Leeuwarden hofstad
ma»
51
DOOR PETER KARSTKAREL*)
Toen Willem Lodewijk, graaf van Nassau-
Dietz, zich in 1584 in Leeuwarden als stad
houder van de Staten vestigde, lag de struc
tuur van de stad Leeuwarden al goeddeels
vast. Alleen langs en door de toen ontman
telde kloostercomplexen kwamen nog nieu
we straten. Leeuwarden was toen, eerst on
der het gezag van de Saksische hertogen,
later onder Bourgondisch bestuur, al bijna
een eeuw hoofdstad van Friesland.
Kort voor het vestigen van een centraal ge
zag onder Albrecht van Saksen in 1498 wa
ren er al vestingwerken rond de stad opge
worpen. In de daarop volgende decennia,
toen het in Friesland na eeuwen bloedige
binnenlandse twisten geleidelijk rustiger
werd, zijn de wallen, poorten en bastions
nog verbeterd, maar dan om zich te verdedi
gen tegen vreemde vijanden. In de zuidoos
telijke hoek van de stad hadden de nieuwe
heren van Friesland in het begin van de zes
tiende eeuw een blokhuis laten bouwen, een
sterkte met vier ronddelen.
Philips II liet zijn bouwmeester Bartholo-
meus Jansz van 1566 tot '71 een Kanselarij
bouwen. Het grote bouwwerk moest het Hof
van Friesland, het hoogste rechtscollege van
het landschap, huisvesting bieden. Dit Hof
was het meest loyale instrument van het ko
ninklijk gezag in Friesland, waar de ontevre
denheid met het jaar groeide. De Kanselarij
werd een ouderwets gebouw, door en door
gotisch, als moest het de oude machtsver
houdingen uitdrukken. De renaissance-de-
tails zoals consoles en kraagstenen lijken
charmante incidenten. Negen jaar later was
het gebeurd met het vreemde gezag. De Kan
selarij bleef zetel van een nieuw gekozen
Hof en de Staten bouwden ernaast spoedig
het Landschapshuis. Voor het midden van de
vorige eeuw werd dit gebouw weer gesloopt,
maar de Kanselarij - de rijksgebouwendienst
restaureert haar op het ogenblik grondig -
staat er na vier eeuwen nog steeds als een
monument van het oude gezag: een ver
steend anachronisme.
Gedurende de 16de eeuw heeft het be-
stuurspatriciaat zich dan ook in Leeuwarden
gevestigd, al had het tevens woningen op het
platteland in de delen waar het zijn regionale
of plaatselijke macht uitoefende, grietenijen
genaamd.
Enkele van die families konden blijven of
gaan wonen in de oudste stenen huizen van
de stad, de stinzen. Deze werden.in deze
eeuw juist verbouwd en uitgebreid. Het
wooncomfort eiste die aanpassingen kenne
lijk.
Door de vrede in de stad en zijn collectieve
stadsverdediging hoefden de huizen niet
meer verdedigbaar te zijn. Op de vogel-
Drs. P. Karstkarel is documentalist bij de gemeen
telijke Dienst Monumentenzorg Leeuwarden.
vluchtkaart van Johannes Sems en Pieter
Bast uit 1603 blijken de meeste stinzen van
hoofdelingen en patriciaat dan ook flinke
kruiskozijnen te hebben gekregen.
Er kwam in Leeuwarden overigens niet een
bestuurderswijk, maar hun woningen waren
wel voornamelijk in enkele straten en aan de
grachten te vinden: Grote Kerkstraat, Voor
streek, Turfmarkt-Tweebaksmarkt (waar de
gebouwen van de bestuurscolleges stonden)
en later ook Nieuwestad. De laatste rent
meester van koning Philips II liet ten noord
westen van het huidige Hofplein een groot
huis bouwen dat bestond uit drie evenwijdig
aan elkaar geplaatste rechthoekige bouwwer
ken, waarvan het middelste iets teruglag en
aldus een binnenplein vormde. Gedeputeer
de Staten van Friesland kochten dit woon
complex in 1587 om het stadhouder Willem
Lodewijk aan te bieden ter huisvesting van
zijn familie en hofhouding. Tot 1747, toen
Willem Carel Hendrik Friso naar 's-Graven-
hage vertrok om er te resideren als algemeen
stadhouder, bleef het gebouw als stadhou
derlijk hof in gebruik.
Voor Willem Lodewijk werd het Hof aan
zienlijk verbouwd. Ook de vierde Staatse
stadhouder, Willem Frederik, liet, waar
schijnlijk naar wensen van zijn prachtlieven-
de vrouw Albertina Agnes (de dochter van
Frederik Hendrik en dus het Hollandse Hof
Het Stadhouderlijke Hof rond 1785.
Van de drie evenwijdig aan elkaar geplaatste gebouwen (op deze afbeelding links van het
classicistische Stadhuis gelegen) is het middelse, dat terugliggend is gesitueerd, niet te zien.
-LU'..V!Vr
i vWV.Ï,
't .stadhuis, hit hot e>" htjr&v.k "VKïshuis te i.kitvakbeit.
Na de burgerrevolutie van 1795 is het op deze afbeelding meest rechts gelegen onderdeel van het
Stadhouderlijke Hof verbouwd.
S T A DIIOi; 1) r. V. MJ KK HOI' TE I.KHUVARWK N