i
i
AANNEMERS PRESENTEREN ZICH
18
wel juist, maar vermindert niet de enorme
impuls die het herstel van de bisdommen
voor de kerkelijke kunst betekende. Dit gaf
de stoot tot de oprichting van nieuwe paro
chies op grote schaal en schiep daardoor een
arbeidsmarkt van formaat voor Cuypers en
zijn vakbroeders, waaronder talloze leerlin
gen. Daar mag dan meteen het bezwaar op
aansluiten tegen de wijze waarop de auteurs
deze leerlingen menen te moeten kwalifice
ren. Het is al te generaliserend om de door
hen geleverde ontwerpen en masse 'weinig
bezieling' te verwijten. Dit schept bovendien
nieuwe vooroordelen, waar we gezien de
nog altijd wankele status van de architectuur
uit die tijd, absoluut geen behoefte aan heb
ben. Mutatis mutandis gaat dit op voor het
wel zeer onvolledige beeld, dat de auteurs
geven van dé herwaardering van de nep-
gotiek en de rol daarin van Neêrlands
'grondlegger' van de moderne architectuur,
H. P. Berlage (Amsterdamse Beurs 19Ö6).
Wat betreft de bijschriften van de afbeeldin
gen, waar menige schrijver in de serie zijn
kennis op uit heeft kunnen leven, lijkt ook
hier in hoofdlijnen het naslagwerk van Ro-
senberg op de voet gevolgd te zijn.
POPULARITEIT OF OPPERVLAKKIG
HEID?
De hamvraag is natuurlijk of al deze kritiek
wel zo belangrijk is, nu het om een populair
werkje gaat. Het antwoord kan volmondig
'Ja' zijn en heus niet alleen vanwege de forse
prijs van 34,90, die er voor gevraagd
wordt. Het is hetzelfde bezwaar dat profes
sor E. Taverne, hoogleraar architectuurge
schiedenis Universiteit Groningen, indertijd
formuleerde inzake het genoemde werk van
Rosenberg: juist omdat het een boek voor
een breed publiek is, is het geven van zinvol
le en vooral correcte informatie en het ver
mijden van cliché's absolute noodzaak.
Daarbij vormt juist het populaire boekje hét
instrument om vers opgedane kennis uit spe
cialistisch onderzoek voor de belangstellen
de leek te vertalen. Maar daar de auteurs
daar zelf weinig aan hebben gedaan en het de
uitgever kennelijk evenmin interesseerde, is
ook hier populariteit weer synoniem gewor
den met oppervlakkigheid. Het boekje zal
toch wel verkocht worden alleen al vanwege
de reeds geroemde documentaire waarde van
de oude afbeeldingen, waardoor de echte
liefhebber van de neo-gotiek het zekér niet in
zijn kast kan missen. Laten we daarom maar
aardig blijven en eindigen met die ene uit
spraak, waar we ons zonder meer achter wil
len stellen: 'Dit boekje zal af en toe goede
herinneringen oproepen aan een kerkgebouw
dat er niet meer staat. Mogelijk doet het
menige lezer ook met des te meer waardering
kijken naar de Cuyperskerk die nu nog zo
trots het silhouet van zijn woonplaats be
paalt.'
dra B. C. M. van Hellenberg Hubar
Met het herstel van kerk en toren van Lange-
rak in 1913 is de naam van Woudenberg uit
Ameide voor 't eerst in de restauratiewereld
opgedoken. En sindsdien heeft die naam een
almaar vertrouwder klank gekregen. In die
mate zelfs, dat Woudenberg Ameide BV
zich tot op de dag van vandaag mag rekenen
tot de groten in het restaureren van monu
mentale kerken, kastelen, panden, boerderij
en en molens.
Woudenberg is een van de weinige restaura-
tiebedrijven die over het hele land opereren.
Daarbij is Ameide nog altijd de thuisbasis,
maar tegelijk is er een sterke regionale sprei
ding - met eigen vestigingen in Groningen,
Oosterwolde, Medemblik, Zupthen en Val
kenburg (L). Het oogmerk hiervan is om zo
goed mogelijk in te spelen op een restauratie
praktijk, die van regio tot regio kan ver
schillen.
Daarbij ligt het voor de hand om ook zoveel
mogelijk regionaal dan wel lokaal vakkrach
ten aan te trekken en - in het eigen bedrijf -
op te leiden. De gedecentraliseerde opzet
sluit bovendien goed aan bij twee nieuwe
tendensen, nu het rijk een groter deel van de
monumentenzorg naar de gemeenten wil
overhevelen en de markt meer in de richting
van de kleine(re) restauratieprojekten gaat.
In Ameide beschikt Woudenberg over een
eigen natuursteenbedrijf, dat zelf in groeven
in binnen- maar vooral buitenland soorten en
kwaliteiten beoordeelt en inkoopt om vervol
gens in de steenhouwerij het ruwe materiaal
tot de fijnste profileringen te verwerken. Bo
vendien is er in Ameide een centrale werf
met een schat aan oude bouwmaterialen die
maakt dat Woudenberg ook op dit punt het
werk in eigen hand houdt.
VAN DEZE TIJD
Restaureren is vandaag de dag vooral het
conserveren van oude gebouwen - vaak in
hun details. Daar komt nog altijd veel oud
ambacht aan te pas. Maar dat wil nog hele
maal niet zeggen dat restaureren ook op een
oude dan wel ouderwetese wijze zou moeten
worden uitgevoerd. Bij Woudenberg gaat
men er - integendeel - vanuit, dat restaureren
moet gebeuren op een manier die van déze
tijd is.
Daar is enerzijds een moderne organisatie
voor nodig, terwijl het anderzijds het testen
en toepassen van nieuwe technieken en uit
voeringsmethoden met zich meebrengt. Me
de in het licht hiervan heeft Woudenberg
recent aansluiting gezocht bij een groter
bouwconcern, namelijk Struktongroep te
Maarssen. Daarvan is het restauratiebedrijf
nu een zelfstandige werkmaatschappij - met
openingen naar een aanpak, die het 'oude'
werk in een modern daglicht kan plaatsen.
SCALA
In de loop der jaren heeft Woudenberg een
zeer uitgebreid scala aan restauraties uitge
voerd. Recent zijn afgesloten de projekten:
de Stadsschouwburg van Groningen, de Klu-
wer-panden te Deventer, het klooster Ma-
riënberg te IJsselstein, de Pieterskerk te Lei
den en het stadhuis van Dordrecht. Op dit
moment zijn onder andere in uitvoering: de
hervormde kerken van Midwolde en Waar
der, Huis Oudaen te Utrecht, kasteel Arcen
te Arcen, de Donjon te Wijk bij Duurstede
en de Westerkerk te Amsterdam (kombina-
tiewerk).
Excursie stadhuis
Dordrecht
Woudenberg nodigt de ledén van de Bond
Heemschut uit voor een bezichtiging van het
gerestaureerde en tot bestuurscentrum inge
richte stadhuis van Dordrecht. Deze excursie
zal worden gehouden op:
zaterdag 23 februari a.s.; vanaf 10.00 uur
Aanmelding: tel. 020-225292 Heemschut,
Amsterdam.
De voorgevel van het geheel gerestaureerde
stadhuis van Dordt. Na jaren werk is het complex
op 8 januari heropend. Foto: Jaap J. Herschel,
Utrecht.