Behoud en beheer
van molens
217
Jaargang 61, no. 11/12 - nov./dec.
1984
Heemschut verschijnt 9x per jaar
Tijdschrift van de Bond Heemschut
opgericht in 1911
Beschermvrouwe:
H.M. Koningin Beatrix
In dit nummer o.a.:
Provinciale zorg voor molens;
Friesland, een voorbeeld.
Molenbiotoop.
Gilde van Vijwillige Molenaars.
Vereniging van Molenmakers.
Natuurmonumenten en molens.
Foto omslag:
De Kleine Molen, polder Nieuw Lekkerland;
achtkante bovenkruier, een veel voorkomend
type poldermolen. Foto: KLM Aerocarto.
Redactie:
Drs. J. H. Bierenbroodspot-Rudolph
J. Roelfs Sr.
Redactiesecretaris:
Mevr. P. A. Hengeveld-Brand
Medewerkenden:
J. Th. Balk, Amsterdam
Drs. P. Karstkarel, Leeuwarden
D. van der Meulen, Assen
R. Lureman, Doetinchem
Drs. W. J. Pantus, Nijmegen
J. E. van der Wielen, 's-Gravenhage
Drs. H. S. Korthals Altes - Rudolph,
Amsterdam
Drs. B.C.M. barones van Hövell tot
Westerflier- van Hellenberg Hubar,
Ohé en Laak.
Correspondentie voor de redactie aan:
Secretariaat Bond Heemschut,
Nieuwezijds Kolk 28,
1012 PV Amsterdam
tel. 020-22 52 92
öf 020 - 23 09 94 (ledenadministratie)
postgiro 124326
Lidmaatschap 45,- per jaar
Reductie voor 65en 30"
Correspondentie voor advertenties:
Bosch Keuning nv
Postbus 13740 AA Baarn
tel. 02154- 1 82 41
gironummer 4988
Vormgeving Druk
Bosch Keuning nv, Baarn
Wie aan het Nederlandse landschap denkt,
denkt aan molens. In het open, agrarische
landschap maar ook in een stads- of dorpsge
zicht, zijn molens nog altijd kenmerkende
elementen.
Ooit waren er rond de 10.000 windmolens
actief als poldermolens, korenmolens en in
dustriemolens; in bepaalde gebieden traden
dus grote concentraties op. Daar zijn er nu
nog ongeveer 1000 van over, die ook als ze
draaien, strikt genomen, niet meer van eco
nomisch nut zijn.
Heel karakteristiek maar bijna allemaal ver
dwenen, waren de vele molens op de stads
wallen, die bij stadsuitbreidingen gewoon
mee werden verplaatst. Dat verplaatsen van
molens, meestal om een betere windvang te
verkrijgen, gebeurde in het verleden veelvul
dig. Ook nu worden molens nog wel ver
plaatst, als ze daardoor weer kunnen draaien.
GROTE VARIATIE
Een molentype dat velen zich direct voor
ogen zullen halen is de achtkante Hollandse
windmolen, die tot de grote familie van de
bovenkruiers behoort; behalve de kop is dit
type onbeweegbaar.
Ook zullen velen direct aan de houten wip
molens denken, een poldermolen die lange
tijd op grote schaal is gebruikt voor het uit
malen van overtollig molenwater.
Voorts is de houten standerdmolen, die van
ouds als korenmolen dienst doet, een veel
voorkomend type. Overigens is de wipmolen
een directe afstammeling - en dus familie -
van de standerd molen.
Met het noemen van enige typen - waarbin
nen we weer een grote variatie aantreffen - is
al aangegeven dat molens qua functie en
vorm zeer verschillend kunnen zijn. In Ne
derland komt de grootste variatie aan ver
schijningsvormen en gebruik ter wereld
voor.
Een eerste tweedeling naar functie valt te
maken tussen molens voor waterbeheersing
en koren- en industriemolens. Molens moe
ten gerekend worden tot onze oudste monu
menten van bedrijf en techniek; het zijn de
voorgangers van vele industrieën in ons
land. Naast graan- en oliemolens, moeten we
daarbij ook denken aan de houtzaag-, papier-
ijzer- en kopermolens.
Een andere tweedeling, die op grond van de
energiebron gemaakt kan worden, is die tus
sen wind- en watermolens. Windmolens ko
men in ons hele land voor; watermolens -
die verre in de minderheid zijn - vooral op
zandgronden van Oost- en Zuid-Nederland,
althans daar waar voldoende beken en rivie
ren stromen.
Het is ondoenlijk om in één aflevering van
ons orgaan een goed overzicht te geven van
het gehele Nederlandse molenbestand. Bo
vendien willen we in dit nummer aandacht
besteden aan de 'Heemschut'-aspecten van
molens, n.1. het behoud en beheer daarvan.
De belangstellende kan terecht bij de vele
goede publicaties, boekenkasten vol, die
sinds jaar en dag over dit zeer geliefde on
derwerp verschijnen. Wij willen hier vol
staan met het noemen van de bijzonder lees
bare en aantrekkelijk uitgevoerde boeken,
waarmee Jaap Balk ('Kijk op Molens') en
Herman Besselaar ('Molens in Nederland')
de geïnteresseerde leek in de molenmaterie
invoeren. Voorts het meer technisch georiën-'
teerde 'Molensdoor Ir. F. Stokhuysen, dat
nog bij de Vereniging De Hollandsche Mo
len in Amsterdam verkrijgbaar is.
Tenslotte het nieuwe, recent verschenen
'tweeluik' 'Watermolens in Nederland' en
'Windmolens in Nederland', geschreven
door Drs..P. Nijhof, bekend auteur op het
gebied van de monumentenzorg en kenner
van de molenhistorie. Het verheugt ons deze
beide, prachtig geïllustreerde boeken, waar
in voor het eerst het volledige molenbestand
van Nederland in kaart is gebracht (geba
seerd op de computergegevens van 'De Hol
landsche Molen') tegen gereduceerde prijzen
aan te kunnen bieden.
In dit verband mag de door de heer Nijhof
samengestelde Molenbibliografie uit 1982
die bijna 3200 titels van Nederlandse molen
publicaties omvat, niet onvermeld blijven.
PROVINCIE BELANGRIJKE ROL
Voor het behoud en beheer van molens is een
zeer specifieke kennis vereist die in de loop
van deze eeuw - en met name de laatste
dertig jaar - vooral op provinciaal niveau is
gebundeld. Alle provincies hebben molen
commissies die belast zijn met het molenbe-
leid en met de inventarisatie van de molens,
resulterend in provinciale molenboeken.
Limburg is gelukkig - als laatste - nu ook zo
ver dat aan zo'n uitgave gewerkt wordt. Bij
na alle provincies hebben voorts, naast de
vele plaatselijke molenstichtingen, provinci
ale stichtingen die molens in eigendom heb
ben. De bijdrage in dit nummer over het
Friese molenbehoud, waaraan de Fryske
Molen met haar grote bezit aan molens een
belangrijke bijdrage levert, illustreert het be
lang van de provinciale bemoeienis.
Er zijn verschillende redenen waarom de
provincie bij uitstek geschikt is om een be
langrijke rol te spelen en vérstrekkende be-
voegdhèden te krijgen bij het molenbehoud.
Provincies hebben allereerst een eigen bud
get voor deze 'rurale' monumenten.
Voorts waren in het algemeen de beambten,
werkzaam bij provinciale waterstaat, grote
molenliefhebbers en zij legden de basis voor
de vele op provinciaal niveau samengebrach
te kennis. Omdat vaak sprake is van bepaal-