de uitgebouwde hoofdentree, die in baksteen was uitge voerd, bepleisterd en van andere ramen voorzien. In 1932 heeft de rondvraag in de kerke- raadsvergadering grote gevolgen voor het interieur. Ouderling H. J. Prakke stelt het kerkinte rieur aan de orde en houdt een referaat, hoe naar zijn mening het interieur diende te zijn. In de notulen van die vergadering lezen we: 'Zulk een gebouw moest voor haar 9.000 leden een levend centrum zijn, een tempel Gods, een Huis des Gebeds, daar moest een sfeer hangen, waar wij in onze heiligste ogenblikken ons thuis voelen en daar ont breekt hier toch wel veel aan'. Prakke vraagt of het niet mogelijk is, dat een kun stenaar - kerkarchitekt geraadpleegd wordt over het interieur, opdat het door ombouw weer beantwoorden gaat aan zijn doel. De gehele kerkeraad was het hiermee eens en men besloot een plan te laten maken door de bekende kerkbouwer Van der Kloot Mey- burg uit 's-Gravenhage in samenwerking met de Asser architekt Boelens. Dit plan werd in de jaren 1937-1938 uitge voerd. De 'nieuwe binnenarchitectuur' be stond in hoofdzaak uit de volgende ingre pen: De kansel werd verplaatst naar de korte zijde aan de westkant (Collardslaan), waar bij de banken en stoelen lineair werden op gesteld langs de lengte-as. Hiervoor was het nodig dat de twee boogramen aan de west zijde werden dichtgemetseld. Om extra licht te verkrijgen werd een derde raam aange bracht tussen de twee bestaande ramen aan de oostzijde (Kerkstraat). Bovendien werden er nog vier nieuwe boog ramen aangebracht aan de noordzijde boven het dak van de bijgebouwen. Een belangrijke ingreep was het aanbrengen van 12 gemetselde pijlers in de kerkzaal met daarop een verlaagd houten gewelf in kruis vorm met kleine dwarsgewelfjes tussen de pijlers. Dit verlaagde houten plafond ligt 5 meter lager dan het oorspronkelijke tongewelf. Men was zeer enthousiast over de interieur wijziging; in de verslagen van de ingebruik name van de kerk in 1938 lezen we o.a.: 'Door het nieuwe interieur ontstaat een ver dieping van het godsdienstig leven'. 'De hele kerk is meer stemmingsvol en er heerst een sfeer van diepe wijding'

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1985 | | pagina 24