167
tenzorg de mogelijkheid tot bijdragen in de
herstelkosten van 19de-eeuwse kerken aan
gekondigd.6 De plannen, om de restauratie
van de Vondelkerk aan te vatten, waarvoor
toen ook subsidie verleend werd, gaan op
dit voornemen terug, evenals de restauratie
van de St. Nicolaaskerk. Door de geringe
zekerheid over de toekomst van de Vondel-
kerk als centrum van zielszorg zag het kerk
bestuur echter van de restauratie af, waarna
het eerste bedrijf van het treurspel Vondel-
kerk geopend was.
Ook de Posthoornkerk is een voorbeeld van
mislukte planvorming, aangezien in 1971
een plan tot herbestemming van het gehele
kerkelijke complex,7 waarvan 'de Post
hoorn' deel uitmaakt, gekoppeld aan over
name van de gebouwen door de gemeente
Amsterdam, niet aanvaard werd, waarna de
eigenaar, de R.-K. Citykerk, een sloopver
gunning probeerde te krijgen voor de inmid
dels op de Monumentenlijst geplaatste kerk.
De beroepsprocedure bij de Kroon tegen de
weigering door de Minister van C.R.M. om
de gevraagde vergunning te verlenen, resul
teerde in 1981 in verlening van de sloopver
gunning. Hieraan voorafgegaan was inmid
dels een tweede poging om de kerk een
nieuwe bestemming te geven en te doen
overgaan in handen van de gemeente Am
sterdam (1980).8 Ook deze poging werd
niet met succes bekroond.
Met twee andere kerken van P.J.H. Cuy-
pers, die aanvankelijk ook genoemd werden
in de lijst van potentiële te restaureren ker
ken uit 1964, liep het slecht af. Na verkoop
van de grond werden de imponerende Maria
Magdalenakerk en St. Willibrorduskerk in
1967 en 1969/70 gesloopt.
Zoals uit de gemeentelijke Kerkennota van
1980 blijkt, is er, zo er een bepaalde rangor
de naar anciënniteit bestaat, geen beleid dat
uitgaat van een actieve overheidsbemoeie
nis, waar het gaat om behoud, bestemming
en exploitatie van kerkelijke monumenten.
De realiteit van 1985 is schraal, vergeleken
met wat de gemeentelijke overheid aanvan
kelijk voor ogen had. Uit persberichten tij
dens de presentatie van de kerkennota '80
blijkt dat het stadsbestuur zich een meerja
renplan van kerkrestauraties voor ogen stel
de, alsmede van zins was een commissie ad
hoe in te stellen ter bestudering van het
vraagstuk van het beheer van leegstaande
kerken en andere openbare gebouwen.9 De
ze commissie is echter nooit ingesteld,
waardoor er op dit moment ook geen sa
menvattend beleid is ontstaan, afgezien van
incidentele consolidatiewerkzaamheden,
zoals op dit moment uitgevoerd worden aan
de Westerkerk en de Oude Lutherse Kerk.
De bestaande bemoeienis strekt zich uit tot
een voorwaardenscheppend beleid, zoals tot
uiting komt in de bereidheid om restauratie
subsidies toe te kennen en een jaarlijkse
bijdrage in de onderhoudskosten te verstrek
ken tot een bedrag van 3000, uit te betalen
aan de eigenaar. Deze laatste regeling is dus
niet van toepassing op stichtingen die wel
het behoud van een kerkgebouw nastreven,
maar er geen eigenaar van zijn.
In 1972 werden acht 19de-eeuwse R.-K.
binnenstadskerken op de Rijkslijst ge
plaatst, n.1. 'de Duif' (waterstaatskerk); 'de
Papegaai' en de Redemptoristenkerk H.
Hart van Maria (beide in stucadoorsgotiek);
drie kerken van P.J.H. Cuypers, n.1. 'de
Posthoorn', de St. Dominicus, en 'de Lief
de'; de St. Nicolaaskerk (neorenaissance)
en 'de Krijtberg' (A. Tepe). Bij de behande
ling van deze aanvullende lijst, waarop ove
rigens 171 panden voorkwamen, in de ge
meenteraad van Amsterdam, werd een
amendement van het P.v.d.A-raadslid mr.
E. Dienaar, inhoudende toevoeging van een
aantal vanuit stedebouwkundig oogpunt be
langrijke kerken in de stadsvernieuwings
buurten aan de gemeentelijke monumenten
lijst, verworpen.10 De voornaamste argu
menten van mr. Dienaar waren de belangrij
ke stedebouwkundige waarde en de steun
puntfunctie in de stadsvernieuwing. Met na
me het toenmalige A.R.P.-raadslid drs. E.
Heerma (thans wethouder Monumenten
zorg) was gevoelig voor het argument dat
een bestemmingsplan niet voldoende be
scherming bood aan een gebouw dat men
wilde behouden.
Het merkwaardige feit doet zich thans voor,
dat juist de kerken, genoemd in het amende
ment Dienaar, later het meest bedreigd wer-
St. Vincentiuskerk, Jacob van Lennepkade, ontwerp: C. P. W. Dessing, 1900. Een gemiddeld
neogotisch interieur, redelijk gaaf bewaard.
Ook voor deze kerk, die als stedebouwkundig accent een belangrijke functie voor de 19de-eeuwse
Kinkerbuurt heeft, dreigt sloop indien er geen andere oplossing wordt geboden voor de noodlijdende
parochie.
De oudste niet-kerkelijke functie in Amsterdam
was de kaasbeurs in de sedert 1914 gesloten
St. Olofskapel aan de Zeedijk, die tot in de jaren
'60 functioneerde.