Frieslands molenbezit 'wurdt hoede en noede' 220 Over de Friese molens niets dan goeds! Met 121 draaivaardige molens is Friesland tegen woordig de derde molenprovincie van ons land. Het dramatisch tempo waarmee het in vier eeuwen opgebouwde, indrukwekkende molenbestand (eens waren het er 2.500!) in de eerste helft van deze eeuw werd afgebroken is gelukkig gestopt. En - nog belangrijker - er is een duidelijke ontwikkeling ten goede. De (voorlopers van de stichting De Fryske Mole en de Vereniging Gild Fryske Mounders hebben een naoorlogse 'molenbeweging' op gang ge bracht die tot-op-de-dag-van-vandaag velen stimuleert en restauraties op gang brengt. DE FRYSKE MOLE Frieslands molenbezit 'wurdt hoede en noe de', zoals de molenvrienden in 'it heitelan' hun zorg plegen uit te drukken. Het devies van De Fryske Mole is dat er geen molen meer verloren mag gaag. Sterker nog: 'Elk molenwrak dat het landschap ontsiert vormt een aanklacht tegen de maatschappij van vandaag, die dit kostbare en onvervangbare cultuurbezit prijs geeft aan verwaarlozing en ondergang.' Deze strijdlustige volzin was opgenomen in een ruim verspreide folder, waarin De Fryske Mole nog geen drie maan den na haar oprichting eind 1970 dus al na drukkelijk stelling nam. Molenwrakken staan er nog steeds teveel in Friesland; in een recente inventarisatie kwam men tot 37 restanten en een niet nader genoemd aantal molens die er soms zeer slecht aan toe zijn, maar nog tenminste een halve roede in de as hebben. Daar staat te genover dat bij De Fryske Mole onder voor zitterschap van Anne Bokma (zelf wel ge noemd 'de ziel van het molenbehoud in Friesland') het vuur bepaald nog niet is ge doofd, al zijn de middelen uiterst schaars. Het lijkt goed om hier een moment stil te staan bij de opkomst van de Friese 'molenbe weging', waarna we wat meer 'het veld' in gaan, óp naar de molens waar het allemaal om draait. 'MOLENBEWEGING' In de jaren '30 leek enkel de Vereniging 'De Hollandsche Molen' zich om de Friese molens te bekommeren. De aftakeling, ge- 'Mounts' of monnikmolen, de achtkante grondzeiler Beintemapoldermolen uit 1870, gelegen ten noorden van Westergeest. .volg van achtereenvolgens de uitvinding van stoomkracht, de komst van Amerikaanse windmotoren, dieselmotoren en veel elek trisch aangedreven watergemaaltjes, was ook aan deze provincie niet voorbij gegaan. Tientallen watermolens legden het loodje. Dat ze ooit goed waren om Friesland droog te houden, telde niet meer. De vier- tot vijf honderd miljoen kub, daar waren nu de ge malen goed voor. Dat was de aanleiding van 'De Hollandsche Molen' in de jaren '30 om zich te richten tot het provinciaal bestuur van Friesland. Een rechtstreeks gevolg was dat Gedeputeerde Staten in 1937 alle gemeentebesturen wezen op het belang om bij het aanbrengen van nieuwe beplanting langs de wegen rekening te houden met het molenrecht op vrije wind. Een voorlopige lijst van Friese monumenten uit de 30'er jaren, bleek achteraf van weinig waarde als basis voor een actief molenbe houd. De bezetter kwam met een verbod op het afbreken van molens, maar meteen na de oorlog leken alle molens vogelvrij. Er was veel animo voor afbraak. GS van Friesland kwamen echter direct in actie, toen in mei '46 een ministeriële beschikking afkwam, waarbij alle wind- en watermolens tot monu ment werden verklaard. Er waren toen nog hooguit 275 molens over, maar jaarlijks ver dwenen er ongeveer 25. In september '46 werd de Friese Molencom missie door de provincie in het leven geroe pen. Bijna 10 jaar later, in 1955, kreeg Fries land in navolging van Zuidholland, z'n pro vinciale molenverordening. In een debat daarover riep een statenlid nog uit: 'De mü- nen stjerre üs ünder de hannen óf' (ze sterven ons onder de handen weg). Die verordening bleek achteraf een goed ding, waar ook an dere provincies hun voordeel mee wisten te doen. Opmerkelijk is dat de Molencommissie in het eerste jaar van haar bestaan al 'oprui ming" hield: 22 van de 56 bezochte molens waren het behouden waard, 29 mochten er meteen verdwijnen en de bestemming van 5 was nog onzeker. Toen in 1970 de Stichting De Fryske Mole de taken van de Molencommissie overnam, was het eerste duidelijk dat er geen molen meer gemist kon worden. Het waren vooral de 'weesmolens' waarover de stichting zich ontfermde. De Fryske Mole heeft er nu 32 in eigendom. De laatste jaren zijn ook een aan tal 'ruilverkavelings-molens' aan het bezit toegevoegd. Het blijkt dat uit ruilverkaveling vaak nog wel de restauratie, maar niet het onderhoud valt te bekostigen. Het gaat dan ook veelal om molens die van hun oorspron kelijke taak - het droogmalen van polders zijn ontheven. MOLENCONSULENT De advisering rond het molenbehoud in Friesland was enkele jaren, van september '76 tot maart '83, in de vertrouwde handen van ing. Th. Lubbers, die, na z'n pensione ring als provincieaal ambtenaar, aanbleef als molenconsulent in provinciale dienst. Hij maakte een onderhoudsinventarisatie, de

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1984 | | pagina 10