Heenjschuf
ui
akfie
239
COMMISSIE NATIONAAL LAND
SCHAP WATERLAND DIEP TELEUR
GESTELD
Protest bij Minister tegen subsidiestop
Nationale Landschappen.
De Bond Heemschut, die een vaste zetel
heeft in de commissie Nationaal Landschap
Waterland, was medeondertekenaar van een
brief aan de Minister van Landbouw en Vis
serij, waarin krachtig geprotesteerd wordt te
gen zijn voornemen geen geld meer beschik
baar te stellen voor het (proefgebied) Natio
naal Landschap Waterland. De motivering
van de Minister, namelijk dat de ervaringen
in Winterswijk hebben geleerd dat tegen het
Nationale Landschappenbeleid teveel weer
stand zou bestaan, trof de Commissie onaan
genaam omdat de ervaringen in Winterswijk
bepaald niet dezelfde zijn als in Waterland.
Het voornemen van de Minister kwam bo
vendien tot stand zonder overleg met andere
betrokkenen bij dit beleid, zoals de betref
fende provinciale besturen en de regionale
begeleidingscommissies van de proefgebie
den nationaal landschap. Overleg en samen
werking met de instanties in de regio leidden
ertoe, dat ondanks aanloopmoeilijkheden nu
bij alle betrokkenen, waaronder de
landbouworganisaties, de bereidheid bestaat
mee te werken en verder te gaan met het
vormgeven van het Nationaal Landschap
Waterland.*)
Het stopzetten van de specifieke financiering
Nationale Landschappen betekent het afbre
ken van deze ontwikkeling en dat de tot nu
toe bereikte resultaten aan waarde zullen ver
liezen.
Op zijn minst had een evaluatie van de erva
ringen in de verschillende proefgebieden
moeten plaatsvinden, alvorens een dergelijke
vérgaande beslissing was genomen.
Voor Waterland (en de andere drie proefge
bieden waar de ontwikkelingen op gang zijn
gekomen) wordt momenteel een Beheers- en
Ontwikkelingsprogramma gemaakt, in nauw
overleg met alle betrokkenen. De Commissie
gaat voorts binnenkort een versnelde evalua
tie uitvoeren van de resultaten van het expe
rimentele beleid in Waterland, ten dele op
basis van het onderzoek dat voor dit Be
heers- en Ontwikkelingsprogramma is
gebeurd.
Zie ook het informatieve artikel dat Herman
Kleibrink, coördinator van het Nationaal Land
schap Waterland dit jaar in het januari-nummer
van ons orgaan schreef.
De Minister en de leden van de Tweede
Kamer zullen de resultaten daarvan zo spoe
dig mogelijk vernemen.
De Commissie verzocht de Minister dan
ook terecht met klem zijn voornemen met
betrekking tot het Proefgebied Nationaal
Landschap Waterland te herzien, en voor
1985 en volgende jaren de financiering
van de extra voorzieningen in het kader
van het Nationaal Landschap Waterland
voort te zetten.
Groningen
Bij het College van B en W maakte de Bond
zijn bezwaren kenbaar tegen de toepassing
van art. 19 van de Wet op de Ruimtelijke
Ordening ten behoeve van het bouwplan Ge
dempt Kattendiep-Kleine Peperstraat.
Realisering van dit bouwplan zal de bele
vingswaarde van de binnenstad schaden, zo
wel in ruimtelijk opzicht als wat betreft het
meest wenselijke functiepatroon.
Daar dit plan in een gebied is gesitueerd dat
in het vigerende bestemmingsplan wordt ge
kwalificeerd als ruimtelijk historisch waar
devol gebied en voorts naast een beschermd
monument, liggen de voorwaarden ten aan
zien van de toe te laten nieuwbouw terecht
vast.
Als de gemeente thans een andere 'visie' ten
aanzien van de aanpak van dergelijke gebie
den wil hanteren, dan zal die eerst in een
volgens de juiste procedure herzien bestem
mingsplan moeten worden vastgelegd.
Heemschut acht een dergelijke benadering
van de waardevolle binnenstad echter een
terugvallen naar de jaren '60 toen 'groot
schaligheid' en 'grootsteedsheid' met de ons
bekende desastreuze gevolgen werden nage
streefd
Lopik
Heemschut nam kennis van de stukken wel
ke betrekking hebben op de behandeling
door de Commissie Ruimtelijke Ordening
van de Gemeenteraad, van de plannen tot
reconstructie van de Lopikerweg-West en
schreef de commissie onder meer het vol
gende:
De Lopikerweg-West wordt gekenmerkt
door een (in de loop der eeuwen) gegroeide
unieke samenhang van bebouwing, profile
ring en beplanting die door de voorgestelde
plannen teniet wordt gedaan.
De reactie van het College van B en W ten
aanzien van de bezwaren hiertegen, namelijk
'In ieder geval voorziet het (bij het recon
structieplan behorende) beplantingsplan in
voldoende aanplant, waarmede beoogd
wordt de van oorsprong bestaande beplan
tingssituatie weer terug te brengen', getuigt
van onvoldoende begrip voor deze vanuit
cultuurhistorisch, landschappelijk en stede
bouwkundig oogpunt unieke situatie.
Derhalve kunnen wij ons niet met de door B
en W voorgestelde ongegrondverklaring te
gen onze en andere bezwaren verenigen.
Gouda
Wij vernamen dat er plannen bestaan de
voormalige Wasserij 'Het Wapen van Am
sterdam te slopen om plaats te maken voor
nieuwe bebouwing.
Het is betreurenswaardig dat zoveel 19de-
eeuwse en vroeg 20ste-eeuwse bebouwing,
waarvan de historische waarde nog onvol
doende wordt ervaren en erkend, ten offer
lijkt te moeten vallen aan de slopershamer.
Indien een nieuwbouwplan voldoet aan het
vigerende bestemmingsplan en aan de voor
waarden in de Bouwverordening, kan de
bouwvergunning niet worden geweigerd en
daarmee ook niet de sloopvergunning, die
daaraan impliciet is.
Er zou wél een weigeringsgrond aanwezig
zijn indien de Gemeente Gouda zou beschik
ken over een gemeentelijke monumentenver
ordening en het betreffende pand zou voor
komen op de bijbehorende gemeentelijke
monumentenlijst. Het ontbreken van een
dergelijke verordening achten wij een groot
gemis voor de stad Gouda, die haar ver
maardheid mede te danken heeft aan hetgeen
door vorige generaties aan waardevolle be
bouwing is toegevoegd.
Indien het slopen van dergelijke, historisch
waardevolle, bebouwing ongehinderd door
gang blijft vinden, valt te vrezen dat de be
bouwing uit bovengenoemde periode op den
duur geheel uit het stadsbeeld zal ver
dwijnen.
Wij achten het een noodzaak ook deze be
bouwing te beschermen en door te geven aan
volgende generaties, reden waarom wij de
aandacht van de Gemeenteraad vroegen voor
de bebouwing uit de 19de en begin 20ste
eeuw in het algemeen en voor 'Het Wapen
van Amsterdam' in het bijzonder.
Ter bescherming hiervan pleiten wij voor het
zo spoedig mogelijk vaststellen van een Ge
meentelijke Monumentenverordening het
geen ook aansluit op de voornemens van de
Minister van WVC inzake het toekomstige
monumentenbeleid
Open brief
De Vereniging Behoud Stadsschoon Gouda
schreef ons in een open brief:
In Gouda worden de particuliere monumen
tenorganisaties telkens opnieuw geconfron-