175
de wellust waarmee met name de Magdale-
na werd afgebroken bracht Clemens ertoe
het unheimische aftakelingsproces vast te
leggen in een reeks tekeningen. Een brief
aan bisschop Zwartkruis om de sloop van de
kerken tegen te houden mocht niet meer
baten. Het kon niet anders, vond de bis
schop, Clemens moest maar berusten. Dat
de bisschop toch wel met de kunstenaar mee
kan voelen blijkt wel uit de opening, die hij
verrichtte van een tentoonstelling van een
verzameling kerstkribben, die Clemens be
zit. Bij die gelegenheid zegde Zwartkruis
toe hem testamentair te zullen bedenken met
een fraaie uit een boom gesneden Afrikaan
se kerstkribbe, die" Clemens aan zijn verza
meling mocht toevoegen.
Behalve kerstkribben bezit Clemens een rij
ke collectie neo-gotica, die hij bij kooplie
den op het Waterlooplein op de kop tikte of
in de tijd dat hij kind aan huis was in de St.
Barbara wist te bemachtigen. In zijn atelier
treffen we eikenhouten kapitelen aan, enge
lenkopjes, stukken altaar, wierookvaten,
monstransen, een hostie-doos en nog véél
meer decoratieve voorwerpen, alle in Cuy-
periaanse neo-gotische stijl.
Trots toont Clemens een beeld van Johannes
de Doper van het oude doopvont van de
Willibrordus. Hij heeft het op het Water
looplein uit koopmanshanden kunnen red
den. Even later weer laat hij èen ijzeren
kruis uit dezelfde kerk zien, pinakeltjes uit
de St. Barbara en prachtige gobelins.
Heeft een kerkelijk museum als het Catha-
rijne convent nu geen belangstelling voor
dit soort dingen? Clemens: 'Ja, tegenwoor
dig wel wat meer, zo worden er soms wel
neo-gotica in kerken via beschrijving vast
gelegd, maar er is al erg veel verloren
gegaan.'
KERK EN STADSBEELD
Anders dan zijn grote verzameling neo-goti
ca doet vermoeden, vindt Clemens het exte
rieur, de plaats van kerken in het stads
beeld, eigenlijk belangrijker dan het inte
rieur met zijn vele cliché's. Die druk aange
klede interieurs komen soms te veel op hem
af. Clemens zit liever buiten te tekenen hoe
het silhouet van zijn neo-gotische kerken
functioneert in het stadsbeeld. Uit de vele
hoeken, van waaruit hij een kerk als de
Interieur van de St. Barbara in Breda van P. Cuypers na de restauratie, waarbij talloze schilderingen
verdwenen, in 1958. In 1968 is de kerk afgebroken.
Willibrordus heeft geportretteerd blijkt wel
hoe belangrijk hij déze functie van een kerk
gebouw vindt. De verdwijning van de Willi
brordus heeft het stadsbeeld aan de Amstel
onherstelbaar aangetast, meent hij.
Liever dan afbraak ziet hij, dat een te duur
in onderhoud geworden kerkgebouw een
nieuwe bestemming krijgt zoals de Vonclel-
kerk in Amsterdam, waar straks Openbaar
Kunstbezit zijn zetel krijgt of de Pieck en
Gezellenkerk in Gorinchem, die verbouwd
is tot onderkomen voor appartementen met
behoud van het fraaie silhouet van de kerk
voor het stadje. Gemeenten zouden eigen
lijk moeten worden verplicht om te zoeken
naar manieren waarop waardevolle kerkge
bouwen een nieuwe bestemming kunnen
vinden.
CHRISTUS IN DE AMSTEL
In zijn rijk gedecoreerde grachtenhuis aan
de Keizersgracht, waar we Clemens spreken
treffen we in het atelier ook veel andere
kunstwerken aan dan stadsportretten. Cle
mens is in de eerste plaats schilder en teke
naar van mensenportretten. We zien schil
derijen en tekeningen o.a. van Henk van
Ulsen naast portretten van zijn moeder en
foto's van schilderijen van bisschop Zwart
kruis en provinciecommissaris Vonhoff.
Het meest worden we getroffen door enkele
fraaie Sebastiaans (de heilige). Eén model,
bestemd voor de vendelzwaaiers van een
Brabants gilde, mocht van het gilde niet in
spijkerbroek op het vendel.
De jongen moest in lendedoek worden afge
beeld. Wat Clemens maar node deed. Het
laatste schilderij, dat we bekijken, is De
doop van Christus door Johannes de Doper
in de Amsterdamse Amstel met op de ach
tergrond de oprijzende nieuwbouw van de
Stopera. Een schilderij, bestemd voor een
privé-kapelletje, verhuurd aan een violist,
die aan de Amstel woont. Een aardiger inte
gratie van stadsgezicht en portret kun je
haast niet bedenken. Het religieus gevoel
van Clemens vloeit hier over in zijn bekom
mernis om het gezicht van de stad.
Van 14 september tot 14 oktober wordt er in
het Gemeentemuseum van Roermond (het
Cuypers-huis aan Andersonweg 8) een ex
positie gehouden van schilderijen van Cle
mens en een aantal door hem verzamelde
neo-gotica en Cuyperiana.
Jaap Kamerling
Drs. J. Kamerling is sinds januari van dit jaar mede
werker van ons blad. Hij is socioloog van opleiding
en sinds 1970 werkzaam in de journalistiek. In 1973
deed hij het doctoraal sociologie aan de Leidse uni
versiteit. In 1980/81 specialiseerde hij zich verder in
de sociologie van de gebouwde omgeving aan de
Universiteit van Amsterdam.
Daar leerde hij hoe architectuur als neerslag van
maatschappelijke ontwikkelingen kan worden bestu
deerd, terwijl ook de invloed van architectuur op
sociale situaties en ontwikkelingen voorwerp van
studie is.
Het eerste onderzocht hij onder meer bij stationsge
bouwen.