's-Herto co enbosch gresstad 132 EEN NIEUW IDEE VOOR MONUMENTENZORG HET DECENTRALISATIEPLAN In september '83 zond de minister van Bin nenlandse Zaken een brief aan de Tweede Kamer waarin werd voorgesteld om de ver antwoordelijkheid voor het overgrote deel van de ruim 40.000 gebouwen die op grond van de Monumentenwet worden be schermd, over te dragen aan de gemeenten. Gelden voor restauratie zouden dan naar het Gemeentefonds worden overgeheveld. Slechts een kleine categorie A-monumen- ten, naar verluidt ongeveer 200, moest on der rijkstoezicht blijven. 'De bekostiging van de zorg voor de monumenten zal in de toekomst over een jaar of vijf - moeten plaatsvinden door de gemeenten uit haar algemene middelen'. Dat dit voorstel op het ministerie van WVC en bij de Rijksdienst voor de Monumenten zorg - die goeddeels overbodig zou worden - niet bepaald met gejuich werd ontvangen, laat zich denken. Ook de particuliere orga nisaties van monumenten-verdedigers en -beheerders waren unaniem tegen. In ons land zijn 32 gemeenten met meer dan 200 beschermde monumenten, waaronder Am sterdam (6836), 's-Hertogenbosch (387), Brielle (364) en Staphorst (324). Een kind kan begrijpen dat het in kleine gemeenten onmogelijk is een terzake deskundig eigen apparaat te vormen, afgezien van de nog belangrijker vraag naar de bereidheid van de gemeentebesturen om voor dit doel - dat niet door omvangrijke pressiegroepen wordt gesteund - gelden op hun begroting te be stemmen. Sportaccommodaties hebben in dit opzicht altijd voorrang. Dit wil niet zeg gen dat er geen publieke belangstelling be staat voor het historische karakter van ste den en dorpen; doch wel dat die belangstel ling pas achteraf merkbaar wordt, öf in spijt dat die eigen sfeer door verkeersdoorbraken en schaalvergrotende nieuwbouw is ver dwenen, of in tevredenheid dat een oude kern met gerestaureerde monumenten een herleefde attractie blijkt te hebben. DE WET OP DE STADS VERNIEUWING Enkele maanden na de brief van minister Rietkerk aanvaardde de Tweede Kamer de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing. Daarbij werd een 20-tal z.g. specifieke steunregelingen van het rijk aan de gemeen ten ingetrokken en vervangen door één geldstroom die volgens een bepaalde ver deelsleutel per 1 januari 1985 aan de ge meenten toevloeit. De gemeenten dienen die middelen naar eigen inzicht te gebruiken voor stads vernieuwingsactiviteiten. Tot de opgeheven regelingen behoren onder meer de 'Bijdrage reconstructie- en sanerings plannen', bekend als de 80%-regeling (die veel kwaad heeft gedaan omdat zij vaak werd gehanteerd als een premie op de sloop van oude gebouwen), maar ook de gecom bineerde regeling van VROM en WVC voor de restauratie van woonhuizen met waarde als monument. Het stadsvernieuwingsfonds komt op de be groting van VROM; het merendeel van de opgeheven regelingen hoorde daar al thuis: ook Economische Zaken en WVC hebben echter hun bijdrage moeten leveren. Van het rijksbudget voor monumentenrestauraties verdwijnt 28 miljoen in het stadsvernieu wingsfonds, en het is nog een open vraag of alle gemeentebesturen dat geld zullen ge bruiken voor de monumenten of voor - bij voorbeeld - het uitkopen van hinderlijke fabrieken of voor het vernieuwen van riole ringen in stadsvernieuwingsgebieden. DE NOTA OVER DE MONUMENTENZORG Gedateerd 28 mei '84 zond minister Brink man van WVC zijn lang verwachte Nota over de Monumentenzorg aan de Tweede Kamer. De begeleidende brief vermeldt dat de Nota tevens het antwoord is op de 'ka merbrede' moties-Van der Vlies bij de be handeling van het begrotingshoofdstuk Mo numentenzorg voor 1983 en voor 1984. Aan de Nota zal vermoedelijk wel enig interde partementaal overleg - om niet te zeggen: gekrakeel - voorafgegaan zijn. Het decentralisatievoorstel van minister Rietkerk wordt er niet in genoemd maar wel inhoudelijk ongewenst en onuitvoerbaar verklaard. De algemene decentralisatie ver dwijnt uit het beeld en wordt vervangen door een delegatie van bevoegdheden aan die gemeenten waar een op dit gebied des kundig apparaat aanwezig is. Dit betreft in de eerste plaats het vergunningenstelsel bij verbouwings- of restauratieplannen. Van het rijksbudget-monumentenzorg wordt een deel gereserveerd voor de gemeenten op grond van het aantal en de conditie van hun monumentenbestand. Binnen de reserverin gen zullen de gemeenten zelf hun prioritei ten bepalen. De vaststelling van de subsidi abele restauratiekosten en de toekenning van daarop gebaseerde subsidies blijven echter een rijkstaak, evenals het bewaken van het register van beschermde monumen ten, waarvan een herinventarisering wordt aangekondigd. Ten behoeve van de voorfi nanciering van toegekende restauratiesubsi dies en voor het verstrekken van goedkope leningen aan particuliere monumenteneige naren zal een Nationaal Restauratiefonds in het leven worden geroepen (hetgeen op 6 juni jl. eindelijk zijn beslag heeft gekregen). Niet in de Nota vermeld maar uit andere berichten bekend is dat de ministers van Financiën en van WVC zijn overeengeko men dat de door de Rijksdienst vastgestelde subsidiabele restauratiekosten tevens voor de belastingsinspecties de richtlijn zullen vormen bij het bepalen van de fiscale aftrek. Door het Restauratiefonds en de versoepe ling van het fiscale regime verwacht men de toeneming van de restauratieactiviteit te be reiken waarop de Tweede Kamer bij herha ling heeft aangedrongen, ondanks de halve ring van de subsidiepercentages die ook in de Nota wordt aangekondigd. De Nota bevat verder waardevolle beleids doelen zoals vereenvoudiging van de proce dures en vergroting van de rol van het parti culiere initiatief, die nog nader ingevuld zullen moeten worden. De hoofdzaak is echter dat na jarenlange onzekerheid over de structuur van de monumentenzorg nu Het kolossale 'Groot Zieken Gasthuis' aan de Zuidwillemsvaart: een stedebouwkundige misgreep van formaat.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1985 | | pagina 12