Heenjscljut akjle Arnhem Bergen op Zoom Assen 115 Aan de hand van één voorbeeld van ir. van Basten kan ik misschien nogmaals illustre ren hoe het, door mijn fantasie genoemde, interieur ontstaat. Hij beschrijft de Balkon zaal: het gereconstrueerde plafond (Willem 1); de grijsblauwe wandbespanning die in de handel verkrijgbaar is en die daar mooi werd geacht (qua kleur een herinnering aan Willem III, qua patroon vroeg 19de eeuwse stijl/Willem I); het tapijt, reconstructie naar het tapijt in de galerijzaal ten tijde van Wil lem I zonder de blauwe basiskleur maar in plaats daarvan met een bruin/beige basis- kleur; meubilair (Willem I), aangevuld met een Empire-tafel (Lodewijk Napoleon? of Willem 1). De optelsom van deze inrichting is een kamer die de indruk wekt te herinne ren aan Willem I maar in feite de ontken ning is van die periode (b.v. de kleur). In mijn artikelen beschreef ik hoe in andere ruimten (b.v. de galerijzaal, de Pieter Post- zaal) nog ingrijpender de inrichting naar de hand van de restauratie-architect is gezet. In mijn artikelen heb ik niet de namen van de architecten, adviseurs en andere betrokke nen genoemd omdat het mijns inziens geen zin had wie dan ook persoonlijk te kritise ren. Ik achtte het daarentegen wel geoor loofd om de lotgevallen van een nationaal monument, werk- en ontvangstpaleis van het staatshoofd, en tegelijkertijd een kostba re restauratie op de voet te volgen en vraag tekens bij de aanpak te zetten. Beide schrij vers gaan in feite niet in op de uitgangspun ten en de fundamentele kritiek die ik heb geformuleerd. Ten overvloede dit voor beeld, in principe doet het er niets toe of het balkon in plaats van vroeg 19de eeuws, laat 18de eeuws blijkt te zijn. Die historische gegevens hadden in het begin van de jaren 60 de beslissing tot verwijdering niet veran derd. In de correspondentie over de restau ratie toen wordt onomwonden duidelijk dat men de 17de eeuwse toestand nastreefde en men achtte daarbij het balkon op louter es thetische gronden ook niet meer geschikt. Dezelfde argumenten waren later niet meer geldig of maar liever vergeten. Beide schrij vers wekken de indruk dat de architecten de willoze slachtoffers van de kritiek zijn. Het is inderdaad niet de bedoeling om 'de archi tect in de beklaagdenbank te zetten', maar er is een verschil tussen de beklaagdenbank en de onbeperkte vrijheid. Het is nog steeds noodzakelijk architecten eraan te herinneren dat het bij dergelijke belangrijke historische gebouwen niet gaat om het vrijblijvend 'doorcomponeren in de oorspronkelijke vor- menwereld ter plaatse', 'renoveren' en 'een harmonieus geheel' tot stand brengen. Het wordt daarom echt de hoogste tijd dat archi tecten, (kunst)historici en gebruikers op ba sis van gelijkheid en gezamenlijk in een werkteam de uitgangspunten formuleren en een dergelijk belangrijk project in overleg aanpakken. De restauratie van Noordeinde bewijst dat het exterieur en de officiële ont vangstruimten het resultaat zijn van het ver langen naar, in de 20ste eeuw bedachte, 'oude luister', die weinig te maken heeft met de geschiedenis van het gebouw en de bewoners. Uit perspublicaties vernamen wij dat Aarts bisschop dr. Simonis blijft weigeren toe stemming te verlenen voor de bouw van appartementen in de leegstaande St. Eusebi- uskerk aan het Nieuweplein te Arnhem. Naar aanleiding hiervan berichtte Heem schut B. en W. adhesie te betuigen aan het streven van het College dit weliswaar niet beschermde, doch niettemin zeer belang wekkende monument te behouden. Stede bouwkundig beschouwd levert dit kerkge bouw al zo'n belangrijke bijdrage aan het beeld van de stad, dat naar onze overtuiging het op deze wijze laten voortbestaan van dit monument als een gemeenschapsbelang moet worden aangemerkt. landse Spoorwegen te bewegen het huidige stationsgebouw te willen sparen. In het geval Assen gaat het om méér dan efficiency. Er zijn bovendien nimmer klach ten van reizigers vernomen, uitbreidings mogelijkheden zijn aanwezig en als bouw werk dat sterk beeldbepalend is'voor het stadsbeeld, zal het station, dat constructief nog in goede staat verkeert, moeilijk te ver vangen zijn. Wij hopen ten zeerste dat alsnog een oplos sing kan worden gevonden die aan redelijke eisen van bruikbaarheid voor de N.S. kan voldoen en anderzijds recht doet aan de be tekenis van het huidige bouwwerk voor de stad Assen. Ruim 4 jaar geleden wendde Heemschut zich tot de Raad in verband met plannen tot afbraak van het huidige stationsgebouw en vervanging door nieuwbouw. Wij merkten toen op dat het huidige stati onsgebouw méér dan een eeuw oud is en zowel door zijn architectonische kwaliteit als sterk beeldbepalende functie voor het stationsplein bescherming verdient. De As senaren zijn aan dit gebouw gehecht, mede omdat het de identiteit van hun stad bepaalt. Onlangs is ons gebleken dat de Raad het zou betreuren indien het huidige station zou ver dwijnen. Aanleiding om - nu het nog niet te Iaat is - ons nogmaals tot de Raad te wen den met het verzoek om alsnog de Neder- Het Gemeentebestuur van Bergen op Zoom streeft het afvoeren van de lijst van be schermde monumenten na van de kerk van de H. Maagd, Grote Markt 32 te Bergen op Zoom, met het doel de sloop van dit gebouw. Het niet voorhanden zijn van een passende funktie en de slechte bouwkundige toestand van het gebouw zouden hiervoor de be weegredenen zijn. Uit het desbetreffende rapport van de Monumentenwacht blijkt echter, dat van bouwvalligheid geen sprake is. Wel zijn in hoofdzaak de goten slecht, evenals de dakbedekking van de toren, maar de herstelkosten hiervan en van de overige gebreken zullen zeker binnen redelijke per ken blijven. Wat betreft vervangende funkties komt uit het door de lokale Vereniging Binnenstad Het beeldbepalende stationsgebouw van Assen. Het verkeert in goede staat en er zijn uitbreidingsmogelijkheden, zodat het niet ten offer behoeft te vallen aan 'efficiency'.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1985 | | pagina 21