49
kregen een decoratief fries onder de kapvoet.
Dit is bij het koor en de eerste twee traveeën
gevormd door gebakken stenen van ruim 30
cm in het vierkant, 9 cm dik en voorzien van
een spitsboogmotief met cirkels. In de ande
re traveeën bevindt zich een van de straat af
niet zichtbaar fries dat uit bakstenen bestaat.
De noordmuur is gesloten gebleven, maar
wel waren er beneden vier grote en diepe
nissen gemaakt die in de zuidelijke arm van
de vierkante kloostergang uitstaken. Het wa
ren nissen van altaren waarbij de gewijde
kloosterlingen hun stille missen konden le
zen. Boven dit stuk kloostergang bevond
zich een langgerekte zaal, mogelijk de slaap
zaal (het dormitorium).
Het houten tongewelf van het schip (dat op-
Een blik op het vijfzijdige koor van de Jacobijnerkerk. Naar voorbeeld van de hoofdkerk der
Dominicanen, de St. Romain te Toulouse, bestonden dit soort kerken uit twee beuken met één
gemeenschappelijk koor.
valt door de zeer gedrukte vorm onder de
merkwaardige en uit twee verschillende peri
oden daterende kapconstructie) waarvan de
vroegste gedeelten van omstreeks 1300 moe
ten dateren, is beschilderd. Van die beschil
dering is ondanks vele herstellingen en ver
anderingen nog bijna de helft overgebleven.
Op een van de gewelfvakken is nog een
centrale voorstelling aanwezig', een madonna
in een stralenkrans met twee engelen die een
kroon ophouden.
DE 15DE EEUWSE VERBOUWINGEN
De hervorming aan het einde van de 15de
eeuw resulteerde in een opleving van het
kloosterleven en een toename van bouwac
tiviteiten. Toen werden de drie westelijke
traveeën aan de zuidzijde uitgebreid met
drie diepe kapellen die onderling verbonden
waren en gemetselde scheibogen als gren
zen kregen. De steen van de weggebroken
gedeeltes van de zuidmuur werd herge
bruikt voor het muurwerk van de kapellen
waardoor deze merkwaardig onregelmatige
en onderling verschillende geledingen kre
gen. De ramen en steunberen zijn niet al
leen onregelmatig maar ook de geveltoppen
met blindnissen verschillen onderling.
De noordbeuk werd ter plaatse van de twee
meest oostelijke traveeën in het laatste
Het houten tongewelf van het schip, waarvan ondanks de vele herstellingen nog ongeveer de helft van
de schilderingen zijn bewaard.