ll!li!lli||ij|
58
Het Wilhelminaplein, met op de voorgrond de plaats waar eventueel het 'pleinafsluitend' gebouw
komt. Heemschut heeft de gemeente gevraagd om eerst een rechtsgeldig bestemmingsplan voor het
betrokken stadsdeel vast te stellen en vervolgens een nieuwe prijsvraag onder architecten uit te
schrijven. Geen van de tot dusver mededingende ontwerpen heeft voldoende kwaliteit voor deze
belangrijke plek, aldus de Bond.
Foto's Gemeentelijke Monumentenzorg, Leeuwarden.
PRAKTIJK
Al met al veel plannen, initiatieven en acti
viteiten. Maar hoe gaat het nu in de prak
tijk.
Een van de eerste dingen die opvallen voor
al in de gemeenteraad is, dat het niet al te
moeilijk is om vanuit het abstracte een
groot aantal mooie doelstellingen vast te
leggen, waarin bijna iedereen zich kan vin
den. Het wordt moeilijker wanneer er con
crete plannen op tafel komen. Dan blijkt dat
vrij gemakkelijk de doelstellingen worden
losgelaten en gekozen wordt voor een vol
gend beleid. De nieuwbouw en uitbreiding
van het provinciehuis in de historische stad
is één van de vele en duidelijkste voorbeel
den. Toch kan geconstateerd worden dat na
1974 niet of nauwelijks aantastingen van de
structuur van de Leeuwarder binnenstad
hebben plaatsgevonden. Doorbraken en
dempingen zijn achterwege gebleven; het
beloop van straten is gehandhaafd en rooi
lijnen zijn niet verlegd. Door herinrichting,
beplanting en nieuwbouw zijn op veel
plaatsen verbeteringen aangebracht. Een
negatief punt is echter dat deze verbeterin
gen wel een grondige karakterverandering
te weeg hebben gebracht. Het duidelijkst
laat zich dit voelen in de noordelijke bin
nenstad. Daar is de laatste jaren een groot
aantal grootschalige nieuwbouwblokken
met woningen verrezen. Straten en pleinen
als Speelmanstraat, Bagijnestraat, Jacobij-
nerkerkhof, Bottemansteeg, Oosterkade,
Achter de Grote Kerk, Schoenmakersperk,
Nieuweburen en Galileïkerkstraat zijn te
sterk van karakter veranderd. De tachtiger
jaren bouw is hier bepalend geworden. Te
weinig is men er in geslaagd karakteristieke
bebouwing te herstellen en de meeste archi
tecten is het niet in voldoende mate gelukt
de bestaande individualiteit te respecteren
en/of opnieuw vorm te geven. Ook werkt
negatief dat de op veel plaatsen vernieuwde
bestrating te eenvormig is. Door de hele
vernieuwingsoperatie zijn er ook veel grote
bomen verdwenen, waardoor de stad er kaal
uitziet.
De vormgeving van pleinen is in Leeuwar
den nog altijd een moeilijke zaak. Het Wil
helminaplein is een kale onherbergzame
vlakte geworden. Misschien kan een plein
afsluitend gebouw met daarbij een behoor
lijke pleinvulling hierin verbetering bren
gen. Het Oldehoofsterkerkhof mist iedere
structuur, het Jacobijnerkerkhof is kaal en
nodigt niet uit tot verblijf, ondanks de bank
jes en Bij de Put wordt het beheerst door
paaltjes. Veel binnenterreintjes hebben
door de heilige parkeernorm een stenig ka
rakter gekregen. Het wordt tijd dat Leeu
warden bij dit soort werken eens een omge
vingskunstenaar inschakelt.
MONUMENTENZORG
Op het terrein van restauratie en monumen
tenzorg is er de afgelopen jaren veel ge
beurd, zowel in positieve als negatieve zin.
Een aantal grote en belangrijke monumen
ten is grondig onder handen genomen. Als
eerste moet wel de Grote of Jacobijnerkerk
worden genoemd. Dit in aanleg dertiende
eeuwse kerkgebouw, werd in de 19de eeuw
grondig 'hersteld' en daarmee van vele
bouwkundig belangrijke elementen ont
daan. Na de tweede wereldoorlog trad het
verval in, zelfs in die mate dat in de zestiger
jaren het gebouw wegens bouwvalligheid
gesloten moest worden en er stemmen op
gingen om maar tot sloop over te gaan. Na
een korte, maar zeer ingrijpende, restaura
tie staat deze middeleeuwse kloosterkerk
samen met de eveneens gerestaureerde kos
terij, een restant van het voormalige Domi
nicaner klooster, weer in volle luister in het
hart van de stad. De voor Leeuwarden ka
rakteristieke Oldehove onderging een con
soliderende restauratie.
Het Princessehofcomplex, het vroegere pa
leisje van Maria Louisa, de weduwe van
Johan Willem Friso, werd ten behoeve van
het belangrijke ceramische museum 'het
Princessehof' totaal gerestaureerd en op
nieuw ingericht. De van het museum deel
uitmakende Papingastins herkeeg op de to
ren de uivormige bekroning.
In de belangrijke Grotekerkstraat gebeurde
veel meer. De niet eens op de monumenten
lijst staande Keimpemastins werd heront
dekt en op een zeer verantwoorde wijze
gerestaureerd en geschikt gemaakt tot wo
ning. Het Frysk Letterkundich Museum en
Dokumintaasje-sintrum kon, alweer na een
ingrijpende restauratie, de stins.op het
hoogste punt van Leeuwarden betrekken.
Ook hier werd de oude traptoren hersteld,
en van een nieuwe spits voorzien.
Tegenover deze stins restaureerde de N.V.
Stadsherstel het voormalige Handelsdruk
kerijcomplex. Een aantal monumentale
panden herkreeg de woonbestemming en in
combinatie met nieuwbouw aan het
Schoenmakersperk kon er op de flank van
de noordelijke stadsterp een aantrekkelijke
open binnentuin worden aangelegd. Stads
herstel pakte in de Grote Kerkstraat nog een
viertal woningen aan en ook een aantal par
ticulieren ging tot restauratie over. Het be
houd en de restauratie van de Bonifatius-
kerk is een apart verhaal. Aan het eind van
de zestiger jaren waren er nog plannen om
deze uit 1884 daterende belangrijke Cuy-
perskerk te slopen. Een comité uit de burge
rij ontfermde zich over het kerkgebouw met
haar 'wonderlijk schoone lijnen en ondenk
baar heerlijke vormen'De 'roomse toren'
mocht niet uit het stadsbeeld verdwijnen.
Toch gebeurde dat wel. Tijdens een zware
storm op 3 januari 1976 brak de 30 meter
hoge spits van de Bonifatiustoren af. Ten
koste van veel inspanning en in een tijd
waarin overal in het land neo-gotische kerk
gebouwen werden gesloten en gesloopt, is
het stichtingsbestuur van de Bonifatiuskerk
er toch in geslaagd de toren weer op de kerk
te krijgen. Een opmerkelijke prestatie!