101 Een van de opslagterreinen van Mol in Schoorldam. tenzorg financiert de sloop en de bewerking van het oude materiaal vóór en brengt dat in mindering op de te verlenen restauratiesub sidie. Op die manier wordt voorkomen, dat er duur nieuw materiaal wordt vervaardigd terwijl bovendien de nationale afvalproble- matiek weer een stuk kleiner wordt. Recyc ling heet dat gewoon. ONWIL Hoe komt het toch, dat zoveel restaurateurs zo snel grijpen naar nieuw materiaal, vragen we Martien. 'Pure onwil en ook gemak zucht' is zijn reactie. 'Men vindt het makke lijker om stenen of dakpannen keurig in plastic verpakte zakken aangeleverd te krij gen, in plaats van al dat oude materiaal te laten bikken en sorteren. Door persoonlijke interesse hoorde ik bijvoorbeeld toevallig, dat bij de peperdure restauratie van het Cae- cilia-complex in Leiden een x-aantal blauwe Oudhollandse dakpannen nodig waren. Nu wist ik, dat er juist bij de sloop van een houtloods in Amsterdam 200.000 pannen vrij zouden komen. Dus belde ik ze daar op in Leiden. Maar men nam een afwachtende houding aan'. Uiteindelijk zullen het wel weer nieuwe dakpannen worden, vreest Martien. Ander voorbeeld. 'In Schiedam wordt een molen gesloopt. Het blijkt, dat hij tien me ter verder weer moet worden opgebouwd. Denk je simpel: dan zullen ze wel de oude stenen gebruiken. Maar nee hoor, die wor den als stortsteen voor een kade gebruikt. Als een week later van een pakhuis vijf kilometer verder 300.000 IJsselsteentjes be schikbaar komen wordt ook die kans niet gegrepen.' Als ik de molenman van Monu mentenzorg bel zegt die: 'Ja maar die aan nemer heeft al nieuwe stenen besteld.' Men doet net alsof er geen oude bouwmaterialen bestaan. Je moet hergebruik dus via nieuwe regels bij sloopvergunningen en restauratie subsidies gaan regelen, vindt Martien. AMBTENARIJ Bij Monumentenzorg heeft hij echter nog weinig gehoor gevonden voor zijn plan. 'Jongen waar begin je aan!' en dat soort uitlatingen krijgt hij te horen. En de ge meente Amsterdam staat heus wel positief tegenover het idee van een centrale opslag ergens in het Westelijk Havengebied. Maar eerst moest Martien 'alles maar eens op papier zetten' en vervolgens wacht hij nu al zes weken op een reactie. Nog een voor beeld van lauwheid bij de ambtenaren: Mo numentenzorg wilde wel eens voorraadlijs- ten hebben van alle handelaars in oud bouw materiaal. Die bleek Martien al lang opge stuurd te hebben. Hij deed het nog maar eens en krijgt sindsdien te horen dat z'n plan 'in behandeling' is. Ooit is er echter ook een ambtenaar geweest die hem adviseerde eens een vereniging van handelaren in oude bouwmaterialen op te richten. Dat was een goed advies en dat is ook gebeurd. In alle windstreken wordt nu door zes handelaren geprobeerd architecten en aannemers te stimuleren tot het toepassen van oude bouwmaterialen en hen te attende ren op de beschikbaarheid ervan. Maar er is dus meer nodig om het ideaal van hergebruik echt dichterbij te brengen: een stichting, een goede registratie, een centrale opslag en nieuwe regels. Over die stichting zegt hij nog: een stichting zonder winstoogmerk is ook een goed adres voor al die mensen, die graag na hun over lijden via legaten waardevolle spullen in niet commerciële handen zien. Vaak wen den die mensen zich tot Monumentenzorg met de mooiste antieke zaken, prachtige kerkbanken bij voorbeeld. WERKGELEGENHEID En over de centrale opslag: 'Als die er een maal is kun je met steun van Sociale Zaken tientallen mensen zo aan het werk zetten met behoud van uitkering. Ze kunnen bik ken, materiaal schoonmaken, repareren, sorteren etc. Een prachtig werkgelegen- heidsobject, dat op den duur nog rendabel wordt ook.' Martien tenslotte: 'Het is toch eigenlijk te gek, dat je als particulieren op dit punt het beleid op poten moet zetten. Waarom kun nen ambtenaren daar niet op komen. En nu

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1985 | | pagina 7