De plantagekerk in Zwolle 149 DOOR Z. KOLKS*' In de jaren zeventig van de vorige eeuw had de toen zogeheten Christelijk Gereformeerde gemeente van Zwolle behoefte aan een groter kerkgebouw. Tot die tijd kwam de gemeente, die op I juni 1835 was geïnstitueerd, bijeen in een bedehuis aan de Nieuwstraat. Voor de nieuw te bouwen kerk liet zij het oog vallen op een terrein aan de oostzijde van de stad, nog net binnen de grachtengordel. Daar werd, naar ontwerp van landschapsarchitect Van Lunteren, een park aangelegd, de Plantage (nu het Ter Pelkwijkpark geheten). Dit park kwam in 1875 gereed. Op 25 juli van dat jaar werd ook het nieuwe bedehuis ingewijd, naar de plaats van vestiging de Plantagekerk genaamd. Deze kerk is gebouwd naar ontwerp van de stadsarchitect of directeur van gemeentewer ken van Zwolle, Jan Willem Bosboom (1831-1876). Al in 1894 werd het gebouw hersteld en vernieuwd onder leiding van ar chitect Stephanus Johannes Hermanus Trooster (1849-1910). De kerk heeft een T-vormige plattegrond. Lengte- en dwarsbouw vormen uitwendig één geheel, inwendig echter niet. Het ver uitspringende dwarspand is de eigenlijke kerkruimte; deze kent geen onderverdeling in beuken of schepen. De haaks hierop staan de, korte voorbouw bevat gelijkvloers twee achter elkaar gelegen portalen, die geflan keerd worden door dienstruimten. Tussen die aan de rechterzijde, welke fungeert als kerkeraadskamer, en de portalen voert een trap naar boven. Op de verdieping, die in open verbinding staat met de kerkruimte, bevindt zich het orgel. ECLECTISCH Stilistisch dient het bedehuis te worden aan gemerkt als eclectisch: de rondboogfriezen tegen de topgevels aan de voorzijde en aan de zijkanten gaan terug op de Romaanse kerk architectuur. De venstertraceringen zijn uit gevoerd in de trant van die in de Waterstaats kerken. De idee van de doorhangende sluitstenen in de kerkruimte zelf vindt haar oorsprong in de Laatgotische bouwkunst. De vierpassen - die zijn uitgespaard in de panelen onder het verhoogde middengedeelte van het plafond boven de kerkruimte - zijn een motief uit de Hooggotiek. Voorts zijn er ook elementen met een duide lijk eigentijds karakter, kenmerkend voor de vele verschillende stijltoepassingen voor de ze periode zoals de torenachtige muurver zwaringen op de hoeken, de kroonlijstachti ge muurgeleding onder de hoge rondboog vensters, de bakstenen kroonlijst aan het bo veneinde der gevels, die rust op een fries, en de trapachtige vormgeving van dit fries aan de zijkanten van de voorbouw en aan de voorkant van de dwarsbouw. ESSENTIEEL ONDERDEEL STADSBEELD Afbraak van de Plantagekerk, zoals de be doeling is (was?) van de kerkeraad, zou om verschillende redenen een gevoelig verlies betekenen. Allereerst zou daarmee een mo numentale Gereformeerde kerk, waarin nog een belangrijk gedeelte van de oude inventa ris aanwezig is, verdwijnen. De grote kerk ruimte beschikt bovendien over een uitste kende acoustiek. Verder zal het stadsbeeld van het Ter Pelkwijkpark een onherstelbare verarming ondergaan als de kerk zou worden gesloopt. Dit geldt niet alleen voor het park zelf, waarin het gebouw één van de architec tonische hoofdaccenten vormt, maar ook voor de grotendeels 19de-eeuwse, omringen de bebouwing, waarvan het karakter door nieuwbouw in ernstige mate zou worden aangetast. De heer Kolks is lid van de provinciale commissie Overijssel van de Bond Heemschut De Plantagekerk te Zwolle (1874-1875), vanuit het oosten gezien.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1984 | | pagina 17