b - pi t' JJ-. I 1LL g= Hl Ir^n 111 werd aan Ir. H. de Lussanet de la Sablonière (aan de Rijksgebouwendienst verbonden) opgedragen het gehele voorfront naar van Campen's project van 1640 te herstellen: een redelijk startpunt voor algehele renova tie, gezien de renommee van onze 17de eeuwse bouwmeester. Dit plan had de volle dige instemming van de toenmalige Monu- mentenraad. Bij het herstel bleken de gevens in twee soorten natuursteen en zeer slordig gemet seld te zijn: het werk was bedekt door soms vele centimeters dikke pleister- en verfla gen, waaruit bleek dat de gevels van het begin af geschilderd geweest zijn. De Lus sanet heeft er herhaaldelijk voor gepleit om de gevels opnieuw te schilderen, daarin bij gestaan door de Rijksdienst voor de Monu mentenzorg. Doch toen hij in 1972 de Rijksdienst verliet was het er, wegens het niet beschikbaar stellen van de nodige cre- dieten, nog niet van gekomen. Wel had De Lussanet, in opdracht, een voorlopig ont werp vervaardigd voor totale renovatie van het Paleis, op basis van de bestemming hier voor vermeld. Doch inzake die bestemming was men kennelijk aan het dubben geraakt. En zo bleef het aspect van het Paleis aan het Noordeinde gedurende vele jaren aan de sombere kant en stokte de restauratie van de voorgevel en van het hek. In het voorjaar van 1974 werd Ir. JKruger uitgenodigd tot bezichtiging van het ge bouw en tot gesprekken inzake restauratie mogelijkheden van het Paleis; in juni werd hem opdracht verleend tot historisch onder zoek en in januari 1975 volgde de opdracht voor een voorlopig ontwerp met dito kos tenraming, d.w.z. voor renovatie op basis van gesprekken met de Paleis-Intendance. In voortdurende wisselwerking met de vele betrokkenen groeide een programma van ei sen. De uiteindelijke bestemming voor het complexe gebouw werd die van 'Werkpa leis', wat het volgende inhield: - ten eerste werkvertrekken voor leden van het Koninklijk Huis en voor de Hofhouding; - ten tweede representatieve ruimten voor ontvangsten en banketten; - ten derde een Corps de logis, d.w.z. ap partementen voor gasten; - ten vierde alle diensten die voor deze categorieën noodzakelijk zijn. In de loop van 1982 heeft Kruger voor een kleine kring van vrienden een exposé gege ven van zijn renovatie-plannen en ons daar bij tal van historische vondsten en hun her gebruik (tot zelfs de schaarse resten van de oorspronkelijke patriciërswoning) getoond. En tot slot konden we door een aantal repre sentatieve vertrekken en ruimten wandelen, waaronder de balzaal (een wonder hoe hier uit minieme resten de oorspronkelijke orna mentering gereconstrueerd werd!), alsmede werkvertrekken, die nagenoeg gereed en en kele reeds gestoffeerd waren. Ik bewonder de Kruger's consciëntie, zijn eruditie, zijn vakkundigheid en groot en verfijnd talent. De voorgevel was inmiddels licht zand- steenkleurig geverfd en de peristiel her bouwd: van het Noordeinde gezien bezit het Paleis weer zijn typisch verstilde waardig heid, schoner dan vóór 1940. Op één omstreden onderdeel van de 'reno vatie' vestig ik nog de aandacht: dat is het hoofdtrappenhuis aan de tuinzijde. De toe gang daar is thans bestemd voor grote ont vangsten: bijgevolg diende zowel beneden als boven ruimte geschapen te worden, ter wijl de trap, evenals de entree, royaal en makkelijk begaanbaar moest worden. Van Campen en Pieter Post hadden in 1640 een (voor huiselijk gebruik) royaal trappen huis gemaakt; Ziezenis heeft er in 1815, toen deze toegang kennelijk belangrijker ge worden was, mee getobd; samen met De Greef maakte hij ten slotte een rechte steek- trap met bordesjes: wie van buiten naar bin nen kwam liep tegen de onderkant van de trap aan! (zie de gepubliceerde ontwerpen in Bouw '84, nr. 26). Het huidige trappenhuis is, daarmee verge leken, royaal, heeft allure en is boeiend van ruimte en ritme. Blijft de hamvraag: wat werd er nu vervalst? Een bestaand, zeer complex gebouw, gedu rende 4'/2 eeuw door talloze generaties be- \voond en gebruikt, vele malen uitgebreid en verbouwd en telkens ingericht naar ande re behoeften, voorkeuren en verlangens en tot slot zwaar gemutileerd door brand en uitgewoond door ongewenste gebruikers, werd achtereenvolgens door twee architec ten (die op deze terreinen hun sporen ruim schoots verdiend hadden!) eerst gedeeltelijk gerestaureerd en daarna geheel gereno veerd: d.w.z. aangepast en ingericht op een uniek en modem gebruik. Het Paleis Noordeinde vervult thans een functie, passend de hedendaagse opvatting van het Koningschap. Of de vroegere bouwmeesters zich ooit bezwaard gevoeld hebben door de gedachte dat zij zich bezondigden aan geschiedver valsing? Ik geloof er niets van: zij ontwierpen gro tendeels naar eigen aard en intuïtie zowel als in de vigerende stijl van hun tijd, waarop de meesten parafraseerden en een enkele soms vooruit liep. Waarover onze voorgangers, als architecten pur sang, wel hun zorgen gehad zullen heb ben is: dat tussen oud en nieuw, bij uitbrei ding, renovatie en decoratie in ieder geval een harmonisch geheel tot stand gebracht moest worden. En dat laatste is hetgeen waarvoor de bij deze renovatie betrokken architecten consciëntieus, vakkundig, ta lentvol en met algehele toewijding gezorgd hebben. Daarvan ben ik, na het bezoek en de toelich ting van enkele jaren geleden en door ver scheidene publicaties van het laatste half jaar, overtuigd. En ik heb alle vetrouwen dat Ir. Kruger's opvolgers - Irs. E. S. van Duin en R. van Basten nourris dans Ie serail, in zijn geest de laatste loodjes er passend aan toevoegen. J. F. Berghoef Ontwerpen trappenhuis Paleis Noordeinde 1984 uitgevoerd ontwerp Kruger 1640 Jaeob van Campen/Pieter Post 1 1815 twee van de niet-uitgevoerde ontwerpen van Ziesenis q? ap d a 1818 uitgevoerd ontwerp Ziesenis/De Greef i D O

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1985 | | pagina 17