De bescMdering van de Sint Servaas 106 EEN ARCHITECTONISCHE BESCHOUWING DOOR IR. K. J. C. MERKS De laatste jaren is in ons blad, zowel in verschillende uitvoerige artikelen als redactionele bijdragen, aandacht besteed aan de waarde van de zgn. Cuypers-uitmonstering van de in restauratie zijnde Sint Servaas te Maastricht.*) Tesamen een pleidooi voor het behoud en herstel van het kerkgebouw, zoals het door de vorige generaties aan ons is overgeleverd. Dit is ook het uitgangspunt van het verantwoordelijke ministerie, dat geen goedkeuring heeft gehecht aan het restauratieplan van de Stichting-Sint Servaas, voor zover het haar plannen betreft om de Cuypers-polychromie grotendeels te verwijderen op grond van door haar ingebrachte liturgische motieven. In de genoemde artikelen worden deze motieven weerlegd door drs. B.C.M. van Hellenberg Hubar die, als actief lid van onze provinciale commissie Limburg en bestuurslid van het Cuypersgenootschap, zich voor het behoud van deze uitmonstering inzet. Dat binnen de kring van Heemschut de waarde van Cuypers' ingrijpende restauratie van de Sint Servaas in de vorige eeuw verschillend beoordeeld wordt, bewijst dit artikel. Ir. K.J.C. Merks, technisch adviseur van diezelfde provinciale Heemschutcommissie komt tot de slotsom dat de polychromie van Cuypers de architectuur van het kerkgebouw schaadt. Ondermeer maartnr. 1983 pp 40 t/m 43 sept. nr. 1983 pp 128 t!m 131 en maartnr. 1983pp 39-40. Fig. I Plattegrond Sint Servaas (naar Mulder). DE OPBOUW VAN DE SINT SERVAAS (voor zover die van belang is voor de be schrijving van de beschildering). Het kerkinterieur bestaat uit (zie fig. 1) een Westbouw (A), een middenschip (B), zij schepen (C), zijkapellen (D), een transept (E) en een koortravee (F) met absis (G) Voor een Nederlandse kerk is dit, de West- bouw buiten beschouwing gelaten, een nor male opzet. Toch vertoont het totale kerkge bouw geen optimale harmonie en dat komt omdat de delen niet in dezelfde tijd en ook niet in dezelfde stijl gebouwd zijn. De diverse onderdelen zijn in zichzelf ver schillend geproportioneerd, d.w.z. dat per onderdeel van het gebouw de verhoudingen tussen hoogte, breedte en dikte van muur vlakken, hoogte en dikte van kolommen, hoogte en breedte en dikte van tussenruim ten etc. niet hetzelfde zijn of op zich niet op elkaar zijn afgestemd. Sommige onderdelen maken een zwaardere of loggere indruk dan andere. Van het westen uit is de opbouw als volgt: westbouw De ruimte van de Westbouw wordt gevormd door drie galerijen (fig. 1a) die een bin nenruimte insluiten. De oostzijde is, open en is voorzien van een boog (fig. 1, b). De galerijen zijn in de hoogte in tweeën ge deeld, hebben dus een verdieping. Ten op zichte van de andere onderdelen van de kerk is de Westbouw hierdoor klein van schaal. middenschip en zijbeuken Het middenschip (fig. 1, B) moet gezien worden als gevormd tussen twee galerijen (fig. 1, C). De achtermuren van deze gale rijen, dus de zijmuren van de kerk, zijn over brede gedeelten doorbroken om de zijkapel len (fig. 1, D) toegankelijk te maken. De voorzijden van de galerijen bestaan uit een rij kolommen (fig. 2, A) met opgaand muurwerk (fig. 2, B) waarin bogen zijn uitgesneden. De hoogte van de galerij wordt op deze voormuur gemarkeerd door een ho rizontale lijst (fig. 2, C) zodat de hoogte van de achterwand in het middenschip goed waarneembaar is. zijkapellen Dit is een serie op zichzelf staande ruimten, in gotische stijl opgetrokken en in één bouwperiode voltooid (fig. 1, D). Hierdoor zijn wanden, gewelf, ramen en ingangen harmonisch op elkaar afgestemd. De gewel ven hebben graten en de wanden schalken, zodat de schaal tot op kleine onderdelen is doorgedetailleerd. Dit komt enigszins over een met de Westbouw. Door hun ligging worden de kapellen niet bij de compositie van het interieur betrokken. Van het oosten uit wordt de kerk gevormd door de absis en de koortravee: absis Een zware, gebogen, ongelede muur met een halfrond gewelf erop (fig. 1, G) maakt

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1985 | | pagina 12