Boek i 146 DE SINT JANS KATHEDRAAL 'S HERTOGENBOSCH In de serie Geïllustreerde Beschrijvingen van de Nederlandse Monumenten van Ge schiedenis en Kunst verscheen in juni een vierde diepgaande monografie: van de Sint Jan te 's-Hertogenbosch. (Na de Dom te Utrecht en Burgerweeshuis en Maagdenhuis te Amsterdam.) Auteur is Prof. Dr. C.J.A.C. Peeters, voorheen werkzaam bij de Rijksdienst Mo numentenzorg, de Universiteit van Amster dam en thans Hoogleraar te Nijmegen. Het verschijnen van dit 500 pagina's tellen de boek valt samen met het voltooien van de tweede grote restauratie van de Sint, Jan (1961-1984), nadat tussen 1859 en 1946'éem eerste, 'niet voldoende weersvaste' restau ratie was voltooid. De bouwgeschiedenis weergeven en het be schrijven van een monument als deze kathe draal, begonnen als Romaanse kerk in de 13de eeuw en in de daarop volgende eeu wen uitgroeiend tot het rijkste gotische kerkgebouw van ons land, moet geen gerin ge opgave zijn geweest: immers, het be schrijven van een dergelijk eeuwenlang 'ge groeid' bouwwerk betekent tevens het weer geven van de sociale en religieuze context, waarin die bouw plaatsvond. Des te meer bewondering krijgt men bij het doorlezen van dit omvangrijke werk, om dat, mét vermelding van alle belangrijke feiten, Peeters erin slaagt de aandacht van de lezer van begin tot eind vast te houden. Men krijgt al een goed inzicht in de bouw en de problematiek van het restaureren door het lezen van de bij de verschillende hoofd stukken behorende inleidingen en de samen vatting van de bouwgeschiedenis; vervol gens kan men dieper op de feiten ingaan bij het doornemen van de beschrijvingen en chronologieën, met de bijbehorende teke ningen, plattegronden en foto's ernaast. In het hoofdstuk 'Het beeldhouwwerk' bij voorbeeld wordt eerst de betekenis uitge legd, beschreven welk gedeelte van het beeldhouwwerk nog origineel is, welk ge deelte werd gerestaureerd en de fouten die daarbij werden gemaakt, en waar, zowel binnen als buiten Den Bosch, delen ervan terecht zijn gekomen. Het hoofdstuk wordt besloten met een volledige catalogus van de wimbergreliëfs, begeleid door foto's voor en na de restauratie, en beschrijvingen van het overige beeldhouwwerk. Het hoofdstuk 'De bouwberichten', geba seerd op de rekeningen van de in 1318 op gerichte Lieve Vrouwe Broedergemeen schap, die vanaf het eind van de 14de eeuw in de Sint Jan over een eigen kapel beschik te, laat zich makkelijk volgen na de lezing van de Kerkelijke geschiedenis in het eerste hoofdstuk. De volgende hoofdstukken be treffen, uitgezonderd de samenvatting van de bouwgeschiedenis alle een bepaald 'as pect' van de kathedraal, zoals het bouwbe drijf, beschildering van het interieur, de fundamenten, kerkinventaris, de gebrand schilderde glazen en uitgebreide verslagen van de twee grote restauraties en een hoofd stuk gewijd aan de Westtoren. In zijn 'ten geleide' memoreert de auteur het in 1931 verschenen boek over de Sint Jan van kerkarchivaris J. Mosmans, 'die aan vankelijk wel verbaasd was dat na zijn stan daardmonografie over de Stint Jan nog ie mand aan de samenstelling van een ander boek dacht'. Hoewel Peeters wel uit dit boek en andere artikelen van Mosmans put,

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1985 | | pagina 26