141 Enige figuren op de luchtbogen van de St. Jans Kathedraal. bracht, die het kleine gipsen popke voor- noemd tot een reuze statue in natuursteen Alleen al over de manier waarop de middel- omwerkt, eeuwse steenhouwer de steen bewerkt, kan En haalt men nu na die eindeloze operaties een dik boek géschreven worden. Eigenlijk het nieuwe, langs verschillende omwegen bestaat dat ook al, al is het opgeslagen in afgedwaalde beeld tegelijk met zijn antieke, allerlei traktaten, overzichten en artikelen. ontredderde voorganger voor de rechtbank Ook op de manier waarop het figurale der gezonde kritiek, dan verzuchten alle beeldhouwwerk werd behandeld, is in de deskundige rechters: Quantum mutatis ab loop van de tijden kritiek kunnen ontstaan. Ulo - hoezeer is het veranderd ten opzichte Ook dat hangt weer samen met de kosten van het oorspronkelijke. Die resultaten van de uitvoeringheeft men niet bij de recente restauratie Aan de buitenzijde is overvloedig figuraal menen te moeten weghalen met een pedante beeldhouwwerk aanwezig, waarvan het correctielust. Ook dat hoofdstuk met die wat meeste in de huidige staat teruggaat tot de tragische accenten is zichtbaar gebleven,- jaren 1860-1930. Het is gemaakt door maar is zelfs ook verdedigd, beeldhouwers en steenbouwers die in de Want, wat zeiden rond 1918 bijvoorbeeld laatste decennia van de vorige eeuw veer- kunstenaars als Antoon Derkinderen? De tien cent per uur verdienden, hun onvolwas- steenhouwers, de beeldhouwers, die aan sen zonen twee en halve cent. Toch moesten deze kerk werkzaam zijn, moeten ook de zij kunst maken. Goed, dat kon, men haalde kans krijgen om hun eigen vrije fantasie in af en toe een beeldend kunstenaar uit de stad te brengen, om niet'altijd slaafs te copiëren of uit de omgeving erbij die voor 27 cent maar ook zelf beeldend kreatief werkzaam per uur, dus het dubbele, gipsmodelletjes te zijn. Alleen zo ontstaat een zekere harmo- leverde zodat de eenvoudige steenhouwers nie des arbeids, zoals hij het uitdrukte. Al- met hun 14 cent voorbeelden hadden waar- leen dan ontstaat arbeidsvreugde, alleen naar zij konden werken. U kunt zich voor- dan zal de steenhouwer, zal de arbeider zijn stellen dat bij het uitblijven van een behoor- werk zingend verrichten, lijke salariëring aan grote kunstenaars het Nu moet ik even een correctie aanbrengen peil van die figurale sculptuur niet altijd in het résumédat u van mijn betoog gekre- even hoog was. Al in een studie uit 1907 gen hebt, u zult wel hebben getracht te ra- heeft de kunsthistoricus, en later pastoor den wat er eigenlijk had moeten staan, in de Smits kritiek op die praktijk uitgeoefend, op tweede alinea waar het gaat over het ker- dat restaureren van beelden. Hij schetste de mend vallen van stalen steigerbuizen, waar fasen als volgt: een oud verweerd beeld schuwend geschreeuw, gelang en gemopper wordt van de kerk neergelaten. Tweede ope- van de arbeiders naar elkaar. Wat is dat, rade: van het levensgrote beeld in kwestie gelang? Ja, tegen sommige mensen heb ik maakt iemand een heel klein potloodschets- gezegd dat het een vakterm is, behorend bij je, van ongeveer 15 centimeter, uit de losse het werk, maar anderen hebben trachten te hand. Derde operatie: dit getrouw teke- raden, dat het gezang zou zijn. Ik moet u ningske komt nu in handen van een andere zeggen dat ik hier tijdens de arbeid weinig kunstenaar, die naar het potloodkrabbeltje heb horen zingen, meestal werd het muzika- een pijpaarden, gipsen beeldje maakt. Vier- le ingebracht door de transistorradio, de operatie: het gemoderniseerde beeldje Wat er moet staan is, het spreekt eigenlijk wordt alweer bij een andere kunstenaar ge- vanzelf, gelach. Natuurlijk, tussen het schreeuwen en het mopperen door hebben de arbeiders ook gelachen. Maar toch, dat gezang komt niet helemaal uit de lucht val len, want die harmonie des arbeids wordt ook op die manier geschilderd in een proza gedicht uit 1925 dat langs allerlei wegen ook invloed heeft gehad op het restauratie- ethos, op het denken over restaureren. Aart van der Leeuw heeft toen een dichter lijk beeld opgeroepen van de kathedraal bouwers en hun broederlijke, idealistische arbeid, bevlogenheid, blijheid, hun ijver waarvan zij eindeloos meer geven dan hen in munt wordt uitbetaald. 'De een grijpt blij zingend zijn kalkbak en troffel, een ander lacht bij den schal van zijn hamer(Van een arbeider breekt de beitel aan stukken en Abraham de beeldsnij der reikt hem dadelijk den zijne toe. Metse laar Hans laat een steenen bloemroos, wel ke opgebloeid is om het hart van Maria, uit de handen glippen in zijn haast een wanke lende pilaster te steunen, dien een zwakke makker alleen niet houden kan.' Ja, als u dat leest, dan moet het toch eigenlijk wel een chaos geweest zijn op die middeleeuwse bouwsteiger, iedereen zingt en laat dingen uit zijn handen vallen, vreselijke dingen ge beuren daar. 'Maar toch'zegt Aart van der Leeuw, 'dag aan dag wint. de kerk aan schoonheid en gratie. En daarom groeien de klokkentorens als een tros bloemen in de wolken op en maken de spitsbogen een ge baar van verrukking en stralen de vensters als het oog van God omdat het gezamenlijk werken aan dit ten hemel stijgende wonder bij allen een vonk uit de ziel heeft geslagen en zoo de kathedraal wordt opgetrokken tot een broederschap van heiligen.' Nou, nou dat gaat wel wat ver vind ik, die heiligverklaring kan nog wel even wachten. Maar ik heb u de twee polen geschilderd, enerzijds het vrije, blijmoedige, geïnspi reerde werken, en anderzijds dat gevaar van fouten maken, dat gevaar van te weinig letten op de aanwezige, oorspronkelijke substantie en te weinig vaststellen welke vragen eigenlijk beantwoord moeten wor den voor men ook maar even de hand aan het werk zet. Mijn conclusie is dan ook de volgende: .res tauratieambachten hebben hun grenzen te genover het monument als historisch kunst werk. Niet alles is vervangbaar, en niets ouds is opnieuw maakbaar. Herstel vraagt op de eerste plaats goed kijken naar de oorspronkelijke substantie en niet ziende blind zijn. Niet met jeukende handen onmiddellijk aan tasten, maar geduldige studie, observatie en vooral discipline. Discipline, het is een woord uit het leger, maar ook uit het kloos ter maar vooral en eerst uit de school, het woord komt uit het onderwijs. Het is een onderwijskundige term. Het aanleren van het restauratieambacht is een discipline en die staat geenszins in de weg aan de ar beidsvreugde die ik u allen, opleiders en opgeleiden, toewens. Het résumé, waarvan hier sprake is, was aan de deelnemers van de NCM-studiedag uitgereikt.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1985 | | pagina 21