'Deze stad is gegroeid
tot war'ie is,
óók door kaalslag'
LEEUWARDER WETHOUDER GEERTS
VAN ACTIEVOERDER TOT BELEIDSMAKER MONUMENTENZORG
Leeuwarden 700 jaar stad. Ir. C. G. HGeerts, wethouder van ruimtelijke ordening en
volkshuisvesting en tevens de eerste beleidsverantwoordelijke voor monumentenzorg in de
Friese hoofdstad, tilt aan dat jubileum op zich niet zo zwaar. 'Vijftig jaar geleden hebben we
het 500-jarig bestaan gevierd en misschien vinden we nog wel eens documenten waaruit blijkt
dat we nóg ouder zijn'oppert hij glimlachend aan het begin van ons gesprek.
Geerts: 'De stad is een organisch geheel, in zijn groei erg afhankelijk van sociale omstandig
heden, culturele en bouwkundige inzichten en alles wat daar mee te maken heeft... Het is
duidelijk dat je daar zeer voorzichtig mee moet omgaan. Dat is dan ook wat Leeuwarden 700
mij zegt, een verantwoordelijkheid die vooral ook door de ouderdom van de stad mede
bepaald wordt.
De zorg voor 700 jaar stedebouwkundige cultuur is voor de wethouder geen zware last. Hij
praat open, met gevoel en veel kennis van zaken over de monumentale kwaliteiten van zijn
stad. Geerts' werkkamer in het J6de-eeuws stadhouderlijk hof, voormalig koninklijk paleis en
nu deel van het stadhuiskomplex, leent zich bij uitstek voor een gesprek over stedebouwkun
dig beleid en monumentenzorg. Behalve op de historische bebouwing rond het Raadhuisplein
kijken we uit op enige nieuwbouw van bedenkelijker allure op de hoek St. JakobsstraatlGou-
verneursplein. Deze kamer is letterlijk en figuurlijk de plek waar het dilemma wordt uitge
vochten, Geerts' dilemma tussen het ten koste van veel (overheids)geld in stand houden van
oude, beeldbepalende bebouwing èn zogenaamd doelmatige nieuwbouw.
En toch.Als we zo de wethouder beluiste
ren had het allemaal zoveel erger met de
Leeuwarder binnenstad kunnen aflopen,
wanneer de plannenmakers en beleidsbepa
lers uit de eindjaren '60/beginjaren '70 wer
kelijk hun zin hadden gekregen. Geerts schat
het historisch bewustzijn in het Leeuwarden
van die jaren niet hoog, nu nog niet: 'Ik moet
zeggen dat ik dat bij mezelf ook heb moeten
ontwikkelen. Het bestuur ook. Ik heb zelf
die hele discussie meegemaakt vanaf zeg
maar '65 over de stedebouwkundige opzet
van de binnenstad. In '71 waren er toch heel
verschrikkelijke plannen die zich van de oor
spronkelijke structuur niets aantrokken. Men
wilde dwars over de Leeuwarder terpen we
gen aanleggen, opdat de binnenstad maar
ontsloten werd. Het restant ligt er nog, de
Groene Weg... Dat was toen nog voor de
meerderheid van de gemeenteraad bespreek
baar. Er was toen ongelooflijk weinig besef
van de historische kwaliteit van de binnen
stad. Na 1970 heeft zich ook landelijk een
geweten ontwikkeld... Nee, ik heb geen
overdreven voorstelling van het historisch
besef van de gemiddelde Leeuwarder, maar
dat kan niet alleen op Leeuwarders slaan
OMMEZWAAI
De ommezwaai in stedebouwkundig denken
voltrok zich omstreeks '72-'73. Volgens
Geerts kwam men in het Struktuurplan-bin-
nenstad rigoureus terug op de grootschalige
ingrepen; historische kwaliteit, kleinschalig
heid, bestaande structuren werden nieuwe
trefwoorden. Geerts spreekt van 'een politie
ke ommezwaai van jewelste'. Hij had er als
actievoerder binnen de PvdA ('Tengels af
van de terp!') zelf deel aan. Het door de raad
aanvaarde Structuurplan-binnenstad (1973)
werd uitgangspunt voor beleid, ook voor
monumentenzorg
In '65 was de eerste inventarisatie van het
monumentenbestand, die later werd gedetail
leerd. Voor de architectuur van na 1850 liep
Leeuwarden zelfs landelijk voorop. Geerts:
'Utrecht slaat er zich nogal voor op de borst
dat ze dat het afgelopen jaar heeft gedaan,
maar wij waren daar al veel eerder mee be
zig. Een 35-tal bouwwerken is er op de mo
numentenlijst bijgekomen. De oorspronkelij
ke lijst was vooral gebaseerd op de 'fietsme-
thode'; je keek eens wat naar boven. Kortge
leden heeft de raad besloten een architectuur
historicus in te huren, die de lijst nu verder
uitdiept. Voor een gemeente als Leeuwarden
toch heel bijzonder dat er op het ogenblik
twee mensen vrijwel op full-time basis met
monumentenzorg bezig zijn.
Er veranderde meer. Het kijken naar indivi
duele panden met monumentwaarde maakte
langzaam plaats voor een toetsing van het
geheel. Niet voor niets verkoos Leeuwarden
op eigen initiatief de hele binnenstad aan te
merken als beschermd stadsgezicht. Geerts:
'Ik heb het zien groeienMaar ik moet ook
zeggen: dat besef is iets van de laatste jaren.
De strijd is op dat punt nog niet gestreden,
meldt de wethouder. 'Hèt dilemma, een on-
zèttend dilemma is altijd: wat kan je doen
met de stad. Alles zoveel mogelijk handha
ven kan niet. De stad is nooit gestabiliseerd
geweest. Er moet ruimte zijn voor vernieu
wingen, voor nieuwbouw. Alleen, dat moet
wel passen bij de omgeving. Daar is terecht
nogal eens kritiek op. Ie zit met een paar
problemen. Inderdaad dat mensen wel eens
een monument voor zichzelf willen oprich
ten, en dan zodanig dat het weinig rekening
houdt met de omgeving.
Het moet herkenbaar zijn. Ik hoef hier niet
eens zover naar buiten te kijkenDat is één
ding. Een ander is dat er nogal wat financiële
beperkingen zijn. Daar worstelen wij ontzet
tend mee. Wij hebben een aantal panden
waarvan we zeggen: het is de moeite om ze
te handhaven. Alleen blijkt dat vaak veel
kostbaarder dan nieuwbouwDe keus wordt
dan nogal eens financieel bepaald.'
Soms lukt het met wat kunstgrepen om ge
bouwen die buiten de geldende subsidierege
lingen vallen toch mee te nemen. De Waalse
kerk is zo'n voorbeeld. Leeuwarden slaagde
erin de financiering rond te krijgen door een
koppeling aan woonhuisrestauraties in de
zelfde straat. Geerts: 'Wij beredeneerden dat
op enigerlei wijze en dat is kennelijk geac
cepteerd. Op zich een hele goede zaak.' Met
verschillende regelingen denkt Leeuwarden
dit jaar zo'n 35 projecten aan te pakken, met
een subsidiebedrag van zo'n 9 ton. De zgn.
plankostenregeling (subsidie op plankosten)
blijkt met name voor particulieren een goede
stimulans. Geerts benadrukt dat bij de Leeu
warder particulieren met panden van monu
mentale waarde de goede wil tot restaureren
aanwezig is. 'Aan de ene kant is er het besef
dat men toch wat aan het pand moet doen,
maar aan de andere kant ligt daar vaak het
financiële probleem. We proberen in overleg
de zaak rond te krijgen. Over het algemeen
krijgen we het toegewezen contingent goed
op', zegt wethouder Geerts met enige trots.
NIEUWBOUW
Monumentale nieuwbouw, de wethouder
roerde het zelf al even aan, is vaak een om
streden zaak in de Leeuwarder binnenstad.
Vijf jaar geleden werd het voortbestaan van
het 100 jaar oude beursgebouw veilig gesteld
door de herinrichting tot openbare biblio
theek. Bij die gelegenheid schetste de archi
tectuur-historicus Peter Karstkarel in 'Van
beurs tot bibliotheek 1880-1980' het stede
lijk frame waarmee het gebouw door de ar
chitectuurgeschiedenis van de tien jaar daar
voor opgezadeld werd. Een citaat: 'Vooral
op het gebied tussen Wilhelminaplein en het
station is een zware wissel getrokken. Van
zelfsprekend was de economische druk daar
groot. Met de geleding en detaillering is bij
nieuwbouw nauwelijks rekening gehouden
met de gevoelige omgeving. Dat is begonnen
met het hoofdkantoor van Waterleiding
Friesland dat op een door de Duitsers gesla
gen stadswond is opgetrokken, maar het
werd nog massaler en helaas ook lelijker.
Aan de Langemarktstraat verrezen enkele
kantoorkolossen en aan de Willemskade
werden een schitterende villa, een goed café
en enkele herenhuizen opgeofferd. Een oer
lelijke Friesland Bank en op een andere hoek
een niet minder kolossaal kantoor waarbij de
gezellige .verspringingen de massaliteit mis
schien nog wel onderstrepen, kwamen er
voor in de plaats. Het hoekje aarr het Zaai-