Voor de wolven 153 De nota van minister Brinkman over het toekomstig monumentenbeleid en de Twee de Kamer-motie van mevr. Oomen-Ruyten op deze nota, doen denken aan een vroeger veel gehoord verhaal uit de Russische steppe. Een postkoets rijdt met een aantal passa giers in een barre winternacht door de step pe naar een volgende pleisterplaats. Plotseling bemerkt de koetsier dat ze wor den gevolgd door een troep wolven. De paarden worden opgezweept, maar de wol ven komen steeds dichterbij. Om zich uit de benarde situatie te redden beveelt de koetsier één der passagiers uit het gezelschap naar buiten te gooien. Iedereen kijkt verschrikt om zich heen. Wie zal het zijn? Die gezette heer in het gezelschap? Inder daad, de vetste kluif! Of die bijna 100-jarige oude heer!? De enige tiener onder hen is zich het gevaar nog niet helemaal bewust. Maar dra be merkte zij dat allerlei sluwe blikken op haar worden gericht. Als dan ook het bevel van de koetsier nog maals klinkt, wordt er niet langer geaarzeld en met bekwame hand wordt zij naar buiten geschoven. Hoe het verhaal precies afloopt weet ik niet meer, wèl dat de reis nog lang was en de wolven uitgehongerd. EN NU HET ECHTE VERHAAL Minister Brinkman wordt achtervolgd door de decentralisatiewolf. Allerlei instellingen lopen gevaar - maar als eerste wordt de amper twaalfjarige, en veelbelovende Mo- numentenwacht - het kind van de rekening. Hoezeer wij ook de decentralisatie een goed hart kunnen toedragen, constateren wij wel dat een complete chaos dreigt. In dit artikel willen wij u deelgenoot maken van de gevoelens van die tiener. De Monumentenwacht werd in 1973 gebo ren uit een particulier (Fries) initiatief. Na tien jaar noeste arbeid werd ook de laatste provincie overgehaald mee te doen en ook haar schouders te zetten onder dit prachtige werk. Verschillende regionale stichtingen hielpen elkaar en gaven bijstand in het starten der werkzaamheden in naburige regio's. In het bijzonder mag hier de regionale stich ting Utrecht worden genoemd, die niet al leen Noord- en Zuidholland, maar ook Gel derland en Brabant in het beginstadium te hulp snelde. Met groot enthousiasme werden de zaken aangepakt en gaandeweg ontwikkelde zich een hechte organisatie die na ampele onder linge discussie en grote mate van eenstem migheid, een beleidsnota voor de komende jaren vaststelde en overeenkomstig deze no ta zich herinstitueerde tot de thans bestaan de Stichting Federatie Monumentenwacht Nederland. Deze stichting is een samenwerkingsorgaan van elf regionale monumentenwachtorgani- saties, die volledig autonoom zijn maar zich via aansluiting verplichten tot federatieve samenwerking. Tot de gemeenschappelijk door de federatie te verzorgen zaken behoren het personeels beleid (rechtspositie, opleiding, veiligheid en uitrusting) en de vaststelling van tarie ven, uurlonen enz. In de korte tijd van haar bestaan heeft de Monumentenwacht zich een goede naam verworven en alle eigenaren en beheerders van onze monumenten zijn enthousiast en niet minder de verschillende overheden. Met nadruk willen wij hier stellen dat het de Monumentenwacht is geweest die een om wenteling heeft teweeggebracht in de zorg voor onze historische bebouwing. In de loop van haar korte bestaan heeft ze laten zien dat het behoud van onze monumenten op de meest effectieve wijze kan gebeuren door het jaarlijks onderhoud te stimuleren. Niet het Rijk, niet de Provincies en niet de Gemeenten hebben deze doorbraak tot stand gebracht, nee - het waren gedreven lieden die met opoffering van ontzettend veel vrije tijd en na eindeloos praten en onderhande len hier de weg hebben gebaand. Natuurlijk, wij waren daarbij sterk afhanke lijk van overheidssubsidies, maar toch onaf hankelijk en niet gebonden aan bestaande patronen en instellingen. Deze onafhanke lijkheid is met name de oorzaak dat wij het vertrouwen hebben van onze abonnees. Nauwelijks echter heeft deze stichting haar bestaan bewezen en is op alle manieren be zig zich verder te ontplooien en haar effecti viteit te vergroten, of daar wordt aan alle kanten roet in het eten gegooid. Zonder daarin ook maar even gekend te zijn, worden wij door 'de politiek' in stuk ken gehakt en prijs gegeven aan elf provin ciale besturen, die thans elk op eigen wijze hun weg kunnen gaan. Natuurlijk - die federatie zal wel in stand blijven. De kosten van de federatie kunnen worden omgeslagen per provincie; ook kun nen ze worden vergoed door het Rijk enz. Maar ieder beseft dat deze federatie een speelbal wordt van elf provinciale inzichten en een vlag op een verdeeld huis. De ervaring heeft ons geleerd hierover geen illusie te hebben. In de nota van minister Brinkman wordt in hoofdstuk 9 onder het hoofdje 'Het particu lier initiatief nog samenwerking en onder steuning van de Stichting Monumenten wacht toegezegd. Ondanks dat de minister zich hard maakt voor de privatisering en ondanks dat de Mo numentenwacht reeds zeer sterk is gedecen traliseerd, wordt ze zonder enig overleg, lamgeslagen en gebroken. In het bijzonder willen we hierbij wijzen op een Limburgse lobby, die kans zag één en ander in de kamermotie Oomen-Ruyten bin nen te halen. Het blijkt mogelijk in ons land, dat wat men in de normale samenwer kingsstructuur niet kan bereiken, via de lan delijke politiek te realiseren is. Dat de provincies en de gemeenten mee willen spreken in een nieuw monumenten beleid is terecht. Hiervoor zijn vele goede redenen te noemen. Vooral ook het vastlo pen van bestaande wetten en regelingen pleiten hiervoor. Dat echter een goed lopende en alom gepre zen organisatie hierbij in mootjes wordt ge hakt is naar ons gevoelen onterecht, afge zien nog van de weinig verheffende wijze waarop deze zaak wordt gespeeld. HMooibroek, Vice-voorzitter Stichting Federatie Monumentenwacht Nederland

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1985 | | pagina 33